Hoofdstuk 12

56 4 0
                                    

"Als jullie uitgepraat zijn, laat het mij weten dan kom ik om jouw." zegt Jace en stapt zijn auto in. Het is maandag en school is net gedaan. Ik had afgesproken met Elena om iets te gaan drinken. We gingen naar het koffiehuis dicht bij school.

Nadat we beiden een chocomelk hadden gekregen begon Elena met spreken. "Dus zeg eens, wat is er gebeurd dit weekend. Ik was zo bang toen ik je huis zag." "Vrijdagavond kwam ik thuis van bij Jace en er was niets aan de hand. Ik was blijkbaar mijn telefoon bij hem vergeten want ik kon die niet vinden maar vond het niet zo erg. Midden in de nacht werd ik wakker van de warmte. Toen ik om mij heen keek was alles verlicht. Toen zag ik de vlammen. Ik denk dat ik te snel opstond uit mijn bed en was in paniek. Ik herinner mij nog dat ik zwaar begon te ademen en toen werd alles zwart voor mijn ogen. Ik werd wakker buiten bij mijn ouders en Jace was er ook. Hij zei dat hij mijn telefoon kwam brengen omdat je het vroeg. Daarna ben ik naar het ziekenhuis gevoerd en de volgende namiddag mocht ik naar huis." "Waar verblijf je dan nu? Bij Jace toch?" "Ja onze vaders zijn oude vrienden en hij stond erop." lach ik. "Je zou ook bij mij terecht kunnen. Altijd Estella. Misschien kunnen we een slaapfeest geven met ons drie. Jace jij en ik." lacht ze. "Dankjewel. Ik zal het onthouden" glimlach ik.

"En hoe is het met de jongen waar je verliefd op bent?" vraag ik om het onderwerp te veranderen. "Ooh hij is zo lief" verder hoor ik het niet meer. Mijn gedachten gaan naar Oliver uit. Wat zou hij denken over mij? Denkt hij nu ook aan mij? Hoe zou onze toekomt eruit zien? Ik wil hem graag beter leren kennen want ik ken hem niet zo goed. En blijkbaar zijn we voor elkaar gemaakt. Die gedachte laat mijn hart verwarmen. Ik wou vroeger zo graag een mate toen mijn vader erover sprak. Maar nu wil ik niets liever dan hem, ook al ken ik hem niet.

"Het was leuk om nog eens te drinken samen. Ik zie je morgen. Dag!" zegt Elena en loopt richting haar huis. Ik wachtte nog even tot Jace er was wat ieder moment kon zijn. En ik had gelijk. Ik zie zijn auto de straat al inkomen. "Hoe was het?" vraagt hij toen ik in was gestapt. "Het was gezellig." antwoord ik. "Laat me raden, ze begon over die jongen. Bryan toch?" lacht hij. "Ja en ik weet zijn naam niet. Maar het kan wel" "Je hebt niet geluisterd." beschuldigt hij. Ik lach en hef mijn schouders op. Ik zie in mijn ooghoek dat hij zijn hoofd schud.

Bij het avondeten zitten we meer door elkaar. Ik zit bij Jace in de buurt maar helemaal aan de andere kant van de tafel zit Oliver. Tijdens het avondeten zoek ik oogcontact met hem. Ik wil hem graag beter leren kennen en wil dingen vragen aan hem maar het kan nu niet door al deze afstand. Hij kijkt even op maar vanaf dat onze blikken elkaar kruisen, went hij de zijne weg. Ik frons mijn voorhoofd. Wat doe ik verkeerd? Wil hij mij niet als mate? Ik voel pijn in mijn hart. Ik ben dan geen wolf maar de gedachten alleen al breekt mijn hart. 'Als mates elkaar afwijzen dan sterven ze door verdriet' zei mijn vader ooit. Ik kon zijn woorden toen niet geloven, maar nu wel. Ik zie Jace medelevend naar mij kijken en zie hem vervolgens bemoedigend glimlachen. Maar het enige wat ik kan doen is niets. Ik kijk maar naar hem en probeer te lachen maar mijn lichaam kon het niet. Uiteindelijk laat ik mijn blik dalen naar mijn eten. Ik had geen honger meer en kreeg niets meer door mijn keel. Toen iedereen gedaan had met eten was Oliver de eerst die van tafel ging. Hij liep direct naar boven zonder nog een blik aan mij te gunnen.

Voorbestemde liefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu