Dag 3 - 06:15

139 13 0
                                    

De realiteit van de morgen dringt pas tot Amelia door als de zon de sterren doet vervagen. De voorgaande nacht voelt nu als een nachtmerrie. Een gruwelijke nachtmerrie, een die door gaat als je ogen al open zijn.

Amelia's blik glijdt de ruimte door tot haar oog op Eliza valt. Lily zit naast haar, hun handen ineengeklemd. Hun wangen zijn nat van de stille tranen en hun ogen rood van de lange nacht. Normaal zijn de kleuren van de ochtend een teken van hoop, maar nu beloven ze slechts een nog langere dag. Eén die in doodse stilte begint, want als de ogen van hun klasgenoten langzaam open gaan, merken ze direct wat er aan de hand is. Het hangt als een dikke mist in de lucht.

Sommigen staan op en lopen schoorvoetend naar Eliza, Lily en Miloux toe. 'Het spijt me, Eliza,' zegt Luke. 'Xe was een prachtig mens. We gaan xem missen.'

Ook Sage, David en zelfs Aline condoleren Eliza, die nauwelijks anders kan dan knikken en zacht "bedankt" mompelen.

De enige die haar hand niet schudt, is Luanna. Haar ogen zijn gefocust op een stuk papier, waar ze met een stomp potlood op krast. Fynn zit naast haar en geeft haar in stilte een paar aanwijzingen, zo nu en dan het potlood van haar overnemend.

Meneer Cuper, die als laatste wakker is geworden, kijkt de klas rond. 'Wat is hier aan de ...' halverwege zijn zin valt hij stil. 'O ...' brengt hij dan uit. Hij komt uit zijn stoel en beweegt zich richting Eliza.

Luke schiet direct overeind, gevolgd door Sage. Met grote passen lopen ze naar hem toe en gaan tussen hem en Eliza staan. 'Dat is niet nodig,' vertelt Luke de man.

'Ik wil mijn respect betuigen,' zegt de man. 'Dat is het minste dat ik kan doen.'

Gek genoeg lijkt de docent niet boos te zijn, eerder verbaasd en geïrriteerd.

Luanna werpt Amelia een blik toe en legt haar tekenspullen op de grond. 'Kom,' fluistert ze zacht. Dan loopt ze naar de man toe. 'De enige manier waarop jij je respect kan uiten, is door haar met rust te laten.'

'Het is meneer Cuper, en ik ben je docent. Die spreek je met "u" aan,' zegt hij bars tegen Luanna. 'Daarnaast is het mijn verantwoordelijkheid om het welzijn van mijn leerlingen te waarborgen. Dat is mijn baan, dus ... ga aan de kant, jongens.'

Luanna spant haar spieren aan.

'Luanna, doe voorzichtig,' fluistert Amelia nog in haar oor, maar ze luistert niet.

Met een grote pas stapt ze naar voren. 'Welk welzijn? Mij in een lokaal opsluiten, Miloux negeren, Amelia in de val lokken? Denk maar niet dat ik niet weet wie je bent.' Haar hand schiet naar voren en landt met een klapt tegen de wang van de man. 'Het maakt me niet uit dat de school me niet gelooft. Iedereen hier staat aan mijn zijde. Dus je kunt beter maken dat je weg komt, Cupertje.'

'Dat gaat te ver, snotaap,' bromt hij zacht naar Luanna, maar niet zacht genoeg. Amelia verstaat het en waarschijnlijk de rest van de klas ook. 'Ik ben jullie docent,' zegt hij. 'Ik hoor jullie te beschermen. Maar goed ... als jullie het zo goed beter weten, dan bemoei ik me er niet meer mee en als er wat misgaat, moet je niet bij mij aankloppen.'

'Doe dat.' Luanna staart hem aan. Haar hand is rood van de klap die ze heeft uitgedeeld. 'Je hebt nooit wat voor ons gedaan, dus ik twijfel of we je bijdrage nodig hebben.' Dan draait ze zich om naar Amelia. 'Dat is de reden dat ik een abonnement op nablijven heb,' mompelt ze met een kleine glimlach.

Boos draait de man zich om en gaat weer zitten op de stoel waar hij de afgelopen dagen heeft gezeten.

'Jongens?' vraagt Marlee. 'Wat doen we met dat lichaam?' Ze heeft haar bovenlip en neus opgetrokken en staat zo ver weg als mogelijk is bij Miloux vandaan.

Direct valt de klas stil. Wat doe je met een lichaam als je alleen maar een paar tafels en stoelen hebt.

'Je kunt het moeilijk laten liggen,' mompelt Alina. Ze trekt een vies gezicht.

'Wat moeten we er anders mee?' zegt Jeremiah die zijn armen over elkaar vouwt. 'We kunnen het moeilijk verbranden.'

'Hou je bek!' snauwt Yasmin direct naar hem.

'Afschermen met tafels,' stelt Amelia voor als de klas stil valt. Haar stem trilt zacht.

'Ik denk dat we het Eliza moeten vragen,' zegt Fynn die vanuit zijn ooghoeken naar Eliza kijkt. 'Miloux was haar partner.'

Eliza kijkt op, ze opent haar mond, maar er komt geen geluid uit. Het is Lily die voor haar antwoord. 'Het is een lichaam, Miloux is er niet meer,' zegt ze zacht. 'Maar ik denk dat afschermen de respectvolste en aangenaamste optie is.'

'Ik wil hier niet met een rottend, smerig lijk zijn,' gilt Marlee, die zich nog verder tegen de muur aan drukt. 'Gooi het in het achterkamertje of zo.' Ze piept en houdt haar handen omhoog.

Luanna werpt haar een boze blik toe. De woede die nog altijd in haar groene ogen brandt, is genoeg om Marlee het zwijgen op te leggen.

'Ergens heeft Marlee wel een punt,' zegt Luke dan. 'Niet lelijk bedoeld.' Zijn ogen schieten naar Lily en Eliza. 'Wat gaan we doen als xe ... gaat ruiken?'

Aline knikt stevig. Jeremiah werpt er iets tegenin, waarna Sage een bezwaar maakt, vervolgens mengt Mick zich erbij en Yasmins schelle stem overstemd het weer.

Amelia heeft de neiging om haar handen over haar oren te slaan, maar ze doet het niet. Voordat iemand de groep tot stilte kan manen, vliegt de lokaal deur open. Mankepoot en Brombeer kijken het lokaal in. Ze moeten de commotie hebben gehoord. Hun ogen schieten het lokaal rond en plotseling is het doodstil in de ruimte. Alle ogen zijn op de twee indringers gericht. Het is Brombeer die naar binnen stapt en richting Miloux loopt. Hij legt zijn dikke vingers in de hals van de leerling en kijkt om naar zijn handlanger. 'Take him of the list.' Hij noemt Miloux' nummer en kijkt zijn partner aan die een aantekening maakt op een tablet.

'Xem,' fluistert Eliza zacht, in Miloux' plaats. De mannen gunnen haar geen blik waardig.

Brombeer grijpt Miloux van de tafel en werpt xem over zijn schouder. Zonder nog iets te zeggen of iemand aan te kijken, beent de man met Miloux over zijn schouder het lokaal uit. De deur wordt met een klap dicht getrokken en weer op slot gedraaid.

'Nou, zo kom je dus van een lichaam af,' mompelt Jeremiah.

'Hou je bek eens,' gromt Luanna. Even schieten haar ogen van haar hand, naar hem. Voor ze uiteindelijk besluit dat hij het niet waard is. Ze loopt terug naar haar tekening en raapt hem op. 'Hang jij hem maar op,' fluistert ze tegen Amelia. 'Miloux haat geweld, dus ik ben niet de persoon om dat te doen.'

'Ik ken xem nauwelijks,' fluistert ze terug. 'Moet ... Eliza het niet doen?'

Luanna kijkt even naar het huilende meisje en knikt dan zacht. 'We moeten haar het in elk geval vragen.'

Amelia pakt het portret van Luanna over en loopt ermee naar Eliza. Lily zit nog steeds naast haar, met haar arm om Eliza heen geslagen. 'Hé, Eliza,' fluistert ze. Bijna flapt ze de standaard zin eruit. 'Hoe gaat het met je?' Ze bedoelt het oprecht, maar het antwoord kan ze wel raden. Eliza haalt haar schouders op. Slecht is waarschijnlijk te kort om de oceaan van haar gevoelens te beschrijven.

'Luanna heeft een portret gemaakt van Miloux en ... we vroegen ons af of je die wilde ophangen en ... misschien iets wilde zeggen? Het hoeft niet, we begrijpen het als je hoofd er niet naar staat.'

Een zwakke glimlach verschijnt op haar gezicht, voor hij door haar tranen wordt weggespoeld. 'Graag.' Met trillende handen neemt ze de tekening over. Ze wankelt op haar benen als ze naar voren loopt en de tekening met een magneet naast die van Chiara hangt. Een zachte klik galmt door de ruimte.

'Miloux,' zegt ze met trillende stem. 'Er valt gewoon zoveel te zeggen en dan nog zou het niet genoeg zijn. Ik mis xem. Miloux, ik mis je. Ik weet dat je in de hemel bent, dat je daar op me wacht en dat het ooit goed is, maar ik mis je, met je blauwe haar en je oneindige glimlach en je gekke humor. Ik heb van je geleerd om niet te geven om de meningen van anderen. Het was niet makkelijk voor je. Al helemaal in de kerk accepteerden ze ons niet altijd. Maar jij liet hen en ook mij zien dat geloven niet om regels of vaak verkeerd geïnterpreteerde teksten gaat. Het ging bij jou altijd om liefde en dat zal het blijven doen.' Opnieuw lopen er tranen over haar wangen. 'Ik kom naar je toe,' fluistert ze dan. 'Vandaag, morgen of over zestig jaar. Maar ik kom naar je toe. Dat beloof ik je.'

At Gun Point duologie: Boek 1 -  Room 301Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu