Twilight Life Of Renesmee

Vakantie

Langzaam doe ik mijn ogen open. Ik kijk rond. Dit is niet de auto meer. Ik lig op een wit groot 2-persoons bed. Er zitten grote ramen in de witte muren. Ik kijk uit op het strand en de zee. Waren we al op isle Esmeé? O ja ik was in slaap gevallen. Ik kijk naast me. Zoals ik verwachte lag Jake daar. Hij slaapt ook. Ik kijk nog eens naar buiten. De zon is erg naar beneden. Ik kijk op mijn horloge. 18:06. Opeens merk ik dat ik het erg warm heb. Ik stap het bed uit. Ik trek mijn warme kleding uit en kijk in mijn koffer. Ik pak er een korte strakke spijkershorts uit en een lichtblauw korte mouwen T-shirt. Ik trek maar geen schoenen aan. Ik loop naar de badkamer en doe een hoge staart in. Tevreden loop ik naar de keuken. Ik was hier al vaak geweest dus ken ik het hele eiland en het huis uit mijn hoofd.

In de keuken kijk ik in de kastjes. Ze waren vast langs een winkel gegaan want er staat eten voor Jake. Ik kijk uit het raam en zie iedereen buiten zitten. Ik loop naar buiten. "Hey slaapkop." Groet mijn moeder me. Ik glimlach even. "Jij hebt lang geslapen." Zegt ze daarna. "De hele dag ja. En je zat de hele tijd te praten over de volturi tijdens het slapen." Zegt mijn vader dan. Ik praat altijd in mijn slaap. Mijn moeder zegt dat ik dat van haar heb. Alice zit met Jasper te schaken. Ik zie Carslisle, Rosalie, Emmet en Esmeé zwemmen. Ik ga in het warme zand liggen. Ik sluit mijn ogen en geniet van de zon. Ik word niet bruin maar de warmte is prettig. Ik hoor voetstappen en doe mijn ogen open en ga overeind zitten. Caitlyne komt naast mij zitten. "Dit is een prachtig eiland. Ik heb het sinds aankomst doorgeploegd. Ik heb een hele coole grot ondekt." Ze staat op. "Kom dan laat ik het je zien!" Ze rent het woud in. Snel volg ik. Ik heb moeite haar bij te houden omdat ze een nieuweling is. We klimmen over een paar rotsen en komen steeds hoger. Uiteindelijk komen we bij een gat. Caitlyne springt erin. Ik kijk eerst om me heen. Hier was ik nog nooit geweest. Dan volg ik Caitlyne. Ik kom in warm water terecht. Caitlyne is verder gezwommen. Ik volg haar snel. We komen bij een open plek in de grot waar een gat in de bovenkant van de grot zit. Daar komt een zonnestraal doorheen die midden in het water terechtkomt. "Het is prachtig." Zeg ik. Caitlyne knikt. "Ja, dat is het." Ik kijk om me heen en zie een stuk waar je droog kunt staan. Ik zwem erheen en klim erop. Er staan kleine tekeningen op de rotswand. Ik ga met mijn hand over de tekeningen. Opeens voel ik wat bewegen onder mijn hand. Ik kijk eens. Het was een soort verborgen hendel. Opeens stroomt al het water weg en komt er een kleine rots tevoorschijn. "Caitlyne? Wat is dat?" Zeg ik verbaasd. "Dat wou ik laten zien, ik dacht dat jij het wel wist?" Zegt ze. Ik schud mijn hoofd. Ik kijk op de tekeningen. Er staat een vrouw met twee duidelijke scherpe tanden die een man bijt. Daarna zie je een plaatje van de man en de vrouw naast elkaar. Allebei met puntige hoektanden. "Zijn er nog meer plaatjes?" Vraag ik. Caitlyne knikt en wijst naast de tekeningen "Achter dat stuk mos." Ik duw het mos opzij en zie nog meer tekeningen. Je ziet een normaal mens de twee vampieren doden met vuur. Later zie je een vrede teken. "De mensen geloofde vast dat als de vampieren weg waren al het kwaad in de wereld ook weg zou zijn." Zeg ik. Dat had ik in een boek gelezen. "Het zijn maar tekeningen." Zeg ik. Maar dan kijk ik naar de rots die uitsteekt. Ik raak hem aan. "Auw! Die is erg heet." Caitlyne kijkt om zich heen. "Renesmee! De ingang is dichtgegaan!" Ik kijk ernaar, en inderdaad de ingang is dicht. "Dit is een oude trap, ze dachten vroeger dat vampieren niet tegen zonlicht konden. Daarom zit dat gat boven in de rots zodat de vampier verbrand zou worden." Zeg ik. Caitlyne knikt begrijpend. Ik pak een stuk rots vast en klim naar boven. Ik ga via het gat uit de rots. Caitlyne volgt snel. "Dat was...raar." Zegt Caitlyne. "Inderdaad." Zeg ik. "Zullen we terug gaan naar het huis?" Zeg ik. Caitlyne knikt. Snel zijn we thuis. "Carlisle!" Roep ik direct. Meteen komt hij eraan. "Wat is er?" Vraagt hij. "We hebben een vampier val gevonden!" Zeg ik enthousiast. "Wat apart. Dat had ik nooit van dit eiland gedacht. Waar is het? Ik zou het graag willen onderzoeken." Als Caitlyne de weg heeft gewezen lopen we naar de rest. Ze zijn aan het opdrogen in de zon. Jake komt naar buiten lopen. "Hey Jake, ook wakker?" Zeg ik plagerig. Hij knikt en rekt zich uit. Hij loopt naar me toe en geeft me een zoen. Samen gaan we zitten en kijken naar de zonsondergang.