36

135 1 6
                                    

POV Julie

Ik trek mijn gele regenjas iets strakker om me heen. De klok in de hal geeft kwart over 8 aan. 

Met mijn rugtas stevig over mijn schouder speur ik de mensenmassa af. Op de een of andere manier voel ik me een beetje opgelaten en zenuwachtig. 

Zodra mijn blik de zijne kruist voel ik mijn hart iets sneller kloppen. 

Hij staat nonchalant tegen de muur geleund. Zijn donkere haren vallen als een waterval over zijn ogen. 

Als hij me ziet duwt hij zich af en komt zigzaggend tussen de leerlingen naar me toe gelopen. 

Om zijn lippen hangt een oprechte glimlach.

Ik trek een beetje nerveus aan mijn donkerblauwe vest en ik moet iets omhoog kijken als hij voor me staat. 

'He.' Begin ik. 'Sorry van gister. Ik vond het super lief dat je langskwam en-' 

Hij peutert voorzichtig mijn vingers, die zich als een anker aan mijn vest klemmen, los. 

'Het maakt niets uit, echt niet. Ik kom vanmiddag wel mee, om sorry te zeggen tegen je moeder.' 

Een paar leerlingen om ons heen kijken ons verbaasd aan. De roddels glijden als een windvlaag door de hal. 

Mijn ogen zitten echter vastgepind in die van Levi. 'Ik hoop dat je het boek in ieder geval wel leuk vond.'

Hij prikt met zijn vinger in mijn zij. 'Het was een goed boek, niet dat jij daar iets van hebt meegekregen.'

'Dat is niet eerlijk!' Ik strijk vlug mijn vochtige haren uit mijn gezicht en bedek de blos op mijn wangen met mijn koude handen. 

'Slaap is gewoon belangrijk voor me.' 

Levi's ogen twinkelen als hij antwoord. 'Gelukkig maar dat je zo'n schone slaper bent.'

Als zelfs de puntjes van mijn oren rood kleuren, doe ik niet eens mijn best mijn rode wangen te verbergen. 

'Schone slaper?' Achter ons klinkt een grijnzende stem. 

Isabel tikt met haar telefoon op mijn schouder. 'Je bent alles behalve een schone slapen. De vorige keer dat we logeerde had ik een kwijlplek om mijn kussen.' 

Ik moet inmiddels zo rood zijn als een tommaat. 'Isa!' Ik geef haar een iets te harde duw en durf Levi amper aan te kijken. 

Ze kijkt grijnzend van mij naar Levi, ongetwijfeld trots op haar ongemakkelijke bijdrage aan het gesprek. 

'Ik ben Isabel.' Ze waait naar Levi. 

Levi knikt haar toe, terwijl hij zijn best doet het niet uit te proesten. 'Ik ben-.' 

Isabel kapt hem met een droog gebaar af. 'Doe geen moeite, ik weet allang wie je bent.' 

Nee Isabel! Onze normaal zo uitstekend werkende thelepatie laat me in de steek. Ze kijkt vrolijk grijnzend naar Levi. 

'Jij bent de geheimzinnige boekenwinkel jongen.' 

Levi's wenkbrauwen schieten omhoog, en ik kreun zachtjes. 'Isaa.'

'Je bent in ieder geval geen bedplasser.' 

Eindelijk houd Isabel haar mond en ik draai kreunend om naar Levi.

'Heel veel genanter kan dit toch niet worden.' 

Isabel doet een stapje terug en haar ogen hebben een gevaarlijke glans. Ze verheugd zich al op haar volgende woorden. 

'Nou het kwijl vind Levi vast niet erg, toch Levi? Als dat speeksel op je borst. Heerlijk!'

'ISABEL!' 

Gierend van het lachen draait ze zich om, op de vlucht voor mijn kwade blik.

Levi's mondhoeken krullen omhoog. 'De geheimzinnige boekenwinkel jongen?'

Ik dank hem op mijn blote knieën dat hij niet verder doorgaat op het kwijl verhaal. Met een glimlachje trek ik mijn boeken uit mijn kluisje.

'Hoe zou je jezelf dan omschrijven?'

Zijn warme adem kriebelt tegen mijn huid en ik raak helemaal afgeleid. 

'Geheimzinnige sterren jongen?' 

Ik druk sla mijn kluisje dicht en draai me naar hem om. De vlinders in mijn buik fladderen wild. 

'Dat had gekund, als je de weeffout in onze sterren ten minste had gelezen.'

Hij tikt op het boek in zijn hand. 

Er is niemand in de hal die het raar vind dat hij het boek meeheeft, de mensen die kijken, kijken allemaal naar mij. 

Zelf met mijn simpele blauwe vest lijk ik op te vallen. 

'Ik heb hem bijna uit.' 

Mijn ogen vinden Levi weer en ik vergeet de kinderen om ons heen. 

'Zo snel?'

Hij grijnst. 'Ik moet me toch op één manier kunnen uitsloven? Hoffelijkheid viel af na de confrentatie met je moeder.' 

Ik probeer met mijn ogen te rollen, terwijl ik naar zijn lippen staar. 'En ik maar denken dat je anders was. Maar toch uitsloven he, basic.' 

Hij trekt even aan mijn blauwe vestje en grijnst. Zijn donkere ogen zuigen me zowat naar binnen. 'Ik dacht dat je van basic hield?'

Hij drukt een zachte kus op mijn lippen, en ik vergeet dat ik mijn boek vast houd. Het boek valt op mijn tenen. 

Met een zwaai heeft hij het van de grond geraapt, en hij maakt een buiging. 'Tot uw dienst mevrouw.' 

Ik kijk blozend naar hem op. 'Ja, ik hou wel van basic.' 


The love you giveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu