16

413 27 0
                                    

Milo's POV

Ik zucht als ik zijn straat uit rijdt. Ik zou wel kunnen schreeuwen van geluk op dit moment. Ik trap stevig door richting mijn huis, dat helemaal niet heel ver hier vandaag ligt. De plekken waar hij zijn handen had tintelen nog na, net als mijn buik die nog na tintelt van het moment dat ik voelde dat hij zijn hoofd tegen mijn rug aan had gelegd. Het betekende voor hem waarschijnlijk niets, het was misschien zelfs perongeluk, maar het leek alsof er een bom ontplofte in mijn buik op dat moment. Er was een diep verlangen naar boven gehaald. Een verlangen dat ik elke dag weg probeerde te stoppen. Ergens waar die het daglicht nooit zou zien.

Ik weet niet of het slim was. Om hem mee te nemen. Om hem achterop mijn fiets te laten. Om hem zo vriendelijk te behandelen. Maar ik kon niet anders. Het moment dat ik dacht aan dat hij in zijn eentje dat hele stuk naar huis moest lopen. Nee, dat wilde ik niet. Ik bezorgde hem al genoeg ongeluk op een dag. Ik wilde niet dat hij zijn leven zou gaan haten. Alleen dat hij mij zou haten, en ik hem. Wilde ik dat eigenlijk wel? Dat hij mij haatte? Het moment dat hij me bedankte voelde het alsof ik vloog. En de blik eerder op de middag in het klaslokaal, die geïnteresseerde blik, alsof hij me voor het eerst zag, die blik liet mijn hart even stil staan. Het voelde alsof hij me voor het eerst echt zag. Ik weet dat ik die kans dat hij me echt zou zien op de eerste schooldag al had verpest. Omdat ik dat zelf wilde. Het was meer uit paniek. Maar nu leek het alsof er ergens toch nog een kans was. Dat hij misschien me ooit zou kennen als de persoon die ik was. Niet de Milo die ik speelde.

'Hey lieverd'. Mama zet net een paar dozen pizza's op de salontafel. 'Leuke dag gehad?' Ik knik en plof op de bank. 'Hey Miel'. Ik krijg een hand over mijn hoofd van mijn zus en knijp even mijn ogen dicht. Ohja, ze was vrij vandaag. 'Ik heb echt zin in pizza' merk ik op en ik leun naar de tafel toe om een punt pizza op een bordje te leggen. Voor hij er op ligt neem ik al een hap. 'Hm, heerlijk, lekker gekookt mam' grap ik. Mijn moeder kijkt me lachend aan. 'Wat ben jij vrolijk, heb je een goed cijfer terug?' Waarom denkt zij altijd dat ik alleen vrolijk kan zijn om een goed cijfer? Ik schud mijn hoofd. 'Nee, dat niet...' zeg ik. 'Ik wel, of nou ja... punten dan, geen cijfers. Mijn data analyse is beoordeeld en daarvoor heb ik 30 punten gekregen, en ik mag nu al bezig met het verslag, die ze dan ook echt gaan gebruiken in het ziekenhuis'. Ik zucht en laat mezelf dieper in de bank zakken terwijl mijn ouders mijn zus prijzen voor haar prestatie en meer vragen stellen over hoe het nu verder gaat. Daar gaan we weer. Ik staar naar de TV die op de achtergrond aan staat, eet mijn punt pizza op en sta op van de bank om naar boven te gaan. 'Miel, hoef je niet meer?' Hoor ik mijn moeder vragen. Ik vind het al een wonder dat ze überhaupt merkt dat ik weg ben gelopen. 'Ik dacht dat je honger had?' 'Nee, geen honger meer' zeg ik kort en ik loop stug door naar boven.

'Kom je vanavond nog?' Ik ben op mijn bed geploft en staar naar het appje van Jasper met de vraag of ik vanavond nog bij hem kom zuipen. Ik druk mijn telefoon uit. Ik heb helemaal geen zin in zuipen. Ik denk terug aan vanmiddag. Aan Matthyas en Koen. Hoe ze afspraken dat ze vanavond FIFA gingen spelen. Ik zou er alles voor over hebben om een avondje FIFA te spelen met Matthyas. Om vrienden te hebben die niet alleen geïnteresseerd zijn in drinken, roken en praten over meisjes die ze willen neuken, wat ze waarschijnlijk nooit doen. En waarschijnlijk is het mijn eigen schuld dat ik die niet heb.

Ik rol op mijn zij en staat uit het raam. Vanaf hier kan ik alleen de schemerige lucht zien. De maan die al te zien is. Een vliegtuig dat hoog voorbij vliegt, waarvan alleen de knipperende lampjes zichtbaar zijn. Ik leg mijn armen rond mijn kussen en knijp die een beetje fijn. Opnieuw denk ik aan Matthyas. Aan zijn handen op mijn middel. Zijn hoofd tegen mijn rug. Voor een paar minuten leefde ik het leven dat ik wilde. Voor een paar minuten beeldde ik me in dat dit was hoe het altijd was. Hij, dicht tegen me aan. Achterop mijn fiets. Alleen wij twee. Dat hij van me hield. Dat er iemand van me hield. Waarom deed ik eigenlijk nog mijn best voor mijn ouders? Ik zou het nooit echt goed doen. Ik stelde ze toch al teleur. Ze waren toch niet echt geïnteresseerd in mij. En ik? Ik zette alles op alles om te zorgen dat het laatste beetje geluk dat ik had weg te duwen, voor hen.

Ik leg mijn hoofd in mijn kussen en adem uit, waardoor mijn kussen volledig op warmt. Wat lulde ik ook stom. Ik had het zelf gedaan. Ik had het zelf verpest. Alsof Matthyas anders wel voor me was gevallen ofzo. Zo werkte het niet. Nee, ik was gewoon een loser. Ik was de loser, niet hij. Was hij maar een loser. Maar nee, hij was de meest perfecte jongen op deze aarde. En wat ik ook probeerde, dat zou nooit veranderen in mijn ogen.

Alles aan jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu