Thuis bij Matthyas was het huis gevuld met de gebruikelijke rust en warmte. Na school waren Milo en Matthyas samen binnengekomen, zoals altijd uitgelaten en vol verhalen over hun dag. Maar vandaag had Matthyas iets anders op zijn hart, iets dat hij niet langer voor zichzelf kon houden.
Tijdens het eten zat Matthyas stil en ongewoon serieus aan tafel, zijn gedachten duidelijk ver weg van het bord voor hem. Robbie en Raoul, die altijd goed op hun zonen letten, merkten dit meteen op. Robbie, die tegenover Matthyas zat, boog zich naar voren en legde zijn hand op die van zijn zoon.
"Matthyas, wat is er aan de hand? Je lijkt zo stil vandaag," vroeg Robbie zachtjes, zijn stem vol zorg.
Matthyas keek op, zijn ogen even groot en onzeker. Hij wist dat hij zijn zorgen niet langer voor zichzelf kon houden. Hij moest het met iemand delen, en wie kon hij beter vertrouwen dan zijn vaders?
"Papa..." begon Matthyas aarzelend, zijn stem breekbaar. "Ik... ik maak me zorgen om Juul."
Robbie en Raoul wisselden een snelle blik uit. Ze hadden beide gemerkt dat de kinderen die middag weer wat stiller waren geweest dan normaal, maar Matthyas' woorden bevestigden wat ze al vreesden. Robbie kneep zachtjes in Matthyas' hand om hem aan te moedigen door te gaan.
"Wat is er aan de hand met Juul, lieverd?" vroeg Robbie, terwijl Raoul zijn stoel iets dichterbij schoof, zijn aandacht volledig op zijn zoon gericht.
Matthyas slikte en haalde diep adem voordat hij verder sprak. "Vandaag, op school... Ik zag dat Juul een hele grote blauwe plek op haar wang had. Ze zei dat ze pijn had, maar ze wilde niet zeggen hoe het was gebeurd. Ze huilde, papa. Ik... ik weet niet wat ik moet doen om haar te helpen."
Robbie voelde een koude rilling over zijn rug lopen. Hij wist dat kinderen soms verwondingen konden oplopen tijdens het spelen, maar iets in de manier waarop Matthyas sprak, en in de ernst in zijn ogen, vertelde hem dat dit niet zomaar een ongeluk was.
Raoul legde een hand op Matthyas' schouder en keek hem met een bezorgde blik aan. "Je hebt goed gedaan om het ons te vertellen, Matthyas. We moeten erachter komen wat er aan de hand is."
Robbie knikte instemmend en stond op van de tafel. "Ik ga nu naar hun huis om polshoogte te nemen. Misschien kunnen we vragen of Juul vanavond hier komt eten en spelen, zodat ze even uit die omgeving is."
Matthyas keek op met een mengeling van hoop en bezorgdheid in zijn ogen. "Mag ik meegaan, papa? Ik wil Juul vragen of ze bij ons wil komen. Misschien... misschien zegt ze wel ja als ik het vraag."
Robbie glimlachte bemoedigend naar zijn zoon en knikte. "Natuurlijk, Matthy. We gaan samen."
Ze verlieten het huis en liepen de korte afstand naar het huis van Koen en Juul. Het was stil op straat, de lucht zwaar van de naderende schemering. Terwijl ze naar de deur liepen, voelde Matthyas een zenuwachtig gevoel in zijn maag, maar hij wist dat dit belangrijk was. Hij wilde Juul helpen, koste wat het kost.
Toen ze bij de voordeur aankwamen, klopte Robbie stevig op de deur. Na een paar momenten werd de deur geopend door Juul's vader, zijn ogen iets te scherp, zijn houding iets te afstandelijk. Robbie glimlachte beleefd, maar Matthyas voelde de spanning meteen in de lucht hangen.
"Goedenavond," begon Robbie, zijn stem vriendelijk maar vastberaden. "Mijn zoon Matthyas en ik wilden even langs komen om te vragen hoe het met Juul en Koen gaat. We hebben gehoord dat Juul zich vandaag niet zo goed voelde op school."
De vader van Juul keek hen aan, zijn ogen een moment vernauwd voordat hij langzaam knikte. "Juul is in orde. Ze had een ongelukje, dat is alles. Kinderen zijn soms onvoorzichtig."
Matthyas kon het niet helpen om naar binnen te gluren, op zoek naar Juul of Koen, maar hij zag alleen maar schaduwen. Hij schraapte zijn keel en stapte een beetje naar voren.
"Meneer, zou Juul misschien vanavond bij ons mogen komen spelen? Ze kan ook blijven eten. Ik... ik denk dat het haar goed zou doen."
Er viel een ongemakkelijke stilte. De vader van Juul leek even te aarzelen, alsof hij nadacht over hoe hij moest reageren. Uiteindelijk haalde hij zijn schouders op, zijn stem vlak. "Als Juul dat wil, is dat goed. Maar ze moet om stipt acht uur thuis zijn."
Matthyas voelde een golf van opluchting door zich heen gaan en knikte snel. "Dank u wel, meneer!"
Juul's vader riep haar naar de voordeur. Na een paar seconden verscheen Juul, haar gezicht bleek en haar ogen schichtig. Toen ze Matthyas zag, verscheen er echter een klein glimlachje op haar gezicht, iets dat Matthyas direct opviel en zijn hart even deed overslaan.
"Juul, wil je met Matthyas meegaan om bij hem thuis te spelen en te eten?" vroeg haar vader op een toon die bijna een bevel leek.
Juul knikte langzaam, haar ogen gericht op Matthyas. Ze liep voorzichtig naar buiten en Robbie glimlachte naar haar. "Kom maar, lieverd. Je bent altijd welkom bij ons."
Toen ze zich omdraaiden en terugliepen naar het huis van Raoul en Robbie, voelde Matthyas zich een beetje lichter. Juul was bij hen, en hoewel hij wist dat dit de situatie niet volledig oploste, gaf het hem een beetje hoop. Ze zouden haar een veilige plek bieden, al was het maar voor één avond.