8

624 59 8
                                    

'Wij moeten praten.' Ahren klonk niet kwaad. Maar wel anders. Hij klonk gebroken.. het was alsof hij me behandelde net zoals de rest van zijn roedelleden.. en niet meer als zijn mate.
Dat was misschien ook wel goed zo, maar toch ging er een steek door me heen.

Ik schraapte mijn keel even.
Ik wilde niet met hem praten. Helemaal niet zelfs.

'En dat beslis jij?' Wist ik uit te brengen. Met veel moeite.

'Ja.' Ahren klonk zo neutraal dat ik niet kon vinden wat er in hem speelde.

'Nee.' Zei ik vast besloten voor ik me weer trillend om draaide.

Het was een lange tijd stil.
Ik hoorde verschillende mensen fluisteren: 'dat ze dat nog durft te zeggen na alles wat ze gedaan heeft'.
Woede borrelde in mijn onderbuik op. Ze hadden gelijk. Ik snapte ook niet hoe ik nog nee durfde te zeggen. Tot ik weer dacht aan Helena die vurig met Ahren stond te zoenen in de gang waar mijn slaapkamer was.

'Breng haar naar mijn kantoor.' Bromde Ahren tegen niemand in het bijzonder voor hij stamp voetend de kamer verliet.

'Nee!' Riep ik hem achterna.

De woede maakte plaats voor nog een veel erger gevoel. Ik stond razend op en draaide me om naar de menigte die me aan keek. Iedereen staarde me fronsend aan en ik deinsde een stukje achteruit van gekwetstheid. De kwelling die me vast hield was vreselijk. En ik geraakte niet los uit zijn greep. Maar het moest eindigen. Aan alles kwam een einde.

'Luna.' Zei Een bekend gezicht.

Het kwam van een man die ik al eerder gezien had. Hij had me geholpen bij het genezen van mijn wond. De wond die Ahren had verricht.

'Je moet mee komen.' De man leek vriendelijker dan de rest.

'Nee.' Ik schudde vastbesloten mijn hoofd,

'Je kunt niet tegensputteren meisje.' Zei de man medelevend. 'Kom.'

Hij gaf me zoals een echte heer een arm maar ik weigerde en zette geen stap vooruit.

'Je begrijpt het niet! Ik wil niet met de man praten die mijn leven verpest heeft!' Dat kwam er te luid uit.

'Hij zal je leven niet nog eens kunnen verpesten door wat hij nu te zeggen heeft Luna. Kom mee.'

'Alsjeblieft. Ik wil echt niet.' Ik schudde mijn hoofd nogmaals.

Ik voelde me net een klein kind. Maar het maakte me niet erg veel uit.

'Het zal wel moeten.' De man bood me opnieuw een arm aan, maar opnieuw sloeg ik hem af.

'Je moet niet bang zijn van hem.' Begon de man die een geïrriteerde blik op begon te zetten.

'Ik ben niet bang!' Piepte ik gefrustreerd.

Ik was ook niet bang.

'Kom mee dan!' Mompelde de man die mijn arm nu beet nam en me in een rechte lijn naar de uitgang duwde.

Heel deze avond was verpest.
Ik dacht dat het minder erg ging zijn dan dit. Maar mijn wereld werd nu alleen nog maar meer verwoest.

----

Ahren zijn kantoor was koel en donker.
Er stond één enkele lamp aan die een fel licht af scheen.
Ahren zat spelend met een slijper in zijn handen aan het grote bureau.
Hij hief zijn blik even op naar mij en knikte toen dat ik kon gaan zitten.
De man die ik toch heel irritant leek te vinden duwde me hard handig op de stoel voor Ahren.

Toen de deur met een knal dicht viel en ik alleen met Ahren in een kamer zat voelde ik rillingen over mijn lichaam lopen.

'Luna.' Verbrak Ahren de ijzige stilte. 'Luna..'

Ik wist geen woord uit te brengen.
En dat merkte hij.

'Waarom vluchtte je?'

Die vraag, op die vraag had ik gerekend. Maar ik had gehoopt hem niet te horen.

'Waarom sloeg je die onschuldige mensen?' Floepte ik er toen uit.

Hij zweeg.

'Besef je dan niet dat ik niet samen wil zijn met iemand die zijn eigen roedel leden pijn doet?' Fluisterde ik.

'Ja.' Zei hij.

'Goed antwoord?' Bracht ik er vervolgens uit.

'Goed genoeg.' Ahren liet zich achterover zakken in zijn stoel en haalde diep adem, 'dus, Raven he?'

'Helena he?'

'Hmm.' Hij liet zijn hoofd schuin hangen. 'Zo wil ik het niet noemen.' Hij beet even op zijn lip. 'Eerder, een pretje tijdens jou afwezigheid.'

'Dat is vreselijk.' Bracht ik uit.

'Raven negeert je niet waar?' Ahren grinnikte. 'Snap ik.'

'Waarom?'

'Je bent best wel erg als je het mij vraagt. Eerst Raven zo verleidde dan Milo.. wie nog meer. Albert?'

Ik had geen idee wie Albert was. Maar dat deed er ook niet toe.

'Jij bent niet beter.' Zei ik verdedigend.

'En daarom zijn wij het perfecte team.' Een schok van verwarring vloog over me heen en ik staarde hem een tijd lang gebiologeerd aan.

'Wat verwacht je van me?' Bracht ik uit.

'Dat je mijn vrouw word, en dat we samen over deze mooie roedel heersen. Want hoe graag ik je ook wil vergeten. Je bent en blijft mijn mate. En dat gaat niet veranderen.' Zei hij. 'En weet je wat er gebeurd als mates niet trouwen? Dan worden ze levenslang gemarteld in de hel.'

'Ik wil niet met je trouwen.' Ik schudde mijn hoofd. 'Ik houd niet meer van je.'

'Och. Dat dacht ik eerst ook. Maar het kan niet, ik weet wat je nu denkt. Ik weet dat een deel van je hart de liefde voor mij blijft voelen. En dat weet jezelf ook.' Ahren boog naartoe en liet zijn ellebogen op het hout van het bureau zakken.

'Ik wil niet trouwen met een schurk als jij.' Piepte ik.

'Dat vind ik wel vreselijk jammer..' begon Ahren hoofdschuddend. 'Want ik heb de bruiloft al gepland.'

En toen stortte mijn wereld in elkaar.

'Zorg ervoor dat je tegen volgende week vrijdag een gepaste jurk gevonden hebt. Ik denk dat Isis je daar wel mee wil helpen.' Ahren grijnsde. 'En kom morgen dit tijd stip naar mijn kamer. We hebben het een en het ander goed te maken met elkaar.'

Wajoooo! Had je dit verwacht? Ohohhhhh.. word spannend eh ☺️ xx

Different wolf {the last 3} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu