Dag 4 - 10:19

63 8 0
                                    

'Hoe...' stamelt Amelia. 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?' Sage heeft de telefoon in zijn handen, pratend met Fynn.

'Toen ik mezelf liet vallen en aan de mannen ophees,' zegt Luanna met een kleine grijns. 'Oud trucje

'Was dit al de hele tijd je plan?' vraagt Amelia ongelovig. Dat verklaart ook haar plotselinge agressieve gedrag.

'Nee, pas toen ze besloten het lokaal in de fik te steken,' verzucht het meisje. 'Ik heb genoeg boeken gelezen om te weten dat dat altijd mis gaat.'

'Waarom heb je niks verteld? We hadden kunnen helpen.'

'Door met jullie nerveuze kopjes en bezwete voorhoofden me aan te staren? Dan hebben ze direct door dat er iets mis is.' Ze schudt haar hoofd. 'Bovendien zou het best wel beschamend zijn als het mislukt en iedereen er van weet.'

Amelia glimlacht. 'Ik heb er bewondering voor, al had ik het wel fijn gevonden als je iets had gezegd.' Ze probeert haar teleurstelling uit haar stem te houden. Ze is Luanna dankbaar dat het gelukt is, maar ze had iets kunnen doen!

'De volgende keer betrek ik jou bij het plan,' belooft Luanna. 'Of je bedenkt zelf een slimmer plan zodat ik niet de kastanjes voor de hele klas uit het vuur hoef te halen.'

Amelia glimlacht. 'Ik hoop dat er geen volgende keer komt.'

'Ik ook, maar goed, ga maar snel dat telefoontje plegen. Ze wachten op je.' Luanna wijst richting Sage, Fynn, Luke en Dave die haar hun richting uitkijken.

Ze kijkt Luanna aan. 'Ga je niet helpen? Door jou hebben we die telefoon in handen.'

'Nee, straks heeft iemand door dat we bellen en als ze mij daar bij zien staan...' ze strijkt met haar hand langs haar keel. 'Dit keer is het jullie beurt om een risico te nemen.'

Amelia knikt. 'Dank je,' zegt ze, waarna ze naar Sage toeloopt. 'Luanna komt niet.' Nogmaals kijkt ze over haar schouder naar Luanna die een plekje aan een tafel zoekt en haar notitieblok erbij pakt. 'Wie gaan we bellen?' vraagt ze dan.

Sage knikt en volgt haar blik. 'Het alarmnummer.'

'Ik denk dat dat een goed plan is,' stemt ook Luke in.

'Wie gaat het doen?' vraagt Fynn. 'Ik wil het wel doen... maar ik ben er niet het beste in.' Amelia kijkt hem aan en ziet dat hij twijfelt. Hij doet zijn best om zich groot te houden, maar het is haar duidelijk dat hij het niet doet omdat hij het echt wil.

'I-ik zou wel willen maar...' Belangst gaat haar niet helpen. 'Ik weet niet of ik het voor elkaar kan krijgen om iets zinnigs te zeggen.'

De anderen zeggen niets. Uit angst of eigen belang. Misschien beiden. Iedereen wil iets doen, maar niemand wil het risico nemen.

Fynn kijkt haar aan. Waarschijnlijk ziet hij haar onzekerheid. Zijn blik kruist die van Sage. 'Dan doe ik het wel,' zegt hij standvastig, alsof hij zojuist zijn moed gevonden heeft. 'Als niemand anders het gaat doen tenminste. Dit kan ons helpen. Dit gaat ons redden.'

Wie hij probeert te overtuigen, weet Amelia niet, maar ze kan hem wel omhelzen voor zijn daadkracht. Kon zij het maar. Je bent een held, wil ze fluisteren, maar de woorden komen niet over haar lippen. 'Succes,' fluistert ze dan, amper verstaanbaar.

Hij glimlacht zwak, terwijl hij met trillende vingers op de noodoproep knop drukt. Sage geeft hem een klop op de schouder in een poging het beter te maken.

Met ingehouden adem luistert Amelia naar de overgaande telefoon. Haar hart slaat in haar keel, als een oorlogstrommel. Ze knijpt haar handen tot vuisten om te voorkomen dat ze trillen en zij is niet eens degene die het woord moet doen. Er hangt gewoon zo veel vanaf.

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu