☽ ⋆ 61 ⋆ ☾

134 19 4
                                    

Het meifeest nadert en Evanders woorden blijven in mijn hoofd rondspoken.

Eerst lijkt het een onmogelijk idee: een idee wat leuk in theorie is, maar nooit uitgevoerd zal worden. Ik oefen mijn optreden met de zonneheksen zoals ze willen, ook al blijf ik telkens achter met een steek van frustratie na elke keer dat we oefenen. Telkens als mijn korte stukje aan elementbuigen komt, denk ik het: ik zou het hele optreden kunnen overnemen.

Ik probeer het niet uit. Aan de ene kant wil ik gewoon geen aandacht meer naar me toe trekken en geen problemen meer, zoals Ruth me gezegd heeft; aan de andere kant is daar echter nog steeds die drang om mezelf te bewijzen, om men te laten zien hoe goed ik in het elementsturen ben en hoe goed het idee van me was om er mee te beginnen - dat ik, die simpele bosheks zonder familie, dit kan bereiken.

Het is zoals Evander het zegt.

Sybil is weg. Het zou nu mijn tijd kunnen worden om te schijnen.

Toch voelt het slecht. Ik wil niet dat Sybil weg is en haar plaats overnemen voelt als het de werkelijkheid in spreken dat ze misschien wel een hele lange tijd weg kan blijven. Maar aan de andere kant...

Zou het Aether afschrikken als ze merkt dat die naïeve bosheks die ze in de val gelokt heeft dít kan?

Waarom blijf ik Sybil en Aether als twee verschillende personen zien?

Ik zucht. Ik let alleen niet op het feit dat ik in Zephyrs les zit.

Ik schrik op uit mijn gedachten als hij opeens stopt met praten en zijn blik op me richt. Mijn zucht was harder dan ik verwacht had. Ik zie Tillie naast me wegkijken; ze probeert haar gniffel te verstoppen.

'Foxglove?'

'Sorry,' zeg ik vlug. 'Dat ging niet- dat was niet voor u of zo. Ik-'

Mensen beginnen te lachen om die opmerking. Zephyr waardeert de humor niet.

'Als hij niet voor mij was, voor wie dan wel?'

Ik zwijg. Ik wil eigenlijk zuchten om het feit dat hij me dat vraagt, maar ik weet me in te houden.

'Nou, zeg op,' zegt hij.

'Het spijt me,' zeg ik.

'Dat vroeg ik je niet.'

Dan raak ik lichtelijk geïrriteerd.

'Ik was gewoon aan het nadenken.'

'Het leek belangrijk. Waarom deel je het niet met de klas?'

'Nou, nee- ik ben gewoon moe.'

'Waarvan? Zuchten in de les? Staren? Niet opletten? Niks doen?'

'Ik doe- ik doe heus wel wat,' zeg ik. 'Mijn resultaten laten het zien.'

'Hebben we nu ook een grote mond?'

Ik laat mijn kaken op elkaar vallen, zucht en kijk weg. Ik heb hier geen zin in.

'Die had ik al,' mompel ik.

'Sorry?'

'Die had ik al,' zeg ik.

'Meld je bij je overste.'

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu