57. Depression

57 1 0
                                    


Het is eind januari 2016.

Langzaam sta ik op in de bus als hij arriveert bij de bushalte.

Ik check uit en word door medereizigers de bus uitgeduwd, die maar al te graag naar huis willen. Nog geen twee seconden later sta ik drijfnat onder het afdakje van het fietsenrek.

Het maakt allemaal niet meer uit, dacht ik. Wat ik ook doe, het maakt allemaal niet meer uit.

Ik stap op mijn fiets en zonder enige moeite te doen om droog te blijven, fiets ik naar mijn psycholoog.

Alles is zo dichtbij in die kleine dorpje. En ze hebben alles, maar toch ook niets. Het is zo anders voor een stadmeisje zoals ik. Niemand die mij begrijpt of ook maar een klein beetje zijn best doet.

Ik zet mijn fiets neer en ga door de draaideuren naar binnen. Het is warm en het ruikt vertrouwt.

Langzaam loop ik de trappen op en slenter ik de wachtkamer binnen.

Mijn nieuwe psycholoog, Heleen is een top wijf. De enige die mij nog een beetje behandeld als een normaal, volwassen persoon.

Zodra ik bijna weg was gezakt in een diepe slaap, zwaait de deur open.

'Mischa, kom je binnen?' Vraagt ze en kijkt meelevend. Zelfs opstaan kost moeite. Ik sjouw mijn tas achter mij aan mee naar binnen.

'Thee?' Vraagt ze. 'Ja, doe maar.'

Het enige wat ik nog weg krijg.

Ze laat het luide apparaat zijn gang gaan, en na een tijdje zet ze de dampende kop met heet water voor mijn neus.

De kamer is kind en volwassenvriendelijk in gericht. Bijna alles is van de Ikea. Achter het vierhoekje van stoelen ligt een klein kleedje met spulletje voor kinderen. Achter Heleen hangt een memobord waar ze voor autistische kinderen beter uitleg kan geven.

'Hoe gaat het met je?' Vraagt ze.

Ik haal mijn schouders op.

'Hoe was je week?' Vraagt ze. Ze kan altijd alleen maar vragen stellen. Is best vermoeiend.

'Prima,' zeg ik.

Heleen zucht en zet haar kop koffie terug op de tafel en pakt haar notitieblok.

'Als je wilt dat ik je help, zul je echt meer moeten zeggen.'

Wat heeft het ook allemaal voor zin? Ik probeer het gewoon maar weer opnieuw.

'Afgelopen weekend ben ik weer naar een horror evenement in Amsterdam geweest.' Afgelopen september en oktober heb ik meegedaan aan meerder horror evenementen. Ik ontmoette nieuwe mensen, vermaakte me en kreeg eindelijk weer wat energie. Maar toen dat afgelopen was, was mijn lichaam op. Klaar.

'Hoe was dat?'

'Kut.'

Heleen lacht, maar haar mond vertrekt zodra ze ziet dat het echt niet leuk was.

'Je haalde hier altijd je energie uit. Wat is er gebeurd?'

'Ik kreeg een conflict met een meisje. Iedereen daar was super lief en dit was zo'n opgemaakt meisje wat snel ruzie zoekt. Ik deed iets fout waar ik geen idee van had. Maar toen haar zus tekeer ging tegen mij, dat ik het fout deed, trok ik het niet meer. Ik rende naar de wc en heb het eerste half uur zitten huilen. Ik trek het niet meer, Heleen. Als ik moet huilen wil ik meteen niet meer. Dan is het op, klaar. Alles wat ik dan wil is naar bed gaan, me verstoppen en huilen.

Het meisje dat ruzie zocht, was naar een teamleider toe gegaan, werd woedend en deed haar verhaal. Uiteraard verdraait. Normaal was ik naar haar toegelopen en had ik gevraagd of het misverstand op te lossen was. Maar ik kón het niet.'

"Zij heeft geen idee hoe moeilijk het leven is! Misschien heb ik wel moeite met dit soort dingen. Ze heeft geen idee!" Had ze geroepen.

Ik weet maar al te goed, hoe het is lieverd...

Zodra ik op adem was gekomen van de flashback van zaterdagavond, moest het hoge woord eruit. Wat ik had gezworen nooit te doen, is nu mijn laatste oplossing.

'Ik wil antidepressiva,' zeg ik in een zucht.

'Ik weet het niet Mischa,' zegt Heleen. 'De mensen aan wie ik antidepressiva aanbeveel zijn mensen die de hele dag nutteloos in het bed liggen en waar geen woord meer uitkomt. Jij praat. Ik geloof dat je er zo ook wel uitkomt.'

Ik kijk haar aan. IK ER ZELF UITKOMEN? Wat denkt ze wel niet? Ik ben al depressief sinds begin mei vorig jaar.

'Je bent depressief met pieken en dalen. Dat heeft een duur woord, maar dat laat ik maar achterwegen. Je moet er zelf uitklimmen. Het ging net zo goed, waarom ben je in een daal gekomen na de kerstvakantie, denk je?'

Ik weet het niet, ik weet het echt niet...

Langzaam fiets ik door de stromende regen terug. Ik zet mijn fiets neer tegen het hek en loop naar binnen. Ik doe de deur achter me dicht en loop direct naar boven. Midden in de gang laat ik mijn spullen vallen en kleed ik me uit als ik richting de douche loop.

Ik draai de bloedhete kraan open en laat de druppels over mijn hoofd, langs mijn schouders, buik, billen, knieën naar mijn voeten stromen.

Ik voel elke druppel die op mijn hoofd valt. Het doet bijna pijn. Maar tegelijkertijd is deze pijn niks tegenover wat ik voel buiten deze douche. Alsof iemand mij maar een keer hoeft aan te raken en ik in duizend scherven uit een spat.

Als ik mezelf afgedroogd heb, stap ik in bed. Het is half 1 middags.

Papa en mijn stiefmoeder komen pas om 7 uur vanavond thuis. Uiteraard moet ik het eten klaar hebben, maar ik kan tot half 7 ontsnappen aan mijn vreselijke wereld en binnen glippen naar een wereld waar ik daadwerkelijk in leven ben.

Mijn telefoon trilt een paar keer onder mijn kussen. Langzaam doe ik mijn ogen open en kijk in mijn donkere kamer.

Is het nacht? Of dag? Of ben ik dood?

Langzaam draai ik me om en kijk naar de wekker. 14:38.

Na een tijdje dringt het tot me door dat het dinsdag is en dat ik net naar de psycholoog ben geweest.

Ik pluk mijn telefoon onder mijn kussen vandaan en ontgrendel hem.

Annie: Hoe laat denken jij en Bonnie hier te zijn?

Bonnie, mijn beste vriendin, gaat zaterdag mee naar de verjaardag van mijn moeder. Dat wordt de eerste keer dat ik haar weer zie.

Na 9 maanden.

Zonder te reageren leg ik mijn telefoon weer onder mijn kussen en slaap ik verder.

Na een tijdje hoor ik ver weg een stem en voel ik iemand die me door elkaar schud.

Laat met met rust! Schreeuwt mijn gedachtens.

'Mischa?' Ineens hoor ik de stem van mijn vader scherp.

'Hmm?'

'Het is half 9, wil je wat eten?'

Ik schiet omhoog. Ik had moeten koken.

Langzaam duwt mijn vader me terug in mijn kussens.

'That's it. Jij gaat aan de antidepressiva.'


Fuck My Fucking LifeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu