Hoofdstuk 25

34 3 0
                                    

"Hoe was het werk vandaag?" vraag ik aan Oliver. We liggen even op het bed. Hij had net gedaan met werken en straks zouden we avondeten. "Lastig eerlijk gezegd. De Alpha heeft het niveau verhoogd van de trainingen. Er komen steeds meer dreigementen langs de grens binnen en het ziet er niet goed uit." zucht hij en wreef over zijn voorhoofd, een gebaar dat hij deed als hij vermoeid of gefrustreerd was. "Denk je dat er oorlog zal komen?" vraag ik zacht, bang voor het antwoord. Oliver ging rechtop op het bed zitten en zucht. "Eerlijk gezegd wel. Ik heb gezien wat er gebeurd is aan de grens. Er worden wolven vermoord en vreselijke dingen mee gedaan. Dat is een teken van oorlog." zucht hij en keek droevig in mijn ogen. "Ik zal er altijd voor zorgen dat je veilig bent, dat weet je toch?" zegt hij en legt een hand op mijn hand. Ik knik en lach naar hem. Even was het stil. "Wat is er gebeurd met de wolven aan de grens?" vraag ik nieuwsgierig. Ik zie dat Oliver aan het twijfelen is om het te zeggen. Hij had er duidelijk moeite mee. "Hun hoofd is op een stok gezet en met hun bloed schrijven ze kill of dood op de bomen." zucht hij en kijkt naar zijn handen. Voor even was ik in shock dat iemand zoiets kon doen. Ik leg mijn hand op zijn handen als troost en geef hem een knuffel. Hij had het er moeilijk mee want het waren ten slotte ook zijn roedelgenoten.

"Oh ik zie dat het al kwart voor 7 is, we zullen maar eens gaan eten." zegt Oliver en staat op. Eenmaal na het lekkere eten alweer hadden Oliver en ik besloten om nog eens te gaan lopen, weliswaar in mensenvorm natuurlijk. We lopen in rustig tempo rond maar het doet voor ons beiden goed. "Stop eens." zeg ik en stopte met lopen. "Is er iets? Heb je je pijn gedaan?" vraagt Oliver bezorgd. Ik lach om zijn reactie en schud direct met mijn hoofd. "Nee, ik zie dat je nood hebt om ook eens in wolvenvorm te lopen. Doe het maar als je wilt, het zal je goed doen." zeg ik en geef een kus op Oliver zijn kaak. Ik zie zijn ogen opfleuren, niet zeker of het door mijn woorden of mijn kus komt. Hij knikt en stapte enkele stappen achteruit voor hij verandert. En opnieuw staat er een grote bruine wolf voor mij met dezelfde lichtbruine ogen. Ik lach en aaide over zijn hoofd. Hij knikt met zijn hoofd richting de kant waar we net heen liepen, een teken om terug te starten. En dat doe ik ook. We lopen verder alleen is het voor Oliver eerder stappen.

"Dankjewel dat deed inderdaad goed." zegt hij en geeft mij een kus. We waren inmiddels al opnieuw op Oliver zijn kamer. Technisch gezien woon ik hier nu want ik heb sinds ons weekend niet meer op mijn eigen kamer geslapen. We besloten om ons snel te douchen voor we in bed kropen. En we vielen al snel uitgeput in slaap.

"Oliver!" roept iemand en komt onze kamer binnengelopen. Toen Oliver wakker werd en verward om zich kijkt ziet hij dat het Jace was. "Het is zover." zegt hij enkel en loopt snel terug naar de hal. Daarna begint een luid alarm af te gaan, ik denk wel voor heel de roedel hoorbaar. "Wat gebeurt er?" vraag ik verward en ben direct wakker. Oliver springt direct uit zijn bed en trekt zijn uniform aan van zijn werk. Ik volg hem en doe de kleren aan die het dichtste in mijn buurt lagen. "Oliver alsjeblieft, wat gebeurt er?" vraag ik angstig en neem zijn hand vast om zijn aandacht te vangen. Ik schrik van wat ik in zijn ogen zag. Ik zag angst, droefheid en woede. Zo had ik hem nog nooit gezien. Hij neemt mijn hoofd in zijn handen en kijkt mij recht in de ogen aan voordat hij een kus op mijn mond geeft. "Ze vallen ons aan. Pak je belangrijkste spullen. NU! Je moet hier weg voordat het te laat is." zegt hij direct en neemt een rugzak uit zijn kast. Snel begint hij enkele spullen van mij te nemen, vooral wat kleren. Ik neem mijn mobiel en de 2 foto kaders op zijn nachttafel. Het is 1 foto van mijn gezin van een jaar geleden en de andere is een foto van Oliver en ik. Hij geeft mij de rugzak en ik steek snel alles erin. Hij neemt mijn hand en trekt mij haastig mee naar beneden.

Toen we daar aankwamen was het een en al chaos.Iedereen loopt door elkaar heen. "Louise!" roept Oliver toen zevoorbij liep. "Jij brengt Estella en haar moeder naar de andereroedel." zegt hij en geeft zijn autosleutels aan haar. Ze knikt direct."Zorg dat ze veilig zijn." vervolgt hij en geeft haar een haastigeknuffel. "Mama kom hier." zeg ik toen ik ze zag naar beneden lopen.Oliver draait zich om naar mij. "Haast je voor het te laat is. Weet dat ikaltijd van je houd." zegt hij en geeft mij een lange kus op mijn lippen.Voor ik het wist loopt er een traan over mijn wangen. "Ik houd ook vanjouw Oliver." zeg ik met een gebroken stem. Daarna duwt hij ons 3 richtingde deur en loopt mee richting de auto. Snel stappen we in en rijden we weg,Oliver achterlatend.

Voorbestemde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu