Hoofdstuk 10

83 6 0
                                    

Na het eten was de sfeer in huis bedrukkend stil. Koen en Juliette hadden nauwelijks durven ademhalen terwijl hun vader zijn bord afwaste, elke beweging hard en gejaagd. De spanningen die tijdens het avondeten waren ontstaan, leken als een onzichtbare storm door het huis te razen, klaar om elk moment weer los te barsten.

"Ga naar boven," beval hun vader uiteindelijk, zijn stem nog steeds scherp. "En geen gekkigheid. Ik wil geen gedoe meer vanavond."

Koen pakte Juliette's hand en leidde haar zonder protesten naar boven, dankbaar voor elk moment dat ze buiten het bereik van hun vader konden doorbrengen. Hun stappen klonken dof op de houten trap, en eenmaal boven in hun kleine kamers voelden ze een kleine, maar betekenisvolle verlichting. Het was niet veel, maar het was iets.

Koen hielp Juliette om haar tanden te poetsen en haar pyjama aan te trekken, en daarna kropen ze samen op haar bed, terwijl ze probeerden de dag achter zich te laten. Ze spraken niet, zeiden niets over wat er eerder was gebeurd; hun stilzwijgen was een onuitgesproken overeenkomst, een manier om elkaar te beschermen tegen de harde werkelijkheid.

Maar net toen de rust langzaam terugkeerde, klonk er een plotselinge, scherpe bel van beneden. Het geluid van de deurbel was onverwacht en deed beide kinderen opschrikken. Koen voelde zijn hart weer sneller kloppen. Wie zou er op dit tijdstip aan de deur staan?

Zachte voetstappen van beneden vertelden hen dat hun vader naar de deur liep. Koen luisterde gespannen, probeerde te onderscheiden wat er zou gebeuren. Even later klonk de stem van hun vader, gedempt maar nog steeds hoorbaar, gevolgd door het geluid van twee jongere stemmen.

"Koen! Juliette!" riep hun vader plotseling van beneden, zijn stem verrassend kalm. "Kom eens hier."

Koen wisselde een snelle blik met Juliette voordat hij voorzichtig van het bed gleed. Ze volgden de oproep, voorzichtig de trap aflopend, elk treden afwegend alsof ze op glas liepen. Toen ze beneden kwamen, zagen ze tot hun verbazing Milo en Matthyas in de deuropening staan.

Milo, de meer extraverte van de tweeling, stond vooraan met een brede glimlach op zijn gezicht. "Hey Koen, Juul," begroette hij hen vrolijk, alsof ze elkaar dagelijks zagen. "We vroegen ons af of jullie zin hebben om even in onze tuin te komen spelen. Het is nog vroeg en papa zegt dat het mag."

Koen keek verrast naar Milo, en daarna naar Matthyas, die schuin achter zijn broer stond en een beetje verlegen naar de grond keek. Het was een onverwachte uitnodiging, zeker gezien de tijd van de dag, maar de gedachte aan even weg zijn van het huis, van hun vader, was verleidelijk.

Koen wilde het graag, maar hij wist ook dat hij moest wachten op toestemming. Hij draaide zich langzaam om naar zijn vader, die naast de deur stond met zijn armen over elkaar geslagen.

Hun vader keek de twee kinderen een moment zwijgend aan, zijn ogen berekenend. Het was alsof hij een stille afweging maakte. Maar uiteindelijk haalde hij zijn schouders op en gaf een kort knikje.

"Ga maar," zei hij kortaf. "Maar jullie zijn om stipt 20.00 uur terug. Geen minuut later. Begrijp je dat, Koen?"

Koen knikte snel, zijn opluchting zorgvuldig verborgen. "Ja, papa. We zijn op tijd terug, beloofd."

Zijn vader wierp hen nog een laatste blik toe, vol stille waarschuwingen, voordat hij zich omdraaide en weer naar de woonkamer liep. Koen voelde de spanning in zijn schouders iets zakken, terwijl hij Juliette's hand pakte en samen met Milo en Matthyas de voordeur uitging.

Buiten was de lucht koel en verfrissend, de avondschemering hing als een zachte deken over de straat. Het voelde bijna bevrijdend, de druk van het huis viel van hen af, zelfs al was het maar tijdelijk.

Milo begon direct enthousiast te praten over wat ze konden doen in de tuin, zijn woorden vlogen snel en vrolijk. "We kunnen verstoppertje spelen, of misschien hebben we nog tijd om iets te bouwen met de takken die we vanmiddag hebben verzameld. Wat denken jullie?"

Koen knikte, zijn mondhoeken voorzichtig omhoog krullend in een glimlach. Het was vreemd om zich zo licht te voelen, zelfs al was het maar voor even. Juliette bleef stil, maar haar greep om zijn hand was ontspannen, een teken dat ook zij zich iets meer op haar gemak voelde.

Terwijl ze de dijk overstaken naar het huis van Milo en Matthyas, leek de dreiging van hun vader ver weg, bijna onwerkelijk in het zachte avondlicht. Voor een moment, zelfs al was het maar kort, konden ze even vergeten wat er thuis op hen wachtte en genieten van het simpele plezier van spelen in de tuin van hun vrienden.

En hoewel Koen wist dat ze op tijd terug moesten zijn, voor nu besloot hij dat het oké was om dat moment van vrijheid te omarmen.

Family line | BankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu