Hoofdstuk 6

87 5 0
                                    

Oliver pov

Ik heb slecht geslapen, echt slecht. Ik loop naar beneden naar Miranda voor wat te eten. Het is al half 10 in de ochtend. Aangekomen in de keuken zie ik dat Jace en Cameron al aan het eten zijn. ''Wat zie jij er slecht uit.'' merkt Jace al direct op. Ik ben net in de keuken en dat ziet hij nu al? ''Slecht geslapen door gisteren.'' zeg ik chagrijnig terug. ''Het is echt raar dat mijn beste vriend smoor verliefd is op mijn beste vriendin.'' zegt Jace. ''En voor mij dan? Ze is mijn zus. Als jij haar iets aandoet, ik vermoord je, dat meen ik.'' zegt Cam. Ik moest lachen om zijn dreigement, maar het zorgde ook voor een goed gevoel. Ik ben zeker dat ze altijd veilig is met hem als broer.

"Oh ik heb een idee. Laten we anders een cadeau gaan halen voor Estella en haar gaan bezoeken.'' zegt Jace en heeft een grote glimlach op zijn gezicht. ''Goed idee, kom we zijn weg.'' zeg ik en ren naar de hal toe. Ik wil zo snel mogelijk naar mijn mate toe. ''Ik ga mee. Ik moet jouw vader nog eens spreken.'' hoor ik de Alpha zeggen. Hij kwam van boven en ging al naar Jace zijn auto toe. Cam, Jace en ik doen onze schoenen aan en lopen ook naar Jace zijn auto.

Eerst reden we naar het winkelcentrum om iets te zoeken. ''Waar houdt Estella van?'' vraag ik toen we de winkel in lopen. ''Dekentjes, kussens, knuffels, chocomelk en koekjes. Daar houdt ze het meeste van.'' zegt Cam en loopt al direct naar het eten toe. Jace en ik zocht dekentjes, kussens en een knuffel en lopen al richting de kassa. We namen alles samen en liepen met onze handen vol naar de auto. ''Ik wist niet dat jullie zó veel gingen meenemen. Ik heb gewoon simpel een kaartje.'' zegt de Alpha verbaast. ''Dat komt goed uit, want die hadden we nog niet.'' zegt Jace en toen vertrokken we allemaal richting het ziekenhuis. Eenmaal aangekomen gingen we eerst haar kamernummer vragen en toen na enkele trappen stonden we voor haar kamerdeur.

Estella pov

De verpleegster is net mijn eten komen brengen. Kort nadien hoor ik zacht geklop op de deur. Wanneer ik opkijk zie ik al snel wie het is. "Ik hoop dat we niet storen?" hoor ik Jace zeggen. Met een volle mond doe ik teken met mijn hand dat ze binnen mogen komen.

"We komen kijken hoe het met je gaat." zegt de jongen die ik herken van gisteren. "Ik ben Oliver, de beste vriend van Jace." vervolgd hij. Ik glimlach door hoe schattig hij is. "Oh en we hebben cadeautjes mee voor je." zegt Lucas, de Alpha daarna. "Dank jullie wel! Dat hoefde helemaal niet. En alles gaat goed eigenlijk met mij. De dokter komt straks nog eens kijken en dan zou ik normaal naar huis mogen." Natuurlijk is dat niet mijn huis waar ik naartoe kan. Mijn vader liet me al weten dat we voorlopig verblijven bij Jace tot ons huis gerepareerd is.

Nu pas zie ik dat ze mijn lievelingsdingen als cadeautje hebben. Ik lach en kijk richting Cameron. Wat kent hij mij toch goed. "Nu ik eraan denk, waar zijn mam en pap?" vraagt Cameron met een schuin hoofd. Dat doet hij altijd als hij iets vraagt. Doordat ik hem al zolang ken kunnen we ook communiceren zonder woorden. Een groot voordeel dus. Een paar maanden terug hadden mijn ouders ruzie en het avondeten was zo stil en ongemakkelijk. Ik en Cameron waren eigenlijk voortdurend met elkaar aan het 'praten'. Het was meer zo iets als: is alles oké? Je ziet er triest uit of ik vind deze situatie niet leuk. "Mam en pap zijn even gaan wandelen en ook iets gaan eten. Ze zouden zo terug moeten zijn."

We worden verstoord door een klop op de deur en ik zie de dokter al binnen komen. Hij vraagt of iedereen op de gang wil wachten zodat hij de laatste onderzoeken kan uitvoeren. Hij vraagt of ik mij goed voel, hij luistert naar mijn longen en laat weten dat mijn bloedresultaten in orde zijn, dus dat ik mij kon uitschijven aan de balie.

Nadat iedereen terug binnen was hielpen ze mij met enkele spullen te nemen, wat niet veel was. Ik belde mijn ouders dat ik naar huis mocht en die bleken net terug toegekomen te zijn in het ziekenhuis. Nadat we alles geregeld hadden aan de balie liepen we richting de uitgang. "Ik denk dat we wel een probleem hebben voor vervoer. Aangezien er maar 1 vrije plaats is in de auto." merkte Lucas op. "Geen probleem. Wij moesten toch nog dingen gaan regelen voor ons huis." antwoord mijn vader. We nemen afscheid van elkaar en lopen elk een andere richting uit. We komen toe aan Jace zijn auto. Jace zit aan het stuur met zijn vader naast hem. Ik zit in het midden achteraan in de auto met langs mijn linkerzijde Cameron en rechts Oliver. Het moest zo van Jace omdat hij anders niet door de achterruit zie doordat de jongens zo groot zijn. Wat ik vreemd vind is dat Cameron dit niet zo leuk vindt.

Voorbestemde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu