☽ ⋆ 33 ⋆ ☾

156 21 6
                                    

Mijn vriendschap met Sybil wordt in een vlaag van impulsiviteit besloten, maar mijn besluit stelt me niet teleur.

De vakantiedagen glijden voorbij. Niet snel; niet langzaam; maar zeker soepel. Ik breng veel uren na zonsondergang door in de lege bibliotheek, lezend over Aether, en als ik dan een keer op de grauwgrijze dag wakker word, hangt Sybil vaak ergens rond die de rest van mijn dag opvult met schaakspellen, kaartspellen, haar vele verhalen, wandelingen in het bos, haar vele opmaakspullen en wat ze ook verzint om te doen; ik leef gewoon in haar magische wereld mee en hoewel ik altijd nog een beetje alert ben in haar buurt, merk ik na een tijdje dat ik haar aanwezigheid niet erg vind.

Nee, ik vind haar aanwezigheid juist leuk.

'Maar je weet wat het betekent?'

'Ja, natuurlijk.'

We zitten in de eetzaal voor het middageten. Ik heb Moeder Overste niet meer zien rondlopen, dus ik gok dat er weinig te vrezen is. De winter is met de deur in huis gevallen: de sneeuw ramt buiten tegen de ruiten aan en smelt in dikke plakkaten naar beneden. Alle haarden branden en draaien overuren, maar de kou is haast niet buiten te houden in een gebouw zo groot als deze. Ik draag mijn jas al dagen.

'Maar... als we allebei precies dezelfde plaatsingen hebben, betekent dat dan niet dat we hetzelfde persoon zouden moeten zijn?'

'Nee. We hebben gewoon een soortgelijk patroon in ons leven.'

Het makkelijke aan in Sybils buurt zijn, is dat ze het meeste al wel over me weet omdat ze alles over iedereen weet. Ik hoef geen geheimen voor haar te houden, ik hoef geen verhalen te vertellen, geen dapperheid te hebben zoals Ruth had toen ze haar verhaal aan mij vertelde: ze vogelt alles over me in een zwijgende stilte uit en dat zou me misschien moeten afschrikken, maar dat doet het niet; het maakt alles juist makkelijker.

'Patroon?'

Ze knikt. 'Onze sterrenbeelden komen anders tot uiting omdat we onder andere omstandigheden geleefd hebben.'

Ik houd mijn hoofd een beetje schuin. 'Ja. Tuurlijk. Dit klinkt als Lady Sinistra's zweverigheid. Ik weet niet of ik wel zo sterk in sterrenbeelden geloof.'

Ze haalt haar schouders slechts op.

Het wakkert mijn nieuwsgierigheid aan.

'Oké,' zeg ik. 'Noem één ding aan onze geboortekaarten dat zou kunnen bewijzen dat astrologie ergens op slaat?'

'Onze maan is in waterman,' zegt ze. 'Een lastig maanbeeld om te hebben. Een eenzaam maanbeeld: je voelt je anders dan de rest, al heel je leven lang. Jij kwam op de wereld als wees van een heks met een religieuze achtergrond; ik kwam op de wereld als de laatste maanheks van een generatie. Onze problemen zijn niet hetzelfde, maar ze hebben als hetzelfde gevoeld: we voelen ons onbegrepen, en daardoor heel eenzaam. We zijn te individualistisch, te anders, te... raar om begrepen te worden in ons gevoel, en daarom hebben we vaak de neiging om ons gevoel niet te voelen. We rationaliseren ons gevoel, gaan er boven staan en gaan dan weer verder omdat dat makkelijker is dan het voelen van ons gevoel.'

Er valt zo'n stilte die pijnlijk is: een stilte waarin het geluid nagalmt van de spijker die zij zojuist recht op zijn kop geslagen heeft met die woorden. Alles wat ze zegt, klopt: het is precies hoe ik me heel mijn leven gevoeld heb.

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu