Tijdens het avondeten bij Matthyas thuis hing er een ontspannen sfeer. De tafel was gezellig gedekt, en Raoul had een van zijn beroemde ovenschotels gemaakt. Matthyas zat naast Juul, zoals hij altijd deed wanneer ze op bezoek was, en zorgde ervoor dat ze zich op haar gemak voelde. Juul had wat kleur op haar wangen gekregen sinds ze eerder die middag in slaap was gevallen op Matthy's kamer. Toch was er een zweem van somberheid in haar ogen die Matthy niet ontging.
"Juul, wil je nog wat van de salade?" vroeg Robbie, terwijl hij de kom naar haar toe schoof. Juul knikte en pakte netjes een lepel vol, maar het was duidelijk dat haar gedachten ergens anders waren.
Tijdens het eten babbelden Milo en Matthyas over school, voetbal, en alles wat hen bezighield. Juul bleef echter stil, haar blik op haar bord gericht. Het was Raoul die als eerste opmerkte dat er iets mis was.
"Is er iets, Juul?" vroeg hij zachtjes. "Je lijkt vandaag een beetje stil."
Juul keek even op, haar ogen schoten snel naar Matthyas en dan weer naar haar bord. Ze wist niet zeker of ze iets moest zeggen. Het voelde veilig hier, anders dan thuis, maar tegelijkertijd was het gevaarlijk om te veel te vertellen. Ze wist wat er zou gebeuren als haar vader erachter zou komen dat ze over hem praatte.
Maar het was Matthyas' hand die op haar arm rustte, een klein, geruststellend gebaar, dat haar deed besluiten om toch iets te zeggen. "Papa is vaak boos," mompelde ze, bijna onhoorbaar. Haar stem trilde een beetje.
De tafel viel stil. Zelfs Milo en Matthyas, die net nog aan het lachen waren, hielden op met praten. Iedereen leek zijn adem in te houden, wachtend op wat Juul verder zou zeggen. Maar ze bleef zwijgen, haar ogen vol zorgen en angst.
Matthyas, die de spanning voelde en zag hoe moeilijk het voor Juul was, deed het enige wat hij kon bedenken om haar op haar gemak te stellen. Hij boog zich naar haar toe en drukte een zachte kus op haar voorhoofd, precies zoals hij eerder die dag had gedaan. "Het komt goed, Juul," fluisterde hij geruststellend. "We zijn er voor je."
Juul glimlachte zwakjes, dankbaar voor de steun van Matthyas, maar het verdriet in haar ogen bleef. Raoul en Robbie wisselden een snelle blik van bezorgdheid. Ze hadden al langer vermoed dat er iets niet in orde was in huize Van Heest, maar nu Juul er zelf iets over had gezegd, was het duidelijker dan ooit dat er meer speelde dan ze hadden durven vermoeden.
Toen het eten voorbij was en het tijd was om Juul naar huis te brengen, pakte Matthyas haar hand vast en hield die stevig vast tijdens de hele wandeling. Ze kwamen voor de deur van haar huis, en ondanks het warme afscheid, leek Juul weer terug te keren in haar beschermende cocon van stilte en terughoudendheid.
"Zorg goed voor jezelf, Juul," zei Matthyas zachtjes voordat hij haar losliet. Juul knikte, en met een laatste blik op Matthyas, ging ze naar binnen, waar de donkere schaduw van haar vader op haar wachtte.
Raoul en Robbie keken toe totdat de deur achter Juul sloot. Hun harten waren zwaar. Ze wisten dat het tijd was om in te grijpen. Dit was niet langer iets wat ze konden negeren of aan het toeval konden overlaten. Ze moesten iets doen om te helpen, voordat het erger werd.
Thuis aangekomen, nadat ze Milo en Matthyas naar bed hadden gebracht, zaten Raoul en Robbie samen in de woonkamer. De avond was stil, op het zachte tikken van de klok na, maar hun gedachten waren luidruchtig, vol zorgen om Juul en Koen.
"We kunnen dit niet laten gaan, Raoul," zei Robbie uiteindelijk, zijn stem vastberaden. "We moeten een melding maken. Dit is niet oké."
Raoul knikte. Hij wist dat Robbie gelijk had. "Ik ben het met je eens. Die kinderen hebben hulp nodig. Als wij niets doen, wie dan wel?"
Ze bleven even stil, ieder diep in gedachten verzonken. Het besluit was zwaar, maar ze wisten dat het de juiste keuze was. Ze konden niet langer toekijken en hopen dat alles vanzelf goed zou komen. Het was tijd om actie te ondernemen.
Robbie pakte zijn telefoon en begon het nummer van de instanties in te toetsen. Terwijl hij de eerste stappen zette om een melding te maken wegens verdenking van huiselijk geweld, voelde hij zowel angst als vastberadenheid. Ze hadden de verantwoordelijkheid om Juul en Koen te helpen, en dat zouden ze doen, wat de consequenties ook mochten zijn.
En zo, terwijl de nacht overging in stilte, wisten Raoul en Robbie dat ze misschien wel het eerste licht van hoop hadden gebracht in het duistere leven van Koen en Juul.