Dag 3 - 15:37

90 8 0
                                    

Nog tien minuten. Het geluid van schoten dat de afgelopen vijftig minuten bijna ritmisch was, begint minder regelmatig te worden, maar Amelia's hartslag weigert te kalmeren. Ze heeft geen idee wie van haar klas er nog leeft. De gezichten van de doden beginnen zich met de levenden te mengen door de waas van onophoudelijke tranen. Ze heeft geen idee wie er nog mist of wie er veilig in het lokaal zit.

Haar benen zijn gevoelloos geworden van het dragen van haar gewicht en haar hoofd tolt van haar oppervlakkige ademhaling. Ze heeft Sasha nog niet gezien, denkt ze. Hopelijk haalt het meisje het. Als iemand het verdient om te overleven, is zij het. Eigenlijk kennen ze elkaar nauwelijks. Amelia heeft in totaal misschien twaalf keer met haar gepraat en toch voelt Amelia een connectie met haar. Ze heeft de pijn achter Sasha's ogen gezien. Sasha was vaak niet op school op dagen dat ze gym hadden of ze had een reden waarom ze niet hoefde te gymmen. Amelia had het nooit aangedurfd om ernaar te vragen en nu krijgt ze die kans niet meer.

'Wat doet die?' klinkt er een fluistering van achter haar. Amelia's ogen schieten richting het geluid van Alina's stem voor ze terug kijkt naar het scherm.

In de lege gang staat een meisje. Ze doet geen poging om te rennen. Ze is niet eens verstopt. Ze zegt slechts wat onverstaanbaars tegen degene met het wapen.

Amelia kijkt via het scherm recht in haar verloren ogen. 'Sasha,' piept ze. 'Waar ben je mee bezig?' Maar eigenlijk hoeft ze het niet te vragen. Ze speelt geen spelletjes. Misschien heeft ze besloten dat ze dit niet kan winnen en gunt ze de mannen het plezier niet. Misschien is dit haar manier van controle houden.

Trots, jaloezie en angst mengen zich als een draaikolk in Amelia's hart. Ze wil tegen Sasha roepen om dit niet te doen. Maar waarom zou ze dit niet moeten doen? Het lijkt er niet op dat degenen die zich verstoppen een beter lot hebben. En als je vandaag overleefd ben je morgen dood.

'Ik weet dat je me niet kan horen,' fluistert ze tegen het meisje dat haar vriendin had moeten zijn. In een andere werkelijkheid zitten ze nu op de motorkap van een auto, geparkeerd op een boulevard van een of ander strand, terwijl ze milkshakes drinken en kijken naar de ondergaande zon. Ze zou er alles aan doen om dat te mogen doen. 'Sasha, ik weet dat je me niet kan horen,' fluister ze opnieuw. 'Maar het spijt me dat ik je nooit een hand toegereikt had, terwijl je het wel nodig had. Je verdiende meer. Het spijt me.'

Sasha glimlacht, alsof ze de woorden luid en duidelijk heeft gehoord. Dan maakt het geluid van een schot een einde aan haar leven. Terwijl het meisje naar de grond zakt, glijdt Amelia van haar stoel. De wereld duizelt om haar heen. Ze kan dit niet meer. Ze wil dit niet meer. De lucht ontsnapt uit haar longen.

Haar handen zoeken naar grip, die ze vindt bij Sages mouw. De jongen drukt haar terug in de stoel. Fynn die naast hem staat gaat door zijn knieën. 'Amelia, haal adem.'

'Lukt niet,' weet ze uit te brengen, terwijl de tranen over haar wangen stromen. Ergens wil ze het ook niet. Zij had daar in die gang moeten staan. Misschien had ze Sasha dan kunnen redden.

'Jawel,' bromt Sage. 'Gewoon langzaam in en uit ademen.'
Fynn kijkt haar aan en dan naar Sage. 'We kunnen beter weg bij het scherm,' fluistert hij.

'Nee!' zegt Amelia fel, die Fynn gehoord heeft. 'Nee, ik moet dit zien.' Haar stem breekt, maar ze laat zich niet weghouden. Kijken is wel het minste wat ze kan doen.

'Nee, we gaan hier weg,' bemoeit ook Luanna er mee. Voordat Amelia kan protesteren haakt de arm van het meisje zich in de hare. Sage pakt haar andere arm vast.

'Laat me met rust,' huilt Amelia nu. Ze probeert zich los te rukken uit de greep van Sage en Luanna, al weet ze dat ze die worsteling niet zal winnen. Zonder aarzelen trekken ze haar uit de stoel.

'Amelia, laat ons je helpen,' zegt Fynn. 'Je moet jezelf hier niet toe dwingen. Jij hebt er niet voor gekozen om in deze klas te eindigen. Dit is niet jouw schuld. Straf jezelf er dan alsjeblieft niet voor.' Hij kijkt Amelia aan.

Amelia stopt met vechten en laat zich meetrekken naar het kleine kamertje achterin. Als ze tegen de stellingen zit, laten Luanna en Sage haar los.

Fynn knikt naar Sage en Luanna en gaat tegenover haar zitten. Dan verlaten de twee de ruimte. Het geluid van de dichtvallende deur lijkt akelig veel op dat van een pistoolschot.

Een schok trekt door haar lichaam en ze legt haar hoofd op haar knieën, happend naar zuurstof. Waarom stopt het niet?

'He,' fluistert Fynn. 'Je bent hier veilig. Het spijt me dat je dat hebt moeten zien.'

'We zijn hier niet veilig,' antwoordt ze met trillende stem. Het beeld van Cuper en de mannen met wapens spoken nog steeds door haar hoofd.

'Voor nu wel,' zegt hij zacht terug.

'Wanneer is nu nou genoeg?' Over een uur is zij misschien ook dood. En eerlijk gezegd weet ze niet meer of dat haar bang maakt. Maar het idee dat Fynn, Luanna en Sage er straks niet meer zijn maakt haar ziek. De mogelijkheid dat ze alleen over blijft is het ergst.

'Het is alles wat we hebben,' is zijn antwoord. 'We hebben alleen het nu. Ik kan je niet vertellen wat er gaat gebeuren en dat is vreselijk en beangstigend. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik niet bang ben, want dat ben ik wel. Maar ik probeer kracht te halen uit het feit dat we hier niet alleen zijn. Dat Sage er nog is. En Luanna en jij...'

'Ben je dan niet bang dat zij er morgen niet meer zijn?' Net als de vraag haar mond verlaat klinkt er weer een knal. Ze probeert het geluid te negeren, maar een rilling trekt door haar lichaam.

Hij knikt. 'Daar ben ik heel bang voor, maar ik kan dat lot niet veranderen. Alles wat we kunnen is de tijd die we nog hebben gebruiken en hopen dat morgen een ander einde heeft.' Hij glimlacht zwak. Hij zwijgt even, waarin nog een luide knal klinkt dat de vloer lijkt doen schudden. 'Misschien geloof je me niet, maar ik ben blij dat je hier bent.'

Ze doet een poging om terug te lachen, maar haar mondhoeken lijken vast gevroren. Dus blijft ze stil. Ze wil het zo graag geloven. Alleen is het eng om je aan hoop vast te klampen als die vals kan zijn. Of als het er morgen toch niet meer tot doet. Opnieuw kruipen er tranen over haar wangen. 'Weet je,' brengt ze trillend uit. 'Op dit soort momenten ben ik jaloers op Eliza.'

Fynn fronst. 'Wat bedoel je?'

'Zij heeft tenminste nog een God om in te geloven. Alles wat wij hebben is nu.' Amelia richt haar ogen op de linoleum vloer. Ze hebben geen toekomst, alleen een vandaag. 

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu