Het geluid van een luid pistoolschot kondigt de start van het spel aan. Direct schiet het digibord aan en gaan de lichten in het gebouw uit wat een grimmige sfeer creëert. Het enige licht komt van buiten, maar dat dringt zich niet tot diep in de school door. Een paar mannen met wapens zijn op het schokkende zwart-wit beeld te zien. In het midden van het bord staat een grote timer die aftelt. Amelia's ogen staren gefixeerd naar het beeld. Gaan ze hen dwingen om toe te kijken? Ze wil dit niet zien, maar ze kan niet wegkijken. Ze moet het lot van haar klasgenoten kennen.
Het is doodstil op de gang. De mannen bewegen nog niet. Krijgen ze een voorsprong? Ze heeft geen idee wat er beneden gebeurt. Zijn haar vrienden veilig? Hebben ze een veilige plek gevonden? Of rennen ze nu in paniek door de donkere gangen? Het niet weten is het zwaarst. Het machteloos zitten kijken naar een beeld dat nog niet beweegt. Starend naar de timer die aftelt. Ze moeten dit een uur volhouden.
Als ze naast zich kijkt, ziet ze dat Luke hetzelfde doormaakt. Zijn ogen glijden van het scherm naar haar en weer terug. Zijn zusje was niet vrijgesteld, zoals hij al voorspeld had. Haar lichaam schokt zacht. Opluchting, boosheid en onmacht gingen tegelijk door haar heen. Toch is het ergens geruststellend dat ze niet de enige is die iets te verliezen heeft. Slechts vier van haar oude klasgenoten zijn vrijgesteld, maar geen van de nummers herkent ze.
'Ze gaan het redden,' fluistert Amelia. Waarom ze het zegt, weet ze niet. Om hem te overtuigen? Of om zichzelf te overtuigen?
Hij knikt licht, omdat het alternatief niet iets is wat zou mogen bestaan.
Plotseling komt er beweging in de beelden op het bord. Ze hadden slechts een voorsprong van vijf minuten gekregen. Nu begint het spel echt. Amelia vormt haar handen tot een vuist. Wat als ze iemand op het beeld ziet?
Fynn en Luanna zitten zwijgend naast haar. Ook Sage lijkt geen woorden te hebben.
De camera beweegt door de gangen die ze allemaal als hun broekzak kennen, richting de kunstvleugel. De donkere tinten van het beeld kunnen de vrolijk geschilderde muren niet vangen. Alsof zelfs de kleuren van hen gestolen zijn.Luke prevelt steeds opnieuw dezelfde woorden. 'Verberg je, Rae. Wees als een schaduw.' Heel even glijden Amelia's ogen naar Luke. Als ze de moed had gehad, had ze zijn hand vastgepakt. In plaats daarvan staan ze naast elkaar, te hopen dat ze niemand op de beelden zien verschijnen.
En dan klinkt een oorverdovende knal, een paar seconden later gevolgd door een videobeeld van een gehurkt figuur dat in elkaar zakt. Wie het is, valt amper uit te maken in het licht van de zaklamp. Pas als de schutter hurkt en het camerabeeld van de GoPro op zijn hoofd dichter bij het slachtoffer komt, is het korrelige gezicht van een jongen zichtbaar.
Amelia ziet Lukes blik haar kant op schieten. Ze kende hem niet. Dit was waarschijnlijk een eerste- of tweedejaars. Ze slaat haar ogen neer, maar ze dwingt zichzelf weer op te kijken. Op een ander beeld ziet ze hoe een van de schutters richting de gymzalen loopt. Ze voelt haar hartslag omhoogschieten, alsof ze weet dat daar klasgenoten van haar zullen zitten.
De man loopt met grote passen richting de ruimte. Zijn blik gaat even heen en weer, voor hij recht op het magazijn afloopt en de deur opent. Zijn zaklamp beweegt door de ruimte. Er zit geen geluid bij de camera beelden, maar Amelia kan hem bijna horen roepen: 'Ik weet waar jullie zijn!'. En nog voor er op het digibord iets te zien is, klinkt een serie knallen door de school. Haar blik wijkt even van het scherm, naar de anderen. De meesten in het lokaal houden elkaars hand vast, zich voorbereidend op wat ze zullen zien.
Dan komt het in beeld.
Er zitten vier leerlingen in het magazijn. Het meisje dat met grote ogen in de camera kijkt, herkent ze niet. Ze opent haar mond. Wil ze iets zeggen, of was het een schreeuw? Het beeld wordt voor slechts een seconde wit, waarna het meisje in elkaar zakt. Een jongen die achter haar staat op. Duncan. De jongen is de voetballer uit Amelia's klas. Hij doet een ijdele poging nog aan de man te ontsnappen, maar knalt tegen hem aan. Hij wordt achteruit geduwd, tegen een mattenkar aan, waarna het beeld wit flitst.
Jayla slaat haar handen voor haar mond. Amelia had helemaal geen goede band met haar, maar haar dood kan ze niet aanzien. Ze wendt haar blik af en staart naar de grond. Ze bijt hard in haar lip, in de hoop de pijn te kunnen verplaatsen.
Fynn tikt tegen haar arm. 'Moeten we naar de andere kamer gaan?'
Amelia schudt haar hoofd. 'Het gaat wel. Ik ... ik moet dit zien. Voor hen.'
Hij geeft haar een licht knikje. 'Laat me het weten als je niet meer wilt kijken.' Zijn gezicht is bleek, alsof hij het zelf amper aan kan om te kijken.
Ze knikt niet. Ze kan haar lichaam nauwelijks bewegen. Haar ogen zijn weer op het bord gefixeerd, waar de man ondertussen uit het magazijn vertrokken is en door de donkere gangen loopt. Het beeld beweegt schuddend heen en weer als hij om zich heen kijkt, op zoek naar zijn volgende slachtoffer. Dan loopt hij een wiskundelokaal in. Er staat een kast op een kier. In de spleet is het gezicht van een kind te zien.
Uit de speakers komt geen geluid, maar iedereen kan het meisje horen huilen. De tranen stromen over haar wangen. 'Rae!' roept Luke plotseling aan. Zijn handen vormen vuisten. 'Rae, ren, alsjeblieft!' Rusteloos beweegt hij wat op zijn plek. Als hij kon, zou hij waarschijnlijk zo door het scherm zijn gesprongen. Amelia wil hem helpen, iets doen, hem gerust stellen, vertellen dat het goed komt. Al weet Amelia dat ze dat hem niet kan vertellen.
Hoe hard Luke ook roept, het meisje rent niet. Ze kijkt met grote ogen naar de man. Wachtend op wat komen gaat. Haar schouders bewegen schokkend op en neer en haar lippen trillen.
Een paar seconden voordat de man op het beeld iets doet, klinkt het akelige geluid van een pistoolschot. Een schreeuw ontsnapt uit Lukes mond. Hij hoeft het niet te zien om te weten wat dat was. Eliza en Dave pakken zijn bovenarmen vast als hij huilend naar de grond zakt. Zijn mond hangt open, alsof hij wil blijven schreeuwen, maar er komt alleen nog gepiep uit.
Amelia krimpt ook in elkaar. Een brok ontstaat in haar keel en ze voelt de tranen opkomen. 'Het spijt me, Luke,' fluistert ze, al weet ze dat het hem niet gaat helpen. Ze bijt hard op haar wang en proeft de sterke metaalsmaak van bloed. Ze wil dit niet meer zien en toch kan ze haar ogen niet van het beeld afdraaien. Ze moeten nog drie kwartier.
Opnieuw doorbreekt een serie knallen de stilte. Even later is een rennend figuur op het beeld te zien. De jongen wordt met kogels doorzeefd.
Het zijn vijfenveertig minuten te veel.
JE LEEST
At Gun Point duologie: Boek 1 - Room 301
Mistério / SuspenseW I N N A A R V A N D E W A T T Y ' S 2 0 1 9 Hoop. Hoop is wat je in leven houdt. Als de hoop verdwijnt, dan is er niks meer over om voor te vechten. Met elke minuut die voorbij gaat, verdwijnt er een stukje van jezelf. Tot de hoop die je o...