18

578 50 4
                                    

Die avond verliep traag. Ik had mezelf in mijn bed geworpen en was zo blijven liggen tot ik mijn slaap gevonden had. En dat had behoorlijk lang geduurd voor mijn doen.
Zo lang dat niet veel later mijn wekker al af ging om aan te geven dat ik maar beter op kon staan.
Als beloning voor het lang opblijven had ik mezelf een extra uur slapen gegeven. En dat was uiteindelijk: slapen tot iemand mijn kamer in kwam, geworden.
En dat was een bediende geweest die had gemerkt dat er geen beweging in mijn kamer was te horen.
Alleen maar het geluid van een trappelende Serena.

Ik gebruikte mijn gsm en computer tegenwoordig niet meer.
Dat kwam waarschijnlijk omdat ik het had afgeleerd.
En dit huis voelde nog niet genoeg als thuis om dat aan te kunnen schaffen.
Waarschijnlijk zou ik het nooit meer aanschaffen. Ik had het nergens voor nodig.
Ik had geen vrienden die ik kon mailen dat alles goed ging met me.
Ik wilde mijn leven binnen de districten het liefst achter me laten.
Helemaal achter me laten.

toen ik (nadat de vrouw mijn kamer verlaten had) opstond werd mijn kamer deur al meteen weer opengezwaaid. voor de eerste keer sinds enige tijd zag ik het donkere haar van Ahren weer opdagen. hij klemde zijn handen stevig om de leuning van mijn bank nadat hij binnen gelopen kwam en glimlachte diep. de neppe uitdrukking was zo duidelijk dat ik fronste.

'wat is er?' vroeg ik uiteindelijk om de stilte te verbreken.

'ik vind dat we moeten praten over de trouw.' zei hij toen.

goh mijn dag begon ook weer goed.

'waarom?' vroeg ik langzaam.

'ik wil niet de enige zijn die alles regelt. we moeten nog een taart. ik dacht aan een taart met tien lagen en erboven op twee miniaturen van ons.' zei Ahren trots terwijl hij op de bank ging zitten en aangaf dat ik naast hem moest komen zitten.

'wat dacht je van geen taart?' ik hielt mijn hoofd schuin.

'saai.' merkte Ahren op.

'of nog beter,' begon ik 'geen bruiloft.'

'ja ja, werk liever een beetje mee wil je?' ahren gooide zijn armen in de lucht en toen klaarde zijn gezicht op. 'ik weet het, we hebben een een standbeeld van ons nodig. waar wij in staan!'

'dat is bizar.' mompelde ik.

ik hees mijn benen op tot ik in kleermakerszit zat en zuchtte dan tot ik er genoeg van had.

'Net als wij toch?' Het feit dat dit alles Ahren zo amuseerde maakte me geïrriteerd. En kwaad. Zijn gedrag maakte me kwaad. Hij was een irriterende arrogante egoïstische hond.

'Ahren.' Ik sloot mijn ogen een aantal seconden zodat ik de woede die door mijn oren suisde kon laten zakken.

'Je weet toch wel dat het over twee weken al is he?' Ahren fronste. 'Het is te hopen dat je moeder er dan al is, ze zou ons twee samen echt niet willen missen volgens mij. Als ze nog niet al lang dood is..'

'Wat?' Meteen schoten mijn ogen open.

'Wat? Het kan toch. Luna de weg die ze moeten afleggen duurt zeer lang. En ze hebben geen vervoer bij zich. Ook moeten ze langs veel gevaarlijke plekken het zou me niks verbazen moest ze nu al ergens liggen rotten.'

Oh man. Dat deed zoveel pijn.

'Oh. Zo denk jij dus.' Fluisterde ik vol afschuw.

'Hmm?' Ahren fronste terwijl hij de kamer rond speurde naar iets nuttigs om te bekijken.

'Ik wil dat je gaat.' Zei ik toen vastbesloten.

Ik wilde dat hij vertrok.
Zodat hij mij niet in huilen uit hoefde te zien barstten. Hij moest gaan.
Dit keer was hij zoveel te ver gegaan. Het deed me pijn dat hij zo dacht, dat hij nog steeds niet verandert was na al die maanden, misschien zelfs jaren.
Ik wist zeker dat ik hier al meer Dan en jaar had door gebracht. En nu pas begon ik te beseffen dat dit mijn leven was, En dat het nooit zou veranderen. Het was hoe het was. En het was verschrikkelijk.

Ahren staarde me ongelovig aan en fronste diep. Hij stond wel op, mar in de plaats van naar de deur te lopen stapte hij de hele kamer rond.

'Het spijt me dat je denkt dat ik zo vreselijk ben weet je. Al sta ik bij je in het krijt. Ik ben vreselijk. Maar ik schaam me er niet voor. Jammer vind je niet?' Ahren leunde tegen een van mijn kasten die op heup hoogte van mij stonden.

'Ik denk niet dat je vreselijk bent.' Snauwde ik toen. Terwijl diep in mezelf wist dat dit mijn leven nog meer zou verpesten. 'Ik denk dat je afgrijselijk bent. Afschuwelijk. Arrogant. Ijdel. Alles wat negatief is!' Mijn handen balde zich tot vuisten tot mijn knokkels wit zagen. Tot mijn verrassing bleef Ahren grijnzend naar me kijken. Ik wist niet eens een sprankje van verdriet in zijn ogen te vinden.

'Ach.' Zei hij toen. 'Met het verkeerde been uit bed gestapt?' Ahren klakte even met zijn tong voor hij zich van de kast af duwde.

'Ga weg.' Zei ik toen.

'Zou kunnen.'

'Best.' Zuchtte ik toen. In een diverse snelheid draaide ik me om en stampte ik naar de op een kier staande deur. 'Dan ga ik.'

En dat deed ik ook.

Kort deeltje ik weet het. Maar ja maakt het uit? Het is wel 2017 hoor! Wil iedereen het Eerste deel van 2017 even welkom heten? Ik hoop dat je veel plezier hebt gehad in 2016 als dat niet het geval is, sorry. Misschien maakt mijn boeken lezen het wel beter? En nu is er een nieuw jaar, dus een nieuwe start. Welkom op deze wereld 2017. Oké genoeg daar over..

Wat vind je van dit deel?
Groetjes Anthe xxx

Different wolf {the last 3} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu