"Je bent laat, Elias." Vrouwe Du'Quinione is op zijn zachtst gezegd niet blij met het feit dat hij veel te laat is. Sterker nog, ze is woedend, maar ze uit het niet op die manier. Ze heeft een aparte manier van laten zien dat ze kwaad is. Het enige wat ze doet is koud kijken. Zo verschrikkelijk koud en woedend dat de blik van Saffiera even geleden er niets bij vergeleken is. Haar hele gezicht is neutraal vertrokken, haar lippen op elkaar gedrukt in een smal lijntje onder haar neus, haar wenkbrauwen lichtelijk gefronst, maar haast onmerkbaar. Ja, het zijn die ogen waaraan je kunt zien dat ze het absoluut niet waardeert dat hij niet stipt op tijd was voor zijn lessen in gedrag en etiquette. "Een echte heer komt altijd precies op tijd, Elias. Hij is punctueel en attent. Hij komt niet als een slons aangelopen, ruim te laat voor zijn lessen. Het is wel duidelijk. Je bent nog lang geen heer.'
Hij zucht en biedt uitgebreid zijn excuses aan. "Mihi dolet, domina," zegt hij, een van de zinnetjes gebruikend die hij van de vrouw moest leren voor zijn Latijnse lessen. "Ik heb het nooit op deze manier bedoeld. Tot het middaguur ben ik voor het eerst onderwezen in de drakenleer. Hier ben ik volledig het verloop van de tijd kwijtgeraakt, en ik heb me zo veel mogelijk gehaast om zo min mogelijk van uw les te missen, domina."
Ze kijkt hem nog steeds met een ijskoude zilveren blik aan, een blik waar je bijna bang van wordt.
Correctie: Een blik waar hij bang van wordt.
"Nu heb ik nog minder tijd om je om te toveren in een iets minder grote barbaar voor het diner," zucht ze. "Zoveel te doen in zo weinig tijd... We gaan vandaag verder met je spraak, je houding en je kennis van de rest van de huizen."
"Paenitet, domina, maar welk diner bedoelt u?" vraagt hij verward. Hij weet niets van een diner, welk diner?
"Over tien dagen is het maandelijkse diner van de Huizen van de Stad van de Drakenrijders. Alle leden van alle hoogstaande Huizen komen voor het grote diner, dat deze maand in de grote hal van Huize Caelum plaats zal vinden."
Als het tot de vrouw doordringt dat hij nogal verbaasd en verward voor zich uit staart, zucht ze luid. "Jongelingen weten ook niets dezer dagen." Ze houdt even stil en slaat haar handen stijfjes over elkaar heen. "Ik neem aan dat het geen probleem is dat ik begin met het onderwijzen in de Huizen. Ga zitten, Elias. In de juiste houding die ik je gisteren heb aangeleerd, uiteraard."
Hij gaat zitten op de oncomfortabele houten stoel, zijn rug en schouders recht, zijn borst vooruit en zijn hoofd opgeheven. Zijn handen liggen opgevouwen in zijn schoot, precies zoals de vrouw hem geleerd heeft. Zelf gaat ze achter een soort van lessenaar staan, met achter haar een krijtbord, zo een die ze ook hadden in het Huis. Daar kreeg hij alleen les in economie, taal, religie en cultuur, maar hier zijn er hele boeken die voor totaal andere lessen worden gebruikt.
Ze pakt een groot stuk krijt, wikkelt er een stoffen krijthouder omheen zodat haar handen niet vies worden en schrijft een eerste woordgroep op het bord.
"Huizen van de Stad van de Drakenrijders," zegt ze. "Er zijn vijf belangrijke families in deze stad, net zoals een invloedrijke man. Ze hebben elk hun eigen kleur, eigenschappen, tradities, bezitten en connecties en zijn daarnaast gesitueerd in een vijfhoek om de stad heen, met het landgoed van Pàntú Gotuku, Heer en Meester van de Geest, in het midden. Het is belangrijk dat je van elke familie de normen en waarden kent, zodat je naar behoren met ze kunt communiceren tijdens het diner, daarom zal ik vertellen welke verschillende Huizen er zijn," vertelt ze. "Vragen hierover? Nee? Goed, dan kunnen we verder."
Ze let niet eens op hem of hij nog opmerkingen heeft. Niet dat die er zijn, er valt tot dit moment weinig aan te snappen, maar dan nog is het curieus dat ze zo snel al verder gaat.
"Er zijn dus zes belangrijke Huizen, waarvan vijf families en één invloedrijk persoon. De Huizen zijn als volgt op alfabetische volgorde gerangschikt: Huize Aeris, de familie van de vrijheid, Huize Caelum, de familie van de rust, Huize Ignem, de familie van de passie, Huize Sagacitas, de familie van de geest en Huize Vigor, de familie van de gezondheid." Ze schrijft alle families op in het hoekje van het bord, in nette letters onder elkaar. Haar krullerige handschrift is prettig om te lezen, en hij probeert zo snel mogelijk de vijf namen in zijn hoofd te stampen. Gelukkig kent hij Huize Caelum al, gezien het feit dat hij er verblijft, en daarnaast weet hij ook al dat Pàntú Gotuku een belangrijk man is in de Stad van de Drakenrijders, gerespecteerd bij ieder, zelfs de leden van de rijke families.
Vrouwe Du'Quinione houdt even stil om te bedenken wat ze hem als volgt uit gaat leggen, maar weet al vlug precies hoe ze alles gaat brengen. Ze kucht beleefd om zijn aandacht weer te krijgen, waarna ze in vogelvlucht verder gaat met het geven van brokken informatie.
"Als eerst: Huize Caelum, het huis waarin je nu verblijft. Zoals je misschien al hebt gemerkt is Heer Forto Caelum het familiehoofd en daarmee de belangrijkste man van de hele familie." Ze schrijft met zwierige krullen Huize Caelum op het bord, met daaronder in het klein 'stamboom'.
"Forto is de zoon van vrouwe Keya Caelum en de recent overleden heer Raghnall Caelum, broer van Amara en Xian, vader van Zafux en Regina en grootvader van Nebula," zegt ze, waarna ze alle namen en familielijnen opschrijft. Ze zet ze allemaal in het centrum van het bord, als teken dat er nog veel meer bij komt. Hij zucht bij de aanblik en mompelt een paar vloekende woorden.
"Luid en duidelijk praten, Elias, wat heb ik je nou gezegd!" Direct hoort hij haar snerpende stem, nog geen hartslag nadat hij het zei. "Onthoud alles wat ik zeg, ik verwacht dat je dit morgen weet, net zoals een nieuw aantal Latijnse zinnen."
Nee, asjeblieft niet, dat wordt wéér een avond lang opblijven om de woorden in zijn hoofd te stampen. Toch heeft hij vandaag nog niet hoeven laten zien dat hij de woorden van gisteren beheerst, waarschijnlijk omdat hij een aantal uitdrukkingen in zijn spreektaal heeft laten sluipen.
"Goed, dit is de directe stamboom, nu de iets lastigere," gaat ze vlug verder, hem amper tijd gevend dit in te prenten. De heer Forto Caelum is getrouwd met Anyana Vigor," ze wijst even naar de naam van de familie van gezondheid. "Samen hebben zij dus twee kinderen, Regina en Zafux. Regina is getrouwd met Darryl Aeris, die de trotse ouders van de kleine Nebula zijn. De heer Zafux, mogelijk het volgende familiehoofd, is sinds kort verloofd met Yuuki Ignem, naar mening een uiterst beleefd meisje, een echte dame, zoals het hoort. Goed, dit was de ene tak van de familie. Xian Caelum, de broer van Forto, heeft geen relatie en ook geen kinderen. Amara Caelum is gelukkig getrouwd met Fleming Ignem, de oom van Yuuki. Ze hebben inmiddels zes jonge meiden met een zevende kindje op komst. Best sneu voor ze, als familiehoofd van Huize Ignem wordt van hem verwacht dat hij tenminste één erfgenaam heeft, die de titel als familiehoofd kan overnemen. Helaas is het hen tot nu toe nog niet gelukt een mannelijke erfgenaam te produceren. Wel hebben ze dus, zoals ik al zei, zes dochters, genaamd Venia, Fey, Lisse, Xava, Reese en Lovie."
Zijn docente krabbelt vlug, nog steeds in haar onmogelijk nette handschrift, alle familielijnen met de namen in een overzichtelijk schema.
"Dit is de stamboom van Huize Caelum, later zullen we verder gaan met de stambomen van andere families, je zal ze allemaal moeten kennen vóór het diner, zodat je weet wie iedereen is, zodat je hen op de juiste manier kan begroeten."
Hij heeft zo'n groot probleem, dit gaat hem nooit van zijn leven lukken...
Wanneer de zon al een lange tijd onder is, mag hij terug gaan naar zijn gastvertrekken. Zijn persoonlijke dienster, het jonge meisje dat hem diezelfde morgen ook wakker had gemaakt, begeleidt hem. Hoewel hij er al enkele dagen is, weet hij nog steeds de weg naar zijn kamer niet te vinden, zelfs al kan hij inmiddels enkele gangen herkennen. Het is zo vreemd hoe alle gangen op elkaar lijken, terwijl ze zo verschillend zijn ingericht.
Tijdens de lange wandeling merkt hij weer hoe vermoeid zijn voeten zijn, en hoe pijnlijk de wonden op zijn voetzolen aanvoelen. Daarom is hij blij als hij in zijn vertrekken is, en hij zich kan laten zakken op het zachte bed.
"Gaat alles wel goed, heer?" vraagt het jonge meisje. "U ziet er uit alsof u veel pijn heeft, kan ik misschien iets voor u betekenen? Een warm bad misschien, om uw spieren te verzachten?" ratelt ze.
"Een bad is niet nodig, - wat was je naam ook al weer - ? "
"Norryah, heer," zegt ze meteen.
"Noem me Elias, Norryah, ik ben geen heer. Nog niet, tenminste." Hoe kunnen ze zo'n jong meisje haar jeugd afnemen met het zorgen voor leden in de hoge Huizen?
Hij ziet vertederd toe hoe er een brede glimlach op haar gezicht wordt gevormd. "Danku, heer- Ik bedoel, Elias." Ze houdt haar hoofd schuin, waardoor haar verschijning nog kinderlijker lijkt dan voorheen. "Kan ik u ergens mee van dienst zijn?"
Hij twijfelt of hij iets van haar mag vragen, maar besluit het na een tijdje toch te doen. "Norryah, zou je me een kom warm water en wat verbanddoeken kunnen brengen?"
Haar geschokte gezicht is onbetaalbaar. "Bent u gewond? Moet ik een dokter voor u halen?"
"Nee, Norryah," antwoord hij haar grinnikend. "Slechts een kom warm water en wat verbanddoeken, zodat ik de blaren op mijn voeten kan verzorgen."
Ze knikt ernstig, en snelt weg. "Natuurlijk heer- Elias."
Het duurt niet lang voordat ze terug is met een stapeltje verbanden en een kom heet water. De damp slaat in witte wolkjes van het water af, de stoom kronkelt heen en weer in de lucht als in een sierlijke dans.
"Heeft u hulp nodig, Elias?" vraagt ze lief.
"Dat hoeft niet, Norryah," antwoordt hij beleefd. "Al zou ik het prettig vinden als je de kledij die ik vandaag gedragen hebt zou kunnen wassen."
"Natuurlijk, he- Elias. Ik zal direct de gordijnen voor u sluiten, als u dat graag zo heeft."
"Graag."
Hij gaat zitten op een van de comfortabele stoelen in zijn vertrekken, waarna Norryah de kom met warm water vlak voor hem neerzet. Hij zakt ver weg in de stoel, het voelt net alsof hij wordt opgeslokt door een grote homp stof, een heerlijk gevoel is het. Maar nu hebben zijn voeten wat zorg nodig, dus hij kan het zich niet veroorloven zo te gaan slapen in die stoel, als hij morgenochtend nog wil kunnen lopen naar zijn volgende les met Saffiera. Zuchtend werkt hij zich zo overeind dat hij bij zijn voeten kan, en even kijkt hij verafschuwd naar de smerige dingen die hij zijn voeten noemt. Omdat hij zo erg moest haasten om naar zijn etiquette les te kunnen, heeft hij geen tijd gehad zich uitgebreid te wassen. Hij heeft slechts te tijd genomen om zijn gezicht, hals en armen van vuil te ontdoen.
Voorzichtig laat hij zijn rechtervoet in het water zakken, waarna hij sist van de pijn en hij zijn voet er direct uittrekt, wat zorgt voor een enorme pijnscheut in zijn heup. Hij kreunt zacht, maar het ontgaat de jonge Norryah niet.
"Heeft u pijn, Eli- Hoge Hemelen! U had niet mogen liegen toen ik u vroeg of u gewond was! Uw voeten hebben verzorging nodig, heer. Als u mij toestaat?" ratelt het meisje geschokt.
Hij kan alleen maar knikken, terwijl de pijngolven in zijn rechterheup langzaam verminderen naar een draagbaar niveau.
"Gaat u maar rustig zitten, dit kan een beetje pijn doen," zegt ze zacht. Hij probeert zich te ontspannen door achterover te leunen tegen de rugsteun aan, maar zodra ze met een warm doekje over de gescheurde huid van zijn voetzolen gaat, sist hij van de pijn en schiet hij omhoog. Toch lukt het hem om zijn voeten niet te bewegen.
"Het spijt me, heer, wilt u een verdovend middel?" vraagt ze, terugvallend in haar oude gewoonte door hem heer te noemen.
"Ik ben geen heer, Norryah. Maar nee, ik hoef geen verdovend middel, ik hou het wel uit zo."
"Zoals u wilt."
JE LEEST
Drakenrijder
Fantasi- Kronieken van de Wildernes - - De delen volgen elkaar niet chronologisch op, verhalen kunnen apart gelezen worden. - Elias, een zestienjarige jongen met een kreupel been, heeft zich nooit thuis gevoeld in het weeshuis voor 'mindere kinderen.' Ho...