8

456 29 0
                                    

Koen is naast me komen zitten en heeft me ondertussen misschien al wel 20 keer verteld hoe geweldig hij me vond. 'Die blik van die jongen' hij giert het uit. Ik glimlach een beetje om hem. Iedereen vond het mooi hoe ik daar net Milo op zijn plek zette. Niemand zegt ooit wat van het gedrag van de grootste jongens van de klas, omdat ze geen slachtoffer willen worden, maar stiekem vindt iedereen het irritant. Daarom krijg ik van iedereen al de hele tijd stiekeme klopjes op mijn schouder en duimpjes naar me toe. Oké, van bijna iedereen, Milo zelf en de vrienden van de blonde vonden het minder en ik hoor ze al de hele tijd praten over wat voor een doorgedraaide debiel ik ben dat ik ineens zo sta te schreeuwen. Dat ik niet helemaal goed bij mijn hoofd ben. Zij genoten er niet van, maar je zou denken dat ik dat wel deed. Dat ik het heerlijk vond om eindelijk eens te zeggen waar het op staat tegen hem, na al die jaren. Maar dat is niet zo. Het tegenovergestelde is waar. Ik ben bang. En ik ben in de war. De vragen stapelen zich steeds meer op. Waarom hielp hij me gister? Waarom deed hij vandaag weer zo? Als ik normaal had geantwoord gister, zou hij dan anders hebben gedaan? Waarom was hij ineens zo boos? Waarom leek het alsof ik hem daadwerkelijk had geraakt met de woorden die ik zei? En waarom deed ik dat eigenlijk? Is hij nu nog bozer op me? Wordt het nu nog erger dankzij dit? Ik blijf er maar over na denken en kan me totaal niet concentreren op de scheikunde leraar die aan het uitleggen is hoe moleculen in elkaar zitten en nog een heel verhaal daaromheen. De tijd tikt snel door. Normaal duren de lessen zo lang, maar nu ik wil dat ze lang duren zijn ze zo voorbij. Ik wil niet dat het pauze is. Dat het moment er komt waarop ik zal merken wat de consequenties zijn van mijn uitval van vanochtend.

Zodra er word gezegd dat de les is afgelopen, pak ik mijn rugtas op en in een snel tempo loop ik naar mijn kluisje. Als ik daar al weg ben voor Milo er is, dan kan ik hem hopelijk ontwijken. De hele pauze lang. Ik heb nog nooit zo hard mijn best gedaan om hem niet onder ogen te komen. Normaal ontloop ik hem al graag, maar nu voelt het echt weer als de eerste weken van school. De weken dat ik er net achter kwam wie Milo was. Dat ik me elke pauze verstopte voor hem, en pas een paar minuten nadat de bel ging liep ik gauw naar de les om hem ook niet op de gang tegen te komen. Na een paar weken ben ik vrienden geworden met Koen, Robbie en Raoul, en met hun om me heen durfde ik wel weer gewoon normaal de school door te lopen. Maar vandaag zal ik denk ik weinig aan dat gezelschap hebben. Ik denk dat het Milo namelijk vrij weinig kan schelen wie er nog meer staan. Ik hem hem gister 4 jongens zien weg jagen die ouder en groter zijn dan ik. Dus 4 jongens die even oud zijn en een stuk kleiner dan hij, dat zal hem nog minder moeite kosten.

Ik ram mijn kluisje dicht en rag mij tas open om alles er in te proppen en naar de wc's te rennen. Als ik met een harde dreun tegen de kluisjes aan word gedrukt met mijn buik weet ik dat ik al te laat ben. Ik was niet snel genoeg. Ik voel een hand tegen mijn rug drukken en hoop hevig dat er iemand langs loopt die dit ziet en me wil helpen. Waarschijnlijk niet. De plek van de kluisjes is de enige plek waar eigenlijk nooit leraren komen. 'Wat dacht jij nou muisje?' zegt hij zacht. Zijn stem is kalm. En de toon is alsof hij moet lachen midden in zijn zin. Een toon die een moordenaar op zou zetten vlak voor hij zijn slachtoffer de keel doorsnijdt. 'Dacht je echt dat je me terecht kon wijzen? Dat je daar zo makkelijk van af zou komen? Dacht je echt dat je me had met je speech? Ik hoop heel erg dat je spijt hebt van elk woord dat je daar hebt uitgesproken' zegt hij en hij drukt me nog een keer hard tegen het koude metaal aan. 'En als je geen spijt hebt' zijn tong sist haast tussen zijn tanden, zo boos is hij. Hij stopt heel even zijn zin, en ik voel zijn adem zacht in mijn nek. Ik krijg kippenvel. 'Dan zorg ik er wel voor dat je dat krijgt. Je hebt geen idee wie ik ben en wat ik kan Matthyas'. De laatste woorden fluistert hij. Ik voel langzaam zijn andere hand om mijn keel glijden. Hij drukt zachtjes, maar steeds harder. Mijn hart klopt in mijn keel van angst. Ik durf geen woord meer uit te brengen, maar langzaam ontneemt hij mij de lucht. 'Milo, alsjeblieft' zeg ik moeilijk. 'Toe dan Matthyas, smeek maar. Smeek me maar om vergeving' sist hij. 'Milo, laat me alsjeblieft los, alsjeblieft' de tranen komen langzaam in mijn ogen. Zo bang ben ik. 'Milo laat hem los, hij stikt' hoor ik ineens de stem van Raoul boos scheeuwen. Ik voel zijn adem niet meer in mijn nek. Hij heeft zijn hoofd weggedraaid maar ik kan niet kijken door dat hij me nog altijd vast heeft. 'Dan had hij die domme ginger maar niet moeten verdedigen, eigen schuld' zegt hij boos. 'Milo. Milo please. Het spijt me' de woorden zijn niet harder dan fluisteren doordat hij zo hard knijpt. De tranen lopen ondertussen over mijn wangen en ik voel mezelf licht worden in mijn hoofd. Dan ineens word mijn keel los gelaten. 'Nog een keer zo tegen me Matthyas en je bent van mij'.

Alles aan jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu