Ik blijf langer bij Sybil dan ik verwacht. We hebben het leuk.
Isobel weet dat ik hier ben en daarom blijf ik eten als Sybil dat vraagt. Dan laat ze maar haar kamer zien: de kleine logeerkamer, op de verdieping van Nyxa's kantoor, na die trappengang vol spiegels, die bijna eng bekend voelt nu ik hem zo vaak in mijn dromen heb bewandeld. Huize Black doet met me wat het de eerste keer ook deed: het geeft me koude rillingen.
Het zijn geen goede rillingen. En ik weet zeker dat Sybil ze tien keer zo sterk voelt en daarom de hele dag lang in haar nachtjapon loopt.
Hoewel ze me er de hele tijd van blijft verzekeren dat ze zich goed voelt, merk ik al snel hoe moe ze is. We besluiten om huiswerk te gaan maken. Ze leest niks van wat we moeten doen en daarom probeer ik het voor te lezen. Ook dat wordt niet goed ontvangen.
Die avond zit ik, in het licht van het maanlicht dat door het raam valt, verstijfd op mijn plek, op Sybils bed, met een dik geschiedenisboek in mijn schoot en haar slapende hoofd tegen mijn schouder.
Haar hoofdgebaren van net waren dus blijkbaar niet zij die opeens enthousiast begon te knikken om mijn geschiedenisverhaal: ze was aan het knikkebollen omdat ze in slaap zou vallen.
Ik kijk naar haar opzij. Haar ogen zijn gesloten en haar ademhalingen zijn diep. Ik ben gestopt met voorlezen. Ik weet niet wat ik moet doen.
'Sybil,' fluister ik.
Ik beweeg zachtjes met mijn schouder, maar het wekt haar niet.
'Sybil,' fluister ik weer. 'Word wakker.'
Ze doet niet wat ik zeg. Ik weet ook niet of ik het heel erg vind: het is meer de tijd en plaats. Ik moet zo naar huis, en ik weet niet of ik haar hier gewoon moet laten liggen, weg moet sluipen, of haar wakker moet maken en haar gedag moet zeggen.
Ik zucht. En ik blijf daar nog even zitten: een even die misschien iets langer is dan een even zou moeten zijn; een even waarin ik me afvraag waarom ze me niet gewoon vertelde dat ze zo moe was. Of wilde ze nog geen eind aan deze avond maken?
Ik kijk op haar slapende gezicht neer en glimlach zwak. Ik leg het boek echter aan de kant, wurm mijn schouder onder haar weg en zorg er voor dat ze zachtjes op het bed zakt met haar hoofd. Ze slaapt verder. Ik sta zachtjes op van het krakende bed en kijk dan naar haar om om te checken of ze niet gewekt is.
Ik zucht zacht als ik haar nog steeds zie slapen. Ik gok dat ik beter kan gaan.
Het is alsof het universum me soms toespreekt.
Het zijn niet mijn eigen gedachten: dat kunnen het niet zijn, want het idee dat ik in mijn hoofd krijg als ik haar slaapkamer uitloop, is een idee waar ik de hele avond nog niet over nagedacht heb.
Het komt zo opeens in me op als ik zie dat het kantoor van Nyxa op een kiertje staat.
Ik sluit Sybils slaapkamerdeur zachtjes. Mijn hart bonkt terwijl ik daar blijf staan met de deurklink in mijn hand en nadenk: dit is een slecht idee. Ik kan dit beter niet doen.
Toch wíl ik het doen.
Maar ik aarzel. Ik heb Sybil voor dit plan nodig. Als ik het echt wil uitvoeren, dan kan ik het haar het best vragen.
Maar wat als ze niet akkoord gaat?
Ze kan me niet tegenhouden nadat ik het gedaan heb, maar wel er voor.
Ik laat de deurklink zachtjes los. Mijn hart heeft nog helemaal geen besluit gemaakt, maar mijn benen lopen als vanzelf naar het kantoor toe. Ik glip er binnen. Ik kijk naar de boekenkast.
Er mist één boek in de rij van Nyxa's dagboeken en dat is het boek wat op dit moment op mijn bed in Isobels huis ligt. Mijn ogen glijden echter naar een ander boek: naar het laatste boek in de rij.
JE LEEST
Het Element
FantasyEris Foxglove is een heks. Ze groeit als een wees op in het Schotland van de late 19e eeuw. Volgens de nonnen in het weeshuis, heeft ze heidense gewoontes waar ze maar niet van af lijkt te kunnen komen, hoe hard ze zelf ook probeert of gestraft word...