☽ ⋆ 50 ⋆ ☾

116 21 2
                                    

Alawa lacht als ze mijn handen ziet.

'Had je het zo koud dat je je handen in de haard hebt gestopt?'

'Hm.'

We staan in de studieruimte bij het bezweringslokaal. Alawa zit aan een tafeltje met Iris. Er zijn veel mensen, maar het maakt niet uit: iedereen kakelt zo druk door elkaar over - vooral Valentijnsdag - dat niemand mijn rode handen opmerkt.

'Kan je ze helen?' vraag ik.

'Jawel, maar ik vraag me gewoon af wat je gedaan hebt.'

'Doet het er toe?' zeur ik. 'Ik vertel het wel nadat je ze geheeld hebt.'

Alawa lacht. 'Dat geloof ik niet.'

Ik zucht. Ik heb geen zin om het haar te vertellen en ik lijk het ook niet te hoeven: ze leunt naar voren en verlaagt haar stemvolume.

'Met vuur gespeeld?'

Ik zwijg, kijk naar Iris, die me metend bekijkt terwijl Alawa grijnst.

'Misschien een beetje.'

'Aha.' Ze houdt haar handen op. Ik leg de mijnen er in. 'Nou, goed, voor deze ene keer dan.'

Ze knijpt in mijn handen. Het brandende, kloppende gevoel van pijn welt even op en zakt dan weer af in een aangename, koude vlaag die door mijn handen trekt en de pijn doet verdwijnen. Ik knijp in mijn gezonde handen en bekijk ze.

'Bedankt,' zeg ik.

'Ja, geen probleem,' zegt ze. 'Maar ga je me nu vertellen wat je precies aan het doen was of...?'

'Ik eh- ik... gewoon...'

'Wat denk je zelf?'

Ik kijk een beetje verward om als er zich een stem in ons gesprek mengt dat zich nooit in ons gesprek mengt. Dragomir.

'Wat?'

'Ik zag je,' zegt hij. 'Net. Buiten. In de sneeuw. Ik denk dat je interesse in vuur niet uit het niets komt.'

'O.' Ik weet waar hij op doelt, maar ik besluit hem af te kappen voor hij kan beginnen. 'Als je een oogje op me hebt, dan mag je me ook wel gewoon een brief sturen hoor. Dat hoeft allemaal niet zo stiekem.'

Alawa lacht. Dragomir lijkt ongeamuseerd.

'Nee, bedankt,' zegt hij. 'Ik hecht niet veel waarde aan puurheid, maar met iemand gaan zoals jij gaat me te ver. Ik wil geen ziektes.'

'O.' Alawa rolt met haar ogen. 'Doe normaal. Ga anders maar weer naar Ophelia. Alsof je daar geen ziektes van krijgt.'

Dragomir snuift en lacht. 'We zullen zien, hè? Ondertussen Evander in de gaten houden, of hij geen ziektes oploopt. Of niet?'

Hij kijkt naar me opzij. Ik zwijg. Ik heb hier geen zin in. Alawa bekijkt het gesprek vragend.

'We waren gewoon aan het wandelen,' zeg ik.

'Ja,' zegt hij, alsof hij er weinig van gelooft. 'Hebben ze je in die godvrezende kloosters nooit geleerd om met je handen van andermans man af te blijven? Of- nou, ik gok dat het niet de eerste keer is.'

'Waar bemoei jij je überhaupt mee?' vraag ik.

'Ik vind het gewoon een beetje... onbeschoft.'

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu