17

572 49 0
                                    

'Dat is onmogelijk.' Raven trok zijn mond pas open na tien minuten stilte.

'Blijkbaar niet.' Bracht ik uit.

'Hier moet toch een reden achter zitten Luna? Dit kan toch niet anders.' Raven kwam geïnteresseerd recht op zitten in zijn stoel en vouwde zijn handen in zijn schoot. 'Misschien is dat ook de reden dat je niet van Ahren houd.'

'Oh maar ik hou van hem.' Zei ik ongelovig. 'Alleen niet op die manier.'

'En dat weet je wel zeker?' Raven draaide zijn hoofd en scande mijn gezicht af.

'Liefde liegt nooit Raven.'

Raven knikte instemmend en haalde rustig en diep adem.

'Wie weet dit allemaal?' Vroeg hij toen.

'Alleen jij.' Ik bekeek Raven en wist een sprankje van geluk in zijn ogen te herkennen. Als ik niet zeer serieus was geweest op dit moment had ik waarschijnlijk geglimlacht.

'Volgens mij lijkt mij dat ook beter zo.' Raven knikte. 'Ik zou die vragen die je hebt nog even laten rustten. Volgens mij heb ik een startplek gevonden.' Zei hij toen. 'Ontcijferen wat en hoe dit kan.'

'Heeft dat er dan wat mee te maken denk je?'

'Ik weet het zeker.'

-------

Raven had me door dit te zeggen alleen maar meer doen verwarren.
Hij had me ook gevraagd om te transformeren in zijn bijzijn. Maar ik had dat aanbod bijna afgeslagen, tot het me nog niet eens zo een slecht idee leek.
Daarna besloten we af te spreken in de tuin, nu ik wist dat ik blijkbaar niet opgesloten zat in dit huis en gewoon naar buiten mocht wanneer ik wilde deed ik dat zo graag en veel mogelijk.

Ook de voordeur was nu open. Ik was er nog nooit door geweest omdat ik het nut er niet van in zag.
Ik zou niet meer vluchtte. Niet meer van Ahren.
Zelfs al wilde hij met me trouwen. Ik had het gevoel gekregen dat ik hier hoorde. En niet op de plaats waar al die regels waren.
Want ik had een ding begrepen.
Ik had begrepen dat de buitenwereld beter was dan alles daar binnen.

----

Mijn moeder was nog steeds niet aangekomen. En ik had me al op veel voorbereid. Ahren vertelde me dat ze op elk moment binnen zou kunnen stappen. Daarom bleef ik de rest van de dagen doorbrengen in de zitkamer, op gelijkvloers, dicht bij de voordeur.

Ahren zag ik niet vaak.
En ik nam het hem het niet kwalijk. Hij was druk met het uitzoeken van die moorden.
Ik en Raven waren ook nog niet verder geraakt dan wat ik al wist en dat frustreerde me zeer erg.
Toen ik mijn wolfgeest in de tuin had aan willen nemen werkte Chedar totaal niet meer mee.
In deze zaak steunde hij me duidelijk niet.
Dat merkte ik heel erg. Ik had dan het gevoel dat er iets miste en dat alles lichter werd. En dat was niet aangenaam.
Ik had een gesprek met hem proberen aangaan in mijn eigen gedachten maar hij wilde ,zo koppig als hij was, niet luisteren.
Nu zat ik voor de vierde dag in de keuken en staarde ik naar Raven die zijn best deed thee te maken.

Plots schoot er iets als een snelheidstrein door me heen en sprong ik op. Zo snel dat mijn stoel zijn evenwicht verloor en op de grond viel.
Meteen viel er weer een laag vol pijn en medelijden over me heen en ik klemde mijn handen verstijft om Raven zijn schouders terwijl ik hel diep aankeek.

'O mijn god.' Zei ik toen. 'Raven ik wilde je nog iets vragen.'

'Wat dan?' Raven fronste.

'Toen we terug werden gehaald na die vlucht..' ik slikte. 'Heeft Ahren je pijn gedaan?'

'Nee.' Een glimlach die zo nep leek als een ezel met konijnenoren sierde Raven zijn lippen en ik durfde niet eens verder te praten door de bleekheid die zijn gezicht bekladde, en dat in een milliseconde gebeurd.

'Oh. Gelukkig.' Zei ik toen maar.

'Hoe kom je daar opeens op.' Raven fronste.

'Ik weet het niet.' Dat was waar. Ik had geen idee.

'Het maakt nu toch niet meer uit. En we hebben best lang niet meer gepraat sinds dat accident. Het is een wonder dat we nu weer zo veel met elkaar optrekken. Ik had mezelf beloofd nooit meer tegen je te praten. En dat om mezelf te straffen.' Raven haalde zijn schouders op en doopte een Camille theezakje in een witte kop met warm water.

Ik knikte enkel en staarde naar Raven zijn handige handen.

'Ik moet zo weg. Dus het lijkt me beter dat je, je Thee op je kamer drinkt. Ik zal iemand sturen.' Raven knikte naar de deur en glimlachte nog naar me.

Raven en ik schoten inderdaad weer vaker met elkaar op.
Maar onze gesprekken waren veel minder gewaagd en we praatte over de simpelste dingen.

Toen ik opstond om weer naar mijn kamer te lopen spurtte ik half weg.
Vooral omdat ik mezelf op mijn kamer wou opbergen om door de boeken te bladeren in de hoop nog iets nuttigs te vinden over mijn toestand.
Maar ik was natuurlijk weer gelukkig genoeg om de persoon aan te treffen waarvan ik minstens tot gehoorsafstand van verwijdert moest zijn. Van Ahren toch.

'Luna.' Dat was al mislukt.

'Milo.' Ik slikte diep terwijl ik mezelf naar mijn deur hees tot ik voor hem stond.

'Kunnen we praten?' Milo klakte zoals altijd met zijn tong en tikte met zijn wijsvinger tegen de deur van mijn slaapkamer.

'Niet lang.' Antwoordde ik toen terwijl ik mijn deur opende en Milo doorliet.

'Je lijkt anders geworden die paar dagen dat ik je niet heb gezien.' Milo plantte zijn handen in zijn zij en staarde me van top tot teen aan. 'Laat me raden. Je mocht me niet zien van Ahren?' Milo haalde zijn schouders op. 'Ik zit in het zelfde schuitje.'

'Waarom sta je hier dan?'

'Het is maar voor even. Daar zal vast geen hoge straf op staan.' Zei Milo. 'Trouwens Ahren heeft het niet met Isabel besproken dus eigenlijk geld deze onzin niet.'

'Hoe gaat het met haar.' Vroeg ik toen. 'Ik zie haar nooit meer.'

'Dat is omdat ze hier bijna nooit is. Haar meeste tijd brengt ze door in een vertrek iets verder op. En als ze hier is zit ze in het roedelhuis. Isabel houd niet zo van luxe neem ik aan.' Milo trok zijn schouders op en ging naast me zitten op een bankje.

'Hoe bedoel je een vertrek iets verder op?'

'Je weet toch wel dat we in een stad wonen. Nou ja iets wat ooit een stad was geweest?'

'Nee..' een frons groeide over mijn voorhoofd en ik hield mijn hoofd verbaasd schuin.

'Kom morgen naar de voordeur om negen uur 's avonds. Ik zal je wel een rondleiding geven.' Milo grijnsde en plaatste zijn handen achter zijn hoofd.

'Ik weet niet..'

'Oh jawel.' Milo knikte en stond op terwijl hij zichzelf uitrekte. 'Als je niet komt sleur ik je mee.'

'Ik zal er zijn.' Mompelde ik toen.
Ik moest de consequenties maar dragen.

Hey Hey, hoe gaat het? Goed? Mooi zo! Slecht? Oei wat is er?
Oké ja, ik heb dus iets opgemerkt in mijn boeken. En dat is dat ik tegenwoordig vaak het woord terwijl gebruik.. dus ik zal daar proberen op te letten!

En ja ja, zeker waar, dit is het laatste hoofdstuk van 2016!!!!!!!
Yes yes yes!
Alvast een gelukkig nieuwjaar en geniet nog van je laatste dagen in het jaar 2016! Veel liefde xxx Anthe

Different wolf {the last 3} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu