14

120 2 0
                                    

Toen ik thuis kwam stond het eten al op tafel. Mijn ouders kijken me allebei met een geïrriteerd gezicht aan.

'Sorry', mompel ik en ik leg het boek van Levi naast me op tafel.

'Ik wist niet dat je Mulisch las.' Mijn moeder kijkt me verbaasd aan.

Midden in mijn beweging stop ik. Mijn voet blijft in de lucht hangen. 'Wat?'

Ze wijst naar het boek.

'O dat, nee wist ik ook niet.' Murmel ik.

Ik voel hoe een warm gevoel zich in mijn borst verspreid.

'Heb je er veel voor moeten betalen?' Dat was mijn vader. Hij had zich net gedoucht.

Zuchtend ga ik zitten. 'Nee.'

'Ze zijn meestal erg duur!'

Ik kijk ze geïrriteerd aan. 'Kunnen we nou eten?'

Ik heb geen zin om over Levi te praten. Dan moet ik alles uitleggen, en dat kan ik niet. Want ik snap zelf ook niets van.

Mijn ouders wisselen een verbaasde blik uit.

Na het eten sta ik zo snel mogelijk op, ik pak het boek en ren naar boven.

Daardoor zal ik straks wel een preek krijgen.

Op mijn kamer aangekomen plof ik op mijn niet opgemaakte bed.

De wind giert om ons huis heen en af en toe kraakt er iets.

Voorzichtig sla ik het boek open. Er zit geen briefje in.

Een gevoel van teleurstelling spoelt over me heen. Het is ineens zo heftig dat ik mijn deken over mijn hoofd wil trekken en nooit meer uit mijn wil bed komen.

Maar ik sla de eerste bladzijde om en begin met lezen.

1 uur, 2 uur... Het voelt niet meer alsof ik een boek lees, eerder alsof ik zelf in het boek ben en alles zelf meemaak.

Het gaat over een klein jongetje dat nooit langer dan 2 maanden op 1 plek heeft gewoond. Hij heeft geen vrienden en alleen zijn vader die hem overal mee naartoe sleept.

Over zijn gedachten en ideeën en het valt me op hoe slim hij eigenlijk is en hoeveel mensenkennis hij heeft.

Het is 2 uur s' nachts als ik het boek dichtsla. Het is uit. Met wijd opengesperde ogen kijk ik naar mijn plafond.

Het plafond waar ik al heel mijn leven naar kijk.

Plotseling spring ik overeind. Ik struikel over een stapel school boeken en strompel verder naar mijn rommelkast.

Het ding gaat piepend en krakend open. Eerst valt er een oude jurk uit, dan volgt de gitaar en tot slot wat schoenen die ik nooit meer aan doe.

Aan de zijkant staat mijn stapel met boeken. Mijn ogen vliegen over de kaften. Ik zoek een van mijn lievelingsboeken.

Met een aarzelende blik trek ik het uit de stapel, ik heb het lang niet meer gelezen.

Mijn vinger glijd langs de pagina's. Ja dit is het boek.

Ik leg het boek op mijn nachtkastje en knip het licht aan.

Zonder goed te weten waarom neem ik plaats aan mijn bureau. Ik pak een papiertje en een oude pen.

Weifelend kijk ik naar het papiertje, met de pen tik ik zachtjes tegen mijn wang.

15:30

Schrijf ik. Er verschijnt een lachje op mijn lippen.

Met nog steeds die lach op mijn gezicht stop ik het briefje aan het begin van het boek.

Morgen geef ik het hem.

The love you giveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu