Delani Familie

3.1K 67 10
                                    

Langzaam word ik wakker. Zonlicht prikkeld in mijn ogen. Ik doe ze open. Ik gaap even. Ik kijk links van me en kijk recht naar Jake's gezicht. Hij slaapt. Ik ga overeind zitten en wrijf in mijn nog slaperige ogen. Ik zit nog op de bank. Jake ziet er echt schattig en kwetsbaar uit als hij slaapt. Ik glimlach. Niemand staat in de woonkamer. Bella komt zachtjes om de hoek kijken. "Je bent wakker. Eindelijk, het is al tien voor half twaalf." Zegt ze glimlachend. Ik lach terug. "Die slaapkop naast mij anders nog niet." Zeg ik. Mijn moeder kijkt naar Jake. Ze glimlacht en loopt weer weg. Ik sta op en rek me nog eens uit. Jake blijft nog steeds slapen. Ik luister en hoor andere die buiten zijn. Opeens hoor ik een boze stem. Ik herken de stem. Het is Tanya. Ik loop naar buiten. "Je kunt niet zomaar een wildvreemde vampier in huis nemen! Dat weten jullie toch!" Hoor ik haar zeggen. Ik verstop me achter een boom. Mijn hartslag kan me verraden maar ik probeer zo lang mogelijk verstopt te blijfen. Edward en Carlisle pratrn met Tanya. "Had mijn dochter haar daar dan moeten laten liggen, zodat ze daarna iedereen kon afslachten? "Zegt Edward een beetje ingehouden. Tanya is even stil. "Jullie hadden haar van ons terrein moeten houden!" Zegt ze dan. "Wij hadden geen idee dat ze door het lint zou gaan. Jasper zegt dat ze waarschijnlijk een heleboel te verwerken heeft omdat ze zo plots veranderd is." Zegt hij rustig. Tanya zegt niks meer. Ze luisterd ergens naar. Opeens staat ze voor me. "Hallo Nessie, wat doe jij dan achter deze boom?" Ze kijkt me vragend aan. "Nou ehm...je weet wel...gewoon." Ik zie dat mijn vader moeite heeft om niet te lachen omdat ik een slechte leugenaar ben. Carlisle probeerd ook nog serieus te kijken. Tanya lacht. "Ik begrijp wel dat je nieuwsgierig bent. Het geeft niks." Zegt ze vrolijk. Ze geeft me een knuffel. "Wat fijn je weer te zien." Zegt ze. Dan draait ze zich om naar Edward en Carlisle. "Jullie spreek ik nog wel." Zegt ze boos. Ze zwaait naar mij en stapt in haar zilveren porsche. Dan is ze weg. Ik draai me om naar mijn vader en Carlisle. "En leg me nu uit wat er gebeurd is." Edward kijkt naar Carlisle. Carlisle begint te vertellen. "In het begin van het jagen ging het goed. Maar toen raakte ze opeens in paniek. Ze rende overal en nergens heen. Uiteindelijk kwamen we bij de Denali familie." Ik kijk verbaasd. "Zo ver weg?!" Mijn vader knikt en Carlisle gaat verder. "Toen ze een vreemde vampier roken gingen ze kijken. Het was erg vreemd want Caitlyne ging ze aanvallen." Ik kijk geschrokken. "Iedereen is veilig, we konden haar daar weghalen. Ze zit nu veilig op zolder." Ik denk even na en ren dan snel het huis in. Al vallend en stuntelend kom ik toch bij zolder. Voor het raam zit Caitlyne uit het raam te staren. Haar ogen zijn nu goud, maar toch nog wat donkerder dan bij de andere. Ze doet niks als ik naast haar ga zitten. Opeens zegt ze wat. "Je ruikt lekker, maar niet zoals een vampier. En je hart maakt een raar geluid, het gebonk gaat te snel." Ze kijkt me nog onderzoekend aan. "Wat ben jij?" Vraagt ze nieuwsgierig, maar ook een beetje angstig. "Ik ben halfvampier, mijn moeder was nog mens maar mijn vader een vampier toen ze mij kregen." Ze denkt na en knikt dan begrijpend. Ze wrijft over haar keel alsof dat haar pijn zou verminderen. Ik kijk haar vragend aan. "Ik heb nog steeds last van mijn keel." Ze probeert te glimlachen. "De vampier die mij beet...ik had zijn gezicht gezien. Hij had donkere haren, en een zwarte cape. Hij zei iets voor het bijten, iets als "In naam van de Volturi." Ik verstijf bij het laatste woord. Volturi. "Wie van deze mannen was het?" Ik legde mijn hand op haar wang. Ze schrikt als ik haar het beeld van mijn eerste ontmoeting met de Volturi laat zien. "Het is die ene naast het meisje met bijna witte haren. Met een strakke knot erin." Ik denk na over zijn naam. Dan schiet het me te binnen. "Alec!" Ze knikt."Zou best kunnen." Dan staart ze weer naar buiten. Mijn teken om haar alleen te laten. Ik ga weer naar beneden. Ik mis de laatste tree en val voorover. Inplaats van de grond te raken val ik in twee gespierde warme armen. Ik kijk omhoog en zie een glimlachende Jake. "Je bent wakker!" Ik geef hem een kus en kijk hem dan weer aan. "Tuurlijk ben ik wakker!" Zegt hij op sarcastische toon. Hij glimlacht mijn favoriete glimlach. Dan kijkt hij verdrietig. "Wanneer gaan jullie eigenlijk verhuizen? Jullie laten je niet meer zien, maar ooit moet iemand ontdekken dat jullie er nog zijn." Zegt hij. Ik denk na over wat ik zeggen. Eerlijk gezegd wist ik het zelf niet eens. "Je zult dat toch echt aan Carlisle moeten vragen." Antwoord ik. Hij knikt. Opeens komt Caitlyne naar binnen lopen. "Jakkes! Wat stinkt hier zo erg!" Ze loopt naar Jake en snuift nog eens. "Gadver! Jij bent het!" Zegt ze gepikeerd. Jake kijkt me vragend aan. "Is dat de nieuweling?" Vraagt hij. Ik knik. Caitlyne wil naar buiten lopen maar ik sta snel naast haar en pak haar arm. "Ik wil alleen even naar buiten!" Zegt ze. Ze rukt haar arm los en wil naar de deur rennen. Jake pakt gaar vast. Omdat hij in mensenvorm is, is hij zeker niet sterker. Ze pakt zijn arm vast en vloert hem. Jasper komt snel naar binnen gerend. Hij hoorde het waarschijnlijk van waar hij ook was. Hij pakt haar armen vast en duwt haar op de grond. Als ze kalmer lijkt te zijn laat hij los. Ze gaat op de bank zitten met haar handen voor haar gezicht. Jake ligt kreunend van pijn nog op de grond. "Carlisle!" Roep ik. Carlisle komt eraan gesneld en helpt Jake overeind. Waar Jake op de grond was gekomen zit nu een dikke duik. Ik kijk naar Caitlyne die gerustgesteld word door Jasper. Ik loop daarna achter Carlisle aan naar zijn werkkamer. Ik plof in een stoel terwijl hij Jake onderzoekt. Ik verveel me en sta uiteindelijk op om zijn schilderijen te bekijken. Als ik bij een schilderij van hem en de Volturi kom slik ik even moeizaam als de herinnering van vroeger naar bovenkomt. Ik was zo bang toen, ik wist niet wat er zou gebeuren. Dan herinner ik me weer wat Caitlyne me had verteld. Carlisle had mijn moeizame slik gehoord want ik voel opeens een hand op mijn schouder. "Gaat het wel?" Vraagt hij bezorgd. "Het gaat wel, alleen moet ik je nog wat vertellen." Net als ik het wil zeggen kreunt Jake weer van pijn. Carlisle gaat naar hem toe en zegt ondertussen "Het spijt me Nessie, maar eerst moet ik hem even helpen." Ik knik begrijpend. "Ik ga even jagen, ik heb dorst." Carlisle knikt. Ik ben blij dat hij in mijn leugen trapt, want eigenlijk wou ik gaan kijken of er nog sporen van Alec waren.

Twilight Life Of RenesmeeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu