Dag 1 - 15:32

467 28 19
                                    

De indringende blik van de in zwart geklede man die op het dak van het tegenoverliggende gebouw staat, volgt Amelie als ze het economie lokaal verlaat. Om een of andere reden geeft het figuur haar de kriebels, al doet hij niks anders dan aan de antennes van de meubelzaak werken. Ze is blij dat ze even aan zijn blik en de saaie les van mevrouw Langseth kan ontsnappen.

Met tragere passen dan nodig is, loopt ze naar de wc's. Het liefst was ze nu gewoon naar huis gegaan, ware het niet dat haar tas nog in het lokaal staat en ze niet van het spijbelen is. Simpelweg omdat ze het niet durft. De toiletten zijn haar enige ontsnappingsplek, al is het maar tijdelijk. Dus loopt ze net wat te traag door de gang.

Haar blauwgrijze ogen glijden langs de rij deuren. Bijna elk lokaal is leeg. Waarschijnlijk zijn er niet meer dan tien klassen die nog les hebben. Dit laatste uur wordt nauwelijks gebruikt, zeker niet op een vrijdag. De stem die uit een van de andere lokalen komt is net zo monotoon als die van mevrouw Langseth. Blijkbaar wil niemand hier zijn.

Als ze door de toiletdeur loopt, ziet ze een drietal meiden bij de gootsteen staan met allemaal flesjes en potjes in hun handen geklemd. Ze buigen zover voorover dat hun neuzen bijna de spiegel raken. Snel sluit Amelia zich op in een van de krappe hokjes, voordat ze een opmerking over haar maken. Het zou niet de eerste keer zijn.

'Ik kan niet wachten tot vanavond. Ik ga eindelijk met Mario uit!' zegt een van de drie. Amelia vermoedt dat dat de blondine is. 'Misschien moeten we eerst nog naar de haarsalon, wat denk je? Kan ik er zo meer door?' vraagt ze aan haar vriendinnen. Amelia kijkt door de dunne gleuf bij de deur en ziet de drie bij de spiegels staan. De blondine doet het dopje weer terug op de eyeliner en tuit haar lippen.

De brunette naast haar kijkt haar aandachtig aan. 'Je hebt nog een klein vlekje bij je rechteroog. Verder ben je om op te eten.' Ze haalt een zakdoekje uit haar tas en dept het tegen de huid van haar vriendin.

Een huivering glijdt over Amelia's rug als ze de drie hoort praten. Snel draait ze het hokje op slot en haalt haar handen door haar koperbruine haar om de tot haar kin reikende lokken wat te fatsoeneren. Ze is er zeker van zeker dat de modepoppen haar haarstijl verafschuwen.

'Laten we maar naar de salon gaan,' zegt de derde stem. Dat moet dan het zwartharige meisje zijn. 'Gewoon om onszelf te trakteren en om Mario stijl achterover te doen slaan. Hij weet niet wat hem overkomt. En als hij zich als een eikel gedraagt ...' Het meisje gooit er een kakel lachje uit. 'Daar gaat hij spijt van krijgen.

'Ja, echt hoor,' klinkt de stem van de blondine. 'Dikke middelvinger naar wiskunde.'

Dat levert haar een lachsalvo van haar vriendinnen op. Daarna klinkt het geluid van een ritsje dat dicht gaat, gevolgd door het getik van hakjes en de zachte klap van een sluitende deur.
Amelia haalt opgelucht adem. Ze is eindelijk alleen. Ze haalt het hokje van het slot en loopt naar de spiegel. Zonder al te lang naar de weerspiegeling van imperfectie te kijken, leunt ze met haar rug tegen de wastafel en haalt haar mobiel uit haar zak. Verveeld kijkt ze naar het scherm, waar geen notificaties op staan. Teleurgesteld laat ze het apparaat weer in haar zak glijden. Ondanks het feit dat ze niet veel vrienden heeft, had ze toch wel verwacht dat iemand zich genoeg verveelde om een gesprek te beginnen of haar desnoods voor de aantekeningen van geschiedenis te vragen.

De deur vliegt weer open en een meisje dat iets jonger is dan Amelia komt naar binnen. 'O hé , Amelia,' groet het meisje met de paarsblauwe lokken. 'Welk vak ben jij ontvlucht?'

Amelia kijkt op. 'Hé Jackie,' lacht ze, kijkend naar een oude vriendin. Jammer genoeg waren hun wegen gescheiden toen Jackie een jaar over moest doen. Ze groetten elkaar nog altijd op de gang als ze elkaar tegenkwamen. Ze miste Jackie best wel, zeker als ze een vak zoals economie heeft en er niemand is om mee te praten. Jackie weet een saaie les altijd wel op te fleuren. 'Ik ontvlucht economie en mevrouw Langseth. Waar ren jij deze keer voor weg?' lacht ze.

'Seksuele voorlichting en de giechelende kleuters die jongens heten,' verzucht Jackie. Ze werpt een vlugge blik op de spiegel en trekt een haar uit haar gezicht.

'O ugh...' Amelia rolt met haar ogen. 'Niet mijn favoriete onderwerp.' Ergens op de achtergrond klinkt wat gerommel en een schreeuw. Vast de eerstejaars weer die vroeg met de les klaar zijn.

Jackie knikt instemmend. 'Ze vertellen alleen wat iedereen al weet en doen alsof je alleen maar sexualiteiten als hetro en gay hebt.' Haar ogen schieten even naar de deur.

'Het zou ook eens over meer gaan dan standaard man-vrouw relaties.' Niet dat Amelia heel erg thuis is in die wereld, maar school draagt er niet aan bij. Zeker niet omdat de meeste biologiedocenten nog in rechte lijnen denken. De wereld bestaat allang niet meer uit rechte lijnen. Soms vraagt ze zich af of de planeet dat ooit wel gedaan heeft, of dat mensen vroeger gewoon beter waren in het doen alsof.

'Precies!' lacht Jackie. 'Had ik je al verteld dat ik ...'

Plotseling vliegt de deur open en deze keer zijn het geen opmaakpoppen die door de deur komen lopen, maar twee breedgeschouderde mannen die volledig in het zwart gekleed zijn.

Amelia's hartslag schiet omhoog als ze de mannen ziet. Meteen denkt ze terug aan de man op het dak, had hij niet ook zo'n outfit aan?

Een klein gilletje uit ontsnapt uit Jackies mond. 'Hé, dit is het vrouwentoilet,' roept ze daarna, proberend haar stem ferm te laten klinken.

De twee figuren reageren niet. Ze staren hen slechts aan, voor een van hen een groot zwart voorwerp omhoog tilt. Een reusachtig geweer. Net op dat moment klinkt een serie gillen door de school. Het zijn niet de geluiden van eerstejaars, maar kreten van pure doodsangst. En zowel Amelia als Jackie schreeuwen mee.

De twee mannen stappen als een vooruit, met een gezicht van staal. Een stevige hand sluit zich om Amelia's arm en rukt haar naar de deur. 'Jackie!' piept ze. De man doet haar pijn, maar ze durft niks te zeggen.

Jackie kijkt haar aan. Ze wil Amelia's richting uit rennen, klaar om de man van Amelia af te slaan, voor de ander haar vastgrijpt. Ze rukt zich los. 'Laat me met rust, klootzak!' Ze doet een poging om het grote wapen uit zijn hand te trekken.

De mannen wisselen blikken uit. De man die Amelia vasthoudt, grijpt uit een holster die aan zijn been hangt een handpistool. Zonder enige waarschuwing richt hij op Jackie en haalt de trekker over. De knal die volgt galmt door de kleine ruimte alsof het een kanonschot is.

Amelia wil gillen, maar er komt niet langer geluid uit haar samengeknepen keel. Ze ziet hoe de man haar vriendin loslaat. Alles wat ze kan, is kijken naar Jackie die ter aarde stort, terwijl ze zichzelf probeert te vertellen dat het niet echt is. Dit is een van haar heftige paniekaanvallen. Haar hoofd heeft besloten om er hallucinaties aan toe te voegen. Ze moet gewoon haar ademhaling onder controle krijgen en dan wordt alles weer normaal.

Ze wil haar blik niet afwenden. 'Jackie?' piept ze nog eens zacht. 'Jackie, sta op.' Ze haalt diep adem in de hoop haar tranen te bedwingen, maar de lucht lijkt niet in haar longen te stromen.

'Let that be a warning,' gromt een van de twee mannen in haar oor, waarna hij nogmaals een harde ruk aan haar arm geeft. De pijn die door haar lichaam vertelt haar iets wat ze nog niet wil erkennen. Deze nachtmerrie is echt en als ze niet precies doet wat deze mannen willen, is zij de volgende met een kogel door haar hoofd.

'Move!' schreeuwt de ander zo luid dat het bijna als een kogelschot klinkt.

Nog een vlaag angst spoelt over haar heen. Ze dwingt haar benen te laten lopen, terug naar haar lokaal. Ze zal dan zien dat alles weer normaal is, toch? Dit is haar hoofd dat spelletjes met haar speelt. Ze moet gewoon teruggaan naar haar klasgenoten.

Maar de man die haar in een ijzeren greep vast heeft, heeft andere plannen. Met stevige pas loopt hij door de gang. Ondanks dat hij een beetje hinkt sleurt hij haar probleemloos naar het achterste lokaal. 3.01, staat op het bordje bij de deur.

'D- dit is het verkeerde lokaal,' piept ze zo zacht dat het nauwelijks verstaanbaar is.

Zonder naar haar woorden te luisteren draait de man de deur van het slot en duwt haar naar binnen. Met een luide knal valt de deur achter haar dicht en hoort ze hoe de deur wordt geblokkeerd.

Als ze haar blik van de deur afwendt, ziet ze de vele angstige ogen die haar aanstaren.

Ze hoort hier niet te zijn.

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu