☽ ⋆ 68 ⋆ ☾

129 17 8
                                    

De balans is herstelt. De storm is gaan liggen, de entiteiten zijn verdwenen, de brug is dicht; het universum is vredig.

Hij merkt het zelf ook. Binnenin zichzelf. Men heeft hem altijd verteld dat hij weinig intuïtie heeft, weinig gevoel heeft voor magie, meer op zijn vader lijkt, maar hij heeft het altijd betwijfeld; hij voelt dingen aan.

Er is iets verschoven in de wereld. En het heeft rust gebracht.

Hij kijkt naar de ring waar hij mee speelt. Een vijfpuntige ster, gegoten in witgoud; een soort keten die hij eindelijk af heeft mogen doen. Heel zijn leven is bepaald door heksen die meer magie bezaten dan hij, maar nu is hij eindelijk vrij. Het maakt niet meer uit hoe goed ze waren, hoe sterk hun intuïtie was; hij hoeft niet meer naar ze te luisteren, niet meer tegen ze op te kijken, niet meer zichzelf hoeven te overtuigen van een valse hoop dat zij misschien de leegte kunnen vullen die hij altijd gevoeld heeft. Nee. Het is nu zijn leven. En hij gelooft niet meer in heksen. Niet zoals hij deed, in ieder geval. Niet in de heksen waar hij eerder in geloofde.

'Wat is er?'

Hij kijkt op. Vroeger deed hij altijd alsof hij haar naam niet wist, maar hij kent haar naam al vanaf het moment dat ze bij hem in de klas zat. Ruth.

Hij houdt de ring op. 'Afgeblazen. Mijn vader vindt Sybil ongeschikt en te labiel.'

Ruth lacht. 'Eindelijk. En nu? Vrijgezellenfeestjes geven?'

Hij glimlacht flauw en stopt de ring in zijn binnenzak. 'Eerst de ring terug geven en dan...' hij haalt zijn schouders op, 'nou, vooral... uitvinden wie ik zelf ben, denk ik.'

'Wat bedoel je?'

Het is wel een beetje eng. Hoe begripvol ze soms kan kijken. Soms is hij bang dat hij te veel zegt. Hij houdt er niet van om anderen te belasten met zijn problemen.

'Gewoon.'

'Gewoon...?'

'Nou ja...' maar misschien is dat het enige wat hij nooit gedaan heeft: zich openstellen aan de juiste personen. 'Je weet wel. Met mijn moeder enzo... ik weet niet. Ik keek altijd zo tegen haar op.' Hij haalt zijn schouders op. 'Het enige wat me ooit een doel heeft gegeven is me focussen op heksen die ik eigenlijk niet ken zodat ik kan vergeten wie ik zelf ben. Nu hoeft dat niet meer.'

Ruth glimlacht. 'Keek je tegen Sybil op?'

'Ja,' zegt hij. 'Wie niet?'

'En...' maar ze durft het niet te vragen. Ze aarzelt. 'En Eris?'

'Ja.'

Ze knikt. Ze peutert aan haar vingers.

'Maar op een andere manier dan mensen dachten,' zegt hij vlug. 'Ik weet niet. Ik ben nooit verliefd geweest op Sybil. Ook niet op Eris. Ik dacht gewoon... nou... als ik ze kan snappen, dan kan ik mijn moeder snappen, en als ik mijn moeder kan snappen, dan kan ik pas mezelf snappen. Slaat dat ergens op?'

Ruth glimlacht. 'Dat weet ik niet,' zegt ze. 'Maar als jij vindt dat het ergens op slaat, dan doet het dat, niet? Daar heb je mijn mening niet voor nodig.'

Hij slaat zijn ogen neer en glimlacht.

'Ja.'

'Ja,' zegt ze. Ze twijfelt, kijkt dan op. 'We gaan zometeen naar Fortuna, als je mee wil?'

'Wat?'

'Met Leaf en Tillie en Fiona.'

Hij kijkt in haar blauwe ogen. Ze staan onzeker. Ze kauwt nerveus op de binnenkant van haar mond.

Hij knikt vlug. 'Ja,' zegt hij. 'Ja, eh- natuurlijk. Lijkt me leuk.'

'Oké,' zegt ze, opgelucht. Haar wangen zijn rood.

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu