Ik sla me hand voor me mond. Nee, dit kan niet, ik verbeeld me. Ik loop dichterbij naar de bureau. Ik bekijk mijn portemonnee. Dit is mijn portemonnee. Shit. Nee. Ik loop ziedend naar de badkamer en bons hard op de deur. "Victor, doe verdomme die deur open! Nu!" Schreeuw ik. "Ik zei, nu! Doe die freaking deur open!" Schreeuw ik. Ik zie dat de deur van het slot wordt gehaald. "Jemig, wat is er met jouw gebeurd? Te veel engergie blikjes op?" Zegt me broer. "Wat is er gebeurd? Jij weet dondersgoed wat hier aan de hand is! Wie denk je wel niet dat je bent? Je hebt gewoon mijn fucking portemonnee op je bureau liggen! Hoe dom kun je zijn?!" Schreeuw ik. Ik grijp naar me hoofd. Mijn moeder komt aan rennen. "Siara, lieverd, je mag niet zo druk doen. Anders gaat je bloeddruk omhoog en dan moet je weer naar het ziekenhuis." Zegt me moeder. Ik knik en me moeder loopt weg. Ik kijk me broer nog steeds boos aan. "Nou, antwoord dan!" Ik zie dat me broer voor me neud de deur dicht slaat. Ik hoor dat me broer aan het snikken is. Wat? Mijn broer aan het huilen? Ik besluit om het te laten gaan. Ik loop weer terug naar mijn kamer. Ik kijk zoekend rond. Waar is Shaden? Ik loop naar beneden. Ik zie dat de chocolade taart is gevallen. Ook dat nog! Ik zie dat me oma me aan kijkt. "Sorry lieverd, hij glipte zo uit me handen." Zegt oma bijna huilend. "Ach, het is ook niet zo erg, Richard haalt vast wel een nieuwe taart, toch Richard?" Zeg ik met een ondeugende glimlach. "Nou vooruit!" Zegt hij.
"Ik ben thuis!" Hoor ik Richard roepen vanuit de gang. "Yeah!" Roepen we allemaal. "Waar is Shaden eigenlijk?" Vraag ik. "Die was naar huis, ze was niet lekker!" Ik knik. Morgen ga ik wel even langs, denk ik. Richard komt aan lopen. "Waar is de taart?" Vraag ik. "Nou, ja, uhm, de bakker had geen taarten meer." Zegt Richard. "Wat? Dat wordt dus geen taart." Zeg ik teleurgesteld. Damn, nooit is het een keer leuk in huis. Ik hoor ineens de deurbel gaan. "Ik ga wel." Zeg ik. Ik loop naar de deur en open hem. Ik schrik. Ik zie gewoon op de stoep een taart staan. "Mam, er staat een taart op de stoep!" Zeg ik. "Wat," Me moeder komt aan hollen. "Nou, dat is pas geluk hebben!" Zegt ze. "Nou, waar wacht je nog op? Pak die taart op!" Zegt me moeder. Ik kijk me meoder raar aan. "Mam, er staat een taart op de stoep!" Zeg ik. (Trouwens wel in een kartonnen doos, waareen taart altijd in zit.) "Nou en, pak op!" Ik gehoorzaam me moeder en pak de taart op. Ik leg hem op het aanrecht en open de doos. Ik zie dat de taart al in stukjes is gesneden, op een stuk taart staat mijn naam. "Nou, lieverd, die is zo te zien voor jou. Ik pak een bordje en zet het taartje er op. "Mam, ik eet het boven ik moet nog huiswerk maken." Lieg ik. Ik loop met het taartje naar boven. Ik ga aan me bureau zitten. Ik neem een hap. Gadverdamme. Ik spuug het meteen uit. Ik proef het as van sigaretten. Ieuw. Ik maak de taart soort van 'open' Ik zie dat er een hele laag met sigaretten as mee onder zit. Ik gooit het raatje weg. Wie doet nou zo iets? Shit, mama. Zij eet de taart nu! Ik open de deur en ren naar beneden. Ik stop. Mijn moeder en oma en oma zitten samen met Richard lekker te genieten van de taart. Wat? Ik loop naar beneden. Ik doe net alsof ik nog een stuk wil pakken. Ik bekijk de taart. Niets. Hé? Dus dan zat dat spul alleen in mijn stuk taart! En hoe weet die gene dat ik Siara heet?! Nee, nu wordt het allemaal een beetje te veel!
Ik hoor dat Victor de douche uit komt. Ik ren naar boven. Ik zie dat hij in ze kamer is. Ik wacht een minuutje totdat hij is omgekleed. Ik hoor wat gerommel. Ik klop op zijn deur. "Binnen," Zegt hij. Ik open de deur voorzichtig. "Wat moet je?" Vraagt Victor. "Rustig, ik wil met je praten." Ik ga zitten op zijn bed. Victor komt naast me zitten. "Wat," Vraagt hij. "Waarom heb je met Paisley en waarom heb je mijn portemonnee?" Vraag ik bang voor het antwoord. "Dat kan ik niet zeggen, Siara, anders ga ik er aan." Zegt Victor. "Door wie?" Vraag ik weer. "Dat wil je niet weten, en dat kan je ook niet weten, sorry."
JE LEEST
My Life With A Stalker. Voltooid
Genç KurguIk, Siara, ben een doodgewoon meisje. Ik ben niet speciaal, maar ik ben ook niet onbekend. Ik vind mijn leven gewoon goed genoeg. Ik zit op een goede school, heb een geweldige broer en mijn ouders zijn nog bij elkaar. Wat mis ik nog? Maar plotselin...