☽ ⋆ 70 ⋆ ☾

120 15 2
                                    

'Wat heb je gedaan?'

Het universum heeft zijn manieren om je te laten weten hoe alles hoort te zijn, weet wat te zijn, waar te wezen. Het universum leeft namelijk niet buiten ons, maar ook binnen ons, om ons langs, door ons heen, met ons mee.

Er drijven zwarte deeltjes in de lucht. Ik zie twee gebroken bruine ogen. De vrouw stormt op me af

'Wat heb je gedaan?!'

Mijn gedachtenstroom knapt kapot.

'Ben je oké? Ben je oké?'

Stemmen. Gezichten. Een draaiende wereld en het misselijke gevoel in mijn maag. Ik proef bloed. Iemand klopt tegen mijn gezicht.

'Igor?'

'Alle duivels. Haar hoofd is wel echt goed door elkaar geklutst als ze eerder aan je vader denkt dan aan jou.'

Evander kijkt Tillie met een frons aan en schudt zijn hoofd. De trekken van Igor vervagen; het gezicht vormt zich weer om tot het bekende gezicht van Evander dat ik herken uit dit leven. Ik kom duizelend tot een besef van de realiteit. Er is geroezemoes en geluid om me heen. Ik ga met mijn tong langs mijn tanden. Bloed.

Ik wil overeind komen. Evander houdt me tegen.

'Je bent gevallen. Blijf maar even liggen.' Hij kijkt op naar wat leerlingen. 'Hé, kunnen we niet zo gaan lopen staren? Hebben jullie geen les?'

Ik kijk om me heen. Het is slechts Evander en Tillie die er bij staan. Ik ben gedesoriënteerd: net stond ik bovenop de trap en nu lig ik onderaan de trap. Ik tast aan mijn lip.

'Je hebt er vast op gebeten toen je viel,' zegt Tillie.

Ik ga overeind zitten, duw Evander losjes weg als hij me tegen wil houden en probeer op te krabbelen. Mijn knieën zijn zwak. Het is alsof het nieuwe maan is: mijn lichaam voelt zwak, moe en breekbaar aan. Er welt een gedachte na in mijn hoofd over woedende bruine ogen. Evander grijpt me vast als ik wankel.

'Ga nou even zitten, anders-'

'Nee. Nee. Sorry. Het gaat al.'

'Het gaat niet. Tillie - kan jij even kijken waar Sybil blijft?'

'Het is oké, ik-'

'Sybil is Lady Nakogee aan het halen.'

Hij zet me op de trap neer. Tillie rent ons voorbij. Ik wil wel weglopen van de hele situatie zodat ik geen van deze mensen onder ogen hoef te komen, maar ik ben te zwak om het te doen. Mijn hoofd tolt. Het is alsof er een wervelwind in mijn hoofd waait die me scherven laat zien uit een verleden waar ik niet bij kan. De beelden bonken in mijn hoofd. De vrouw. Elizabeth. Het weemoedige, bijna nostalgische gevoel wat haar gezicht me geeft. Hoe kan je iets missen wat je je niet herinnert? Hoe kan je iets missen wat binnen handbereik ligt?

Evander haalt een zakdoek uit zijn broekzak en geeft hem aan me. Ik neem hem zwijgend aan, kijk weg, bijna beschaamd, en druk hem tegen mijn lip.

'Gaat het?'

'Ik dacht dat jij uit mijn buurt wilde blijven?'

Ik kijk naar de zakdoek. Er is wat bloed in gezogen.

'Dan moet je niet tegen me aan de trap af vallen,' zegt hij. 'Sinds wanneer schop jij van die Sybil-scènes?'

'Kan het je schelen?'

Ik druk de zakdoek weer tegen mijn mond. Het duurt even voor ik me besef wat hij precies gezegd heeft: is het dat? Is het een Sybil-scène? Is dit wat Sybils visioenen altijd geweest zijn; herinneringen die zich naar de oppervlakte drukten? Een paar plekken op mijn ledematen bonken nog van de pijn; waarschijnlijk de plekken waarop ik gevallen ben.

Het ElementWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu