Vlak voor het moment van aanvang staat hij beneden in de grote ontvangsthal. In tegenstelling tot het begin van de middag, is het nu prachtig versierd met attributen van elk grote huis uit de Stad van de Drakenrijders. In de grote witte fontein in het middelste deel van de hal, recht onder de koepel van glas waar de zonnestralen naar binnen schijnen, liggen enkele rozenblaadjes, iets wat wordt gezien als de geur en de plant van Huize Ignem, het huis van de passie en het vuur. Tevens is er voldoende groen aanwezig om Huize Vigor tevreden te stellen, het huis van kracht en gezondheid ziet de kleur groen en planten als hun attribuut, om duidelijk te maken dat zij van Huize Vigor zijn. Er wordt gebruik gemaakt van zilveren bestek en servies voor Huize Sagacitas, en met behulp van Elfenvuur is er voor gezorgd dat de rest van de families zich op hun gemak voelt. Er zijn enkele blauwe vlammen voor Huize Aeris, en zwarte voor Meester Pàntú Gotuku, gevoed door glanzende witte fakkels die aan de muren van de grote hal hangen, waar ook gedineerd zal worden. Uiteraard is het verdere grootste deel volledig wit, zonder een enkele vorm van viezigheid of vlekken.
Achteraan in het midden van de hal staat een ontzettend lange witte houten tafel, met keurige witte zetels, duidelijk bedoeld voor de familiehoofden en hun directe familie. Het is gedekt met zilverwit servies, goudkleurige servetten en kraakhelder witte kandelaars die met witte kaarsen een zachte gouden gloed over de tafel verspreiden.
In de buurt van de grote tafel staan enkele ronde tafels, elk voor zes tot acht personen, natuurlijk ook gemaakt van wit hout. Daarvoor, enkele meters verwijderd van de duidelijk meest kostbare en belangrijkste tafels, staat een tiental lange, brede tafels met witgeverfde banken. Het is zeker dat dit de tafels voor de minderbedeelden zijn.
"Helemaal achterin zitten de bedienden van de hoge Huizen, samen met de iets of wat rijkeren uit de Stad van de Drakenrijders zelf. Ik vraag me af naast wie ik zal zitten," zegt Norryah uit het niets. In de drukte die is ontstaan door het perfectioneren van iets wat er al geweldig uitziet, heeft hij niet doorgehad dat zijn persoonlijke bediende naast hem is gaan staan.
"Het komt nooit voor dat het gevolg van elk grote Huis meekomt, dus het zal voor mij de eerste keer zijn dat ik bedienden uit andere Huizen tegen zal komen." Ze glimlacht opgewonden bij de gedachte. "Misschien dat het nog ooit voor zal komen dat ik hen weer zie. Ik hoop zo dat ze aardig zijn!"
Elias grinnikt bij de gedachte, zijn jonge bediende is zo'n vrolijk kind dat je haar moeilijk niet vriendelijk kan behandelen. "Dat zal vast niet zo'n probleem zijn," zegt hij dan ook tegen haar.
Ze knikt, een vrolijke twinkeling in haar ogen. "U ziet er goed uit, Elias, ik hoop dat u het naar uw zin zal hebben vanavond."
Hij bedankt haar, maar voordat hij iets over haar uiterlijk kan zeggen – iets waar ze duidelijk veel moeite voor heeft gedaan - onderbreekt het familiehoofd van Huize Caelum hem. "Je kunt gaan, Norryah," zegt Forto. "Elias, ik wil je graag voorstellen aan mijn broer, Xian Caelum."
Nu pas valt het hem op dat er een onbekende man naast Forto staat, met aan zijn arm vrouwe Keya Caelum, de vrouw bij wie hij terecht is gekomen vlak na zijn aankomst in de Stad van de Drakenrijders, beiden gekleed in wit. "Salve, dominus, domina," zegt hij beleefd, terwijl hij een lichte buiging maakt met een rechte rug, leunend op zijn staf.
"Hij is naar behoren onderwezen, zoals het hoort," glimlacht Keya. "Je hebt hard gewerkt, nietwaar, jongen?"
Hij knikt kort. "Zeker, domina," antwoordt hij. "Een halve dag les van vrouwe Du'Quinione, en daarnaast een halve dag les in de drakenleer."
Ze mompelt goedkeurend.
"Moeder," bestraft Xian haar. "Mompelen in het bijzijn van gasten is niet beleefd, dat weet u maar al te goed." Ze wuift hem weg. "Natuurlijk, Xian, natuurlijk. Wat een interessanter verhaal is, is hoe deze jongeman op deze plaats terecht is gekomen. Doe je verhaal, jongen, ik hoop dat je geoefend hebt, want je zult deze avond je verhaal vaker moeten doen."
Hij knikt opnieuw en begint dan aan het verhaal. Zoals Forto heeft gevraagd vertelt hij alles, en laat hij niets weg, op zijn blinde vriendin Arya na, het meisje voor wie hij dit alles doorstaat. Alles om haar weer terug te kunnen zien, alles zou hij doen.
Keya weet dat hij iets weglaat, hij heeft het verhaal immers ook aan haar verteld – ínclusief Arya – maar gelukkig zegt ze er niets over, en bekijkt ze haar zoon Forto met een samenzweerderige blik.
"Een interessant verhaal kun je wel zeggen inderdaad, moeder," zegt Xian na afloop. "Ik vraag me af met wie je hier bent gekomen, en waar deze persoon gebleven is."
"Je bent niet de enige," zegt Forto. "Wij breken ons hoofd er ook over, maar er wordt aan gewerkt." Meer zegt hij niet, hij houdt bewust dingen achter voor Xian, of is het voor hem?
Niet veel later ontmoet hij ook Amara Caelum en Fleming Ignem met hun zes kinderen. Amara, een relatief jonge vrouw, draagt een bordeauxrode jurk die met elke stap over de vloer glijdt. De mouwen lopen vanaf haar ellebogen zo wijd uit, dat de uiterste punten haast tot halverwege haar bovenbenen komen als ze haar handen gekruist voor haar borst houdt. Fleming Ignem, het familiehoofd van Huize Ignem, is een charmante man, met een vriendelijk aura dat om hem heen hangt, samen met een geur van rozen en iets wat hij alleen maar pittig kan noemen, vurig, zoals het het familiehoofd van het Huis van het vuur en de passie betaamt. Toch kan hij het gevoel niet van zich af zetten dat dit alles slechts een masker is dat hij op zet om het vertrouwen van anderen te winnen.
Hij weet dat iedereen hier gaat voor het eigenbelang, en slechts een uitzondering zal zover gaan ook de rest van de familie te beschermen.
Niet voor het eerst bedenkt Elias zich dat hij op een gevaarlijke plek is beland, hier in de Stad van de Drakenrijders, de Stad waar niets is wat het lijkt.
JE LEEST
Drakenrijder
Fantasy- Kronieken van de Wildernes - - De delen volgen elkaar niet chronologisch op, verhalen kunnen apart gelezen worden. - Elias, een zestienjarige jongen met een kreupel been, heeft zich nooit thuis gevoeld in het weeshuis voor 'mindere kinderen.' Ho...