De sneeuwstormen blijven aanhouden. De deuren worden wel drie keer per dag ontdooid, maar de winter houdt stevig vol en blijft terugvechten. De sneeuwlaag op de grond groeit met de dag. Het maakt het elementsturen nog uitdagender dan het al was. Op dagen waarop de sneeuw met bakken uit de lucht valt en de wind om zich heen klauwt, vertellen we de leerlingen om niet te komen. Er komen dus opeens weer veel middagen vrij, en die middagen worden doorgebracht bij de brandende haarden, die de enige bron van warmte lijken te zijn op deze school.
De rest van de wereld, is namelijk kil en koud.
Ik ben achter veel dingen over mezelf gekomen sinds ik hier ben, maar één ding wat me echt duidelijk wordt in die ijskoude winterdagen, is dat ik toch echt bar slecht tegen afwijzing kan als ik niet degene ben die afwijst. Sybil verschijnt af en toe in de school, maar als ze verschijnt, dan gaat ze weer op haar oude plaats in de eetzaal, bij de zonneheksen zitten. Het frustreert me. In mijn binnenste staat er een soort kind te trappelen om haar te vertellen over alles wat ik gezien heb in die glazen bol, maar tegelijkertijd is dat kind in me bang om het geheim dat ik weet te openbaren, en al helemaal nu ze me zo lijkt te ontlopen. Als ik goed bij mijn gevoel kon komen, dan zou ik gewoonweg kunnen zeggen dat ik het jammer vind dat ze niet meer de vriendschap lijkt te willen die we aan het bouwen waren, maar het ding is, dat ik niet goed bij mijn gevoel kan komen.
Ik vind mijn weg, ondanks de dikke laag sneeuw, nog wel eens alleen naar het meer, als niemand er is en niemand me kan storen. De enige groene boom in het bos lijkt moeite te hebben om zijn groene blaadjes te combineren met de vrieskou en ik vrees dat de hele boom binnen een jaar dood is, maar ik weet niet hoe ik mijn element moet terugdraaien. Daarom gebruik ik de boom nu hij nog leeft.
Ik sta stevig op de sneeuw op het meer. Mijn schoenen zijn diep weg gezakt in de kou en mijn vingers zijn versteend, maar de wind kan me niet van mijn voeten slaan. Mijn haren waaien in mijn gezicht en mijn kleding klappert terwijl de sneeuwvlokken mijn huid in kou bijten. Ik hou mijn handen op naar de boom. Alle energie, alle kracht, alle magie die ik heb, wordt op dit moment op die boom afgestuurd. Ik heb me nog nooit zo hard ingespannen.
Mijn hart bonkt boos. Mijn aardelement is moeilijk te vinden en telkens neemt mijn woede naar mijn mislukte vriendschap met Sybil toe. Wat is er mis gegaan? Wat heb ik fout gedaan? En waarom kan ik haar niet goed loslaten?
Ik schreeuw van inspanning als ik mijn beide armen naar links buig en de boom in mijn energie meetrek. Ik luister naar het harde gekraak en gekreun van het hout en zie dan dat ik de enorme boom voor me scheef heb gezet met mijn gedachten.
Ik adem driftig uit en veeg een snottebel onder mijn neus vandaan. De sneeuw slaat tegen de stam van de boom aan. Ik probeer op adem te komen, zet mijn schoenen opnieuw stevig in de sneeuw, negeer de aanzwellende wind, keer terug naar mijn binnenste aardelement en verbind mezelf met de energie van de boom. Ik voel de pulserende warme.
Ik ruk mijn linkerhand aan de kant. De linkertakken van de bomen volgen mijn beweging. Ik ruk mijn rechterhand aan de kant. De rechtertakken van de bomen volgen mijn beweging. Dan trek ik de takken van beide kanten in een krachtig gebaar naar weerszijden toe door mijn armen te spreiden.
De takken van de boom slaan tegen de andere bomen aan. Ik hoor het gekraak van het hout, de zucht van de linker, dunnere boom, die uit balans raakt door de harde stoot, naar links helt en dan scheurend en knappend verliest: de boom valt om. Ploft in de sneeuw.
Het lucht niet op om de natuur kapot te maken. Ik word er eigenlijk zelfs een beetje triest van. Ik kijk naar de boom. Er welt een verdrietig gevoel in me op.
Dan zie ik het kleine, oranjebruine diertje dat tussen de sneeuw vandaan schiet en bang opkijkt naar de boom.
Ik voel mijn borstkas steken als ik de vos zie. Zijn snuit schiet mijn kant op als ik mijn armen laat zakken.
JE LEEST
Het Element
FantasyEris Foxglove is een heks. Ze groeit als een wees op in het Schotland van de late 19e eeuw. Volgens de nonnen in het weeshuis, heeft ze heidense gewoontes waar ze maar niet van af lijkt te kunnen komen, hoe hard ze zelf ook probeert of gestraft word...