Het was halverwege de schooldag toen Juul merkte dat haar wang steeds pijnlijker begon te worden. Elke keer dat ze sprak of lachte, voelde ze de strakke, kloppende pijn die door haar gezicht schoot. Ze had geprobeerd het te verbergen, net zoals Koen had gezegd, maar tegen lunchtijd was de blauwe plek op haar wang duidelijk zichtbaar geworden, een duistere vlek op haar anders zo bleke huid.
Tijdens de grote pauze was Juul alleen naar de speelplaats gelopen, haar hand instinctief tegen haar wang drukkend in een poging de pijn te verzachten. De andere kinderen speelden en lachten om haar heen, maar voor Juul voelde het alsof ze in een andere wereld stond, een wereld vol pijn en geheimen die ze met niemand kon delen.
Ze liep langs de rand van het speelveld, waar de schaduwen van de bomen zich over het gras uitstrekten, toen ze ineens Matthyas zag staan. Hij was alleen, net als zij, en leek haar meteen op te merken toen ze dichterbij kwam. Zijn ogen werden groot van bezorgdheid toen hij haar gezicht zag.
"Juul..." fluisterde Matthyas, zijn stem vol medeleven.
Hij stapte naar haar toe en voordat ze kon reageren, legde hij voorzichtig zijn hand op haar wang. Zijn aanraking was zacht, bijna teder, maar Juul kon niet voorkomen dat ze even ineenkromp van de pijn. Matthyas trok zijn hand niet weg; in plaats daarvan begon hij zachtjes over de blauwe plek te wrijven, alsof hij de pijn er gewoon weg kon strelen.
"Wat is er gebeurd?" vroeg hij, zijn stem breekbaar. Hij keek haar met een mengeling van bezorgdheid en verdriet aan, alsof hij al wist dat het antwoord hem zou kwetsen.
Juul probeerde te glimlachen, maar het was moeilijk met de pijn in haar wang en het schuldgevoel dat in haar borst brandde. Ze kon Matthyas niet vertellen wat er echt was gebeurd, hoe graag ze ook wilde. De woorden bleven vastzitten in haar keel, verstikt door de angst en de belofte aan Koen. Ze kon hem alleen maar aankijken, haar ogen vol tranen die ze wanhopig probeerde tegen te houden.
"Ik... ik heb gewoon pijn, Matthy," fluisterde ze uiteindelijk, haar stem trillend van emotie. Het was het enige dat ze kon zeggen zonder te veel te verraden.
Matthyas keek haar aan, zijn ogen gevuld met een begrip dat veel verder ging dan zijn tien jaren. Hij zei niets, maar trok haar langzaam naar zich toe en sloeg zijn armen om haar heen in een beschermende omhelzing. Juul voelde de warmte van zijn lichaam tegen het hare en het was alsof alle opgekropte emoties van de afgelopen dagen ineens losbraken.
Ze barstte in tranen uit, haar gezicht begraven in Matthyas' shirt terwijl de tranen vrijuit over haar wangen stroomden. Ze snikte zachtjes, haar kleine lichaam schokkend van de emoties die ze zo lang had geprobeerd binnen te houden. Matthyas hield haar stevig vast, zijn armen als een veilige haven om haar heen. Hij wiegde haar zachtjes, zijn handen troostend over haar rug strijkend terwijl ze haar tranen liet gaan.
"Ik ben hier voor je, Juul," fluisterde Matthyas zachtjes in haar oor. "Je hoeft het niet alleen te doen."
Juul knikte tegen zijn borst, maar ze kon nog steeds niet spreken. Het enige wat ze kon doen, was zich vastklampen aan Matthyas, de enige persoon die haar op dit moment een gevoel van veiligheid kon geven. Ze wilde hem alles vertellen-over de klappen, de pijn, de angst-maar ze wist dat ze dat niet kon. Dus zei ze niets, liet haar tranen voor haar spreken, terwijl Matthyas haar bleef wiegen, geduldig en vol liefde.
Na wat voelde als een eeuwigheid, maar in werkelijkheid slechts een paar minuten waren, trok Juul zich langzaam terug uit de omhelzing. Haar gezicht was nog nat van de tranen, en haar wang brandde nog steeds, maar de pijn leek iets minder scherp, minder allesoverheersend.
Matthyas keek haar aan, en zonder iets te zeggen, boog hij zich voorover en drukte nog een keer een zachte kus op de blauwe plek op haar wang. Het was een klein gebaar, maar voor Juul betekende het alles. Het was alsof hij probeerde de pijn weg te kussen, haar te laten weten dat hij haar leed zou dragen als hij kon.
"Hier," fluisterde Matthyas, zijn lippen nog zachtjes tegen haar huid. "Misschien doet het nu minder pijn."
Juul voelde een nieuwe traan over haar andere wang rollen, maar deze keer was het geen traan van verdriet. Ze keek Matthyas aan, haar hart gevuld met een warmte die ze niet vaak voelde. Zonder erbij na te denken, boog ze zich naar hem toe en drukte een kleine kus op zijn wang, precies op dezelfde plek waar hij haar had gekust.
"Dank je, Matthy," fluisterde ze, haar stem zacht maar oprecht.
Matthyas bloosde lichtjes, maar glimlachte terug naar haar. Ze bleven even stil staan, de wereld om hen heen vergeten, alleen zij tweeën in hun eigen veilige bubbel. In dat moment voelde Juul zich een beetje sterker, een beetje minder alleen. Misschien kon ze niet alles vertellen, maar ze wist dat ze altijd bij Matthyas terecht kon, dat hij er voor haar zou zijn, wat er ook gebeurde.
De bel ging, en het moment werd verbroken. Ze moesten terug naar de klas, terug naar de realiteit. Maar terwijl ze hand in hand naar binnen liepen, wist Juul dat ze dat ene moment van troost en tederheid altijd bij zich zou dragen. Het zou haar helpen doorgaan, zelfs op de moeilijkste dagen. En misschien, dacht ze terwijl ze naar Matthyas keek, zou het haar ook de kracht geven om ooit de waarheid te vertellen.