Die avond was het in huis stil, een zeldzaam moment van rust die Koen en Juliette maar al te goed kenden. Hun vader was weg, waarschijnlijk naar de kroeg of ergens anders waar hij zijn frustraties kon botvieren. Voor Koen voelde het alsof er een zware last van zijn schouders was gevallen, al was het maar voor even. Hij wilde deze momenten van stilte en vrede zoveel mogelijk benutten, om te zorgen voor Juliette en om zichzelf eraan te herinneren dat ze elkaar hadden, zelfs als alles om hen heen leek in te storten.
Koen had besloten om iets speciaals voor Juliette te doen, iets om haar op te vrolijken na alles wat er eerder op de dag was gebeurd. Hij wist dat hij geen chef-kok was, maar hij had genoeg keren naar hun moeder gekeken toen ze nog leefde, om te weten hoe hij iets simpels kon maken. Pasta Pesto was altijd Juliette's lievelingseten geweest, en hij wilde haar dat geven, zelfs als hij maar een paar ingrediënten had.
Met een paar pakken pasta die hij in de voorraadkast had gevonden en een potje pesto dat achterin de koelkast stond, ging Koen aan de slag in de keuken. Terwijl het water begon te koken en de geur van basilicum en knoflook zich door de ruimte verspreidde, voelde hij een vleugje voldoening. Het was niet veel, maar het was iets wat hij voor haar kon doen.
Toen de pasta klaar was, schepte hij twee kleine bordjes vol en zette ze op de tafel. Hij riep Juliette, die op de bank in de woonkamer zat, met een oude deken om zich heen geslagen. Haar gezicht klaarde op toen ze het bord voor zich zag staan.
"Pasta Pesto!" zei ze blij, haar ogen groot van opwinding. Het was een glimlach die Koen zelden zag, maar die alles waard was.
"Ja," antwoordde Koen met een zachte glimlach, blij dat hij iets had kunnen doen om haar gelukkig te maken. "Het is misschien niet zo goed als die van mama, maar ik hoop dat je het lekker vindt."
Juliette knikte enthousiast en pakte haar vork op. Ze begon te eten met kleine hapjes, en Koen zag hoe ze genoot van elke hap. Hoewel ze langzaam at, alsof ze elk moment van vreugde wilde uitrekken, zag Koen dat de pijn in haar buik even naar de achtergrond verdween. Dat was alles wat hij wilde-dat ze zich even beter zou voelen.
Na het eten hielp Koen haar om haar bord naar de keuken te brengen. Ze had niet veel gegeten, maar hij was blij dat ze iets binnen had. Daarna besloot hij dat het tijd was voor een warm bad. Juliette had dat nodig, niet alleen om het vuil en de pijn van de dag weg te spoelen, maar ook om te ontspannen en een beetje warmte te voelen in een wereld die vaak zo koud voor hen was.
Koen liet het bad volstromen met warm water en voegde een beetje van de oude badschuim toe dat nog in een hoek van de badkamer stond. Het schuim borrelde op en verspreidde een zachte geur die hen allebei aan betere tijden deed denken. Hij hielp Juliette uit haar kleren en hield zijn adem in toen hij de blauwe plekken op haar kleine lichaam weer zag. Ze waren nog steeds zo duidelijk, zo pijnlijk om te zien, maar hij zei niets. Hij wist dat woorden soms alleen maar extra pijn deden.
Toen Juliette in het bad zat, zag Koen hoe ze eindelijk wat ontspande. Het warme water leek haar te kalmeren, en ze sloot haar ogen terwijl ze zachtjes tegen de rand van het bad leunde. Koen zat op de rand van het bad en hield haar hand vast, gewoon om haar te laten weten dat hij er was.
Na een tijdje, toen het water begon af te koelen, hielp Koen haar uit het bad en wikkelde haar in een grote, zachte handdoek. Hij droogde haar voorzichtig af en hielp haar in een schoon, zacht pyjamaatje dat nog van hun moeder was geweest. Juliette glimlachte zwakjes naar hem terwijl hij haar optilde en naar zijn eigen kamer bracht.
"Waarom slaap ik vannacht in jouw bed?" vroeg ze zachtjes terwijl hij haar neerlegde.
"Gewoon," zei Koen, terwijl hij naast haar kroop en de dekens over hen heen trok. "Omdat ik dat fijn vind. En ik denk dat jij dat ook vindt, toch?"
Juliette knikte en schoof dicht tegen hem aan, haar kleine lichaam warm tegen het zijne. Koen voelde haar ademhaling langzaam gelijkmatiger worden, en hij wist dat ze bijna in slaap viel. Het bed was klein, maar voor hen beiden was het genoeg. Ze waren zo dun dat ze makkelijk naast elkaar pasten, en Koen voelde zich beschermd en gerustgesteld door haar aanwezigheid, net zoals zij door de zijne.
"Koen?" fluisterde Juliette, haar ogen half gesloten.
"Ja, Juul?"
"Dank je," mompelde ze slaperig. "Voor alles."
Koen glimlachte in het donker en gaf haar een zachte kus op haar voorhoofd. "Altijd, Juul," fluisterde hij terug. "Ik zal altijd voor je zorgen."
En terwijl de stilte van de nacht hen omhulde, vielen ze samen in slaap, twee kleine, kwetsbare zielen die elkaar vasthielden in een wereld die vaak zo wreed voor hen was. Voor nu was het goed, en dat was alles wat ze nodig hadden.