Hoofdstuk 4

91 8 0
                                    

Aan de overkant van de dijk, in het grote, vrijstaande huis met een weelderige tuin, stonden Raoul en Robbie bij het raam van de woonkamer. De zon was al ondergegaan, en de schemering had zich over de straat gelegd, maar hun aandacht was gefocust op de woning tegenover hen, het huis waar ze de twee kinderen wel eens hadden zien lopen. Het was een schril contrast met hun eigen huis: waar hun tuin vol leven was, met bloemen, speeltoestellen, en de vrolijke stemmen van hun zoontjes, leek de woning van de kinderen kil en verlaten.

Raoul stond met zijn armen over elkaar geslagen, zijn gezicht bezorgd. "Rob, kijk nou eens," zei hij zacht, terwijl hij naar het raam wees. "Die kinderen... ze zijn weer thuis, maar er is iets niet in orde. Dat meisje ziet er zo uitgemergeld uit, en die jongen... het lijkt wel alsof hij altijd verdrietig is."

Robbie, die naast hem stond met een kop thee in zijn hand, knikte langzaam. Hij had de kinderen ook vaak gezien, meestal op momenten dat ze snel naar binnen glipten of langs de dijk liepen. Het jongetje, Koen, droeg vaak oude, versleten kleren, alsof hij zijn kleding al jaren niet had kunnen vernieuwen. Het meisje, Juliette, leek altijd in haar eigen wereld verzonken, met haar haren in de war en haar magere armpjes om haar buikje geslagen.

"Ze zien er inderdaad niet goed uit, Raoul," antwoordde Robbie, terwijl hij een slok van zijn thee nam. "En het is niet de eerste keer dat ik me zorgen maak. Ze lopen altijd met gebogen schouders, alsof ze iets met zich meedragen dat te zwaar is voor hun leeftijd."

Raoul haalde zijn hand door zijn haar en zuchtte diep. "Ik kan het gewoon niet loslaten. Wat als er iets mis is in dat huis? Wat als ze niet goed behandeld worden?"

Robbie knikte opnieuw, maar hij aarzelde. "Dat heb ik ook gedacht, maar wat kunnen we doen? We kennen ze nauwelijks, en we weten niet wat er zich daarbinnen afspeelt. Het laatste wat we willen, is verkeerde conclusies trekken."

"Misschien," zei Raoul, terwijl hij zijn blik strak op het huis tegenover hen gericht hield, "maar ik kan niet gewoon blijven toekijken. We hebben een verantwoordelijkheid als volwassenen, als buren zelfs, om te helpen als we denken dat er iets mis is."

Robbie zette zijn kopje thee neer en keek Raoul aan. "Wat stel je voor? Dat we aanbellen en vragen of alles in orde is? Dat gaat toch niet werken, Raoul. We moeten voorzichtig zijn."

Raoul zuchtte nogmaals, maar dit keer met een vastberadenheid die Robbie kende. "We kunnen in ieder geval proberen contact te leggen. Misschien een praatje maken als we ze buiten zien, of hen uitnodigen voor iets kleins, zoals een barbecue in de tuin. Als we ze beter leren kennen, kunnen we misschien meer te weten komen."

Robbie dacht even na en knikte toen langzaam. "Dat klinkt als een goed idee. We moeten gewoon laten zien dat we er voor hen zijn, zonder ze af te schrikken."

De twee mannen stonden nog een tijdje bij het raam, terwijl de laatste restjes daglicht langzaam verdwenen. De lucht werd donkerder, en in het huis aan de overkant gingen de lichten één voor één uit, alsof ze de buitenwereld volledig wilden buitensluiten. Het gevoel van onrust dat Raoul en Robbie al langer hadden, groeide alleen maar.

Ze dachten aan hun eigen tweeling, die nu boven lag te slapen, veilig en geborgen. Ze wisten hoe het voelde om te zorgen, om van iemand te houden en ervoor te willen zorgen dat die persoon niets tekortkwam. Maar aan de overkant van de dijk, waar het huis van Koen en Juliette stil en donker was, leek die liefde te ontbreken. Het was een gedachte die ze niet konden verdragen.

"We houden ze in de gaten," zei Raoul uiteindelijk, zijn stem vastberaden. "En als er iets is, als we iets zien dat niet klopt, dan ondernemen we actie. We laten ze niet in de steek, wat er ook gebeurt."

Robbie legde zijn hand op Raoul's schouder en knikte. "We doen het samen. Wat er ook nodig is, we zijn er voor ze."

En met die belofte in hun hart, keerden ze zich om van het raam, zich voornemend om niet alleen maar toeschouwers te blijven. Ze zouden de kinderen aan de overkant helpen, op welke manier dan ook.

Family line | BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu