31

427 33 0
                                    

De ruimte waar we met ons drieën in zaten bestond uit verschillende delen.
Ik zou bijna kunnen zeggen dat het luxueus was.
Een keuken, een badkamer, en bedden.
Goed genoeg voor een schuilplek.
Ik vroeg me af hoe lang we in zo een ruimtes doorbrachten.
Lang genoeg om verblinde ogen te krijgen zodra we een stap in het verlichte leven stapte gokte ik.

Het was stil.
Enkel mijn moeder die zacht en hopeloos fluisterde leek aanwezig te zijn.
Ik had mezelf opgerold in een zetel en zocht het hoekje zo dicht mogelijk op.
Mijn moeder had me in een vrij stoffig deken gewikkeld en was toen begonnen met ijsberen door de kamer.
Isabel leek het allemaal niet erg speciaal te vinden.
Ze zat in de zetel en probeerde de woorden die in een boek stonden zo goed mogelijk te lezen in het weinige licht van de lampen.

Mijn gedachtes zochten een hele weg terug naar het onderwerp Ahren.
En toen ik het niet meer kon bedwingen stroomde de bedenkingen mijn ogen uit.
Verschillende tranen dropen op het stil aan nat wordende laken en bekladde mijn slecht uitziende gezicht.
Ik vroeg me inderdaad af waar Ahren was.
Maar niet op de manier als geliefdes deden.
Eerder een manier alsof hij familie was.
Waar ik om gaf.
Want hoe meer ik probeerde te bewijzen dat ik niet om hem gaf.
Hoe meer dat naar de waarheid leidde.
Ik gaf om hem.
En niet zo een beetje ook.
Ik gaf heel veel om hem. Misschien zelfs zo veel dat het leven me niks meer zou kunnen schelen zodra ik zou horen dat hij dood was.
Misschien zelfs zo veel dat ik mijn ogen droog zou wenen.
Misschien hielt ik zelfs nog meer van hem als mijn bloedeigen moeder.
Maar toch miste er iets.
En dat was verliefdheid.
Ik zou me nooit in kunnen beelden hoe zijn lippen de mijne weer raakte. Dan zou ik walgen van zijn tongpiercing. Ook zou ik me nooit in kunnen beelden om samen met hem naar bed te gaan.
Dat kwam omdat ik niet op die manier van hem hielt.
Het was alsof je zou bedenken hoe je je vader zou zoenen.
Dat wist ik bijna zeker.
Maar dan toch heftiger.
En toch was mijn liefde voor hem nog sterker dan voor wie dan ook.
En het zou moeilijk zijn om dat te verbergen.
Het kwetste me ook dat hij me zo maar weg wilde stuurde naar mijn oude district.
Want op de een of andere manier, zou ik me geen leven zonder hem kunnen inbeelden.
En oh god. Het feit dat ik dacht dat hij dood was, zou vreselijk voor me zijn.
En ook al was ik vaak zo bot mogelijk tegen hem, ik zou blij zijn als ik hem ooit nog in zijn ogen kon kijken.

Misschien was het beter om dit alles niet meer te verbergen. Misschien moest ik het duidelijk maken aan hem. Hoeveel ik van hem hielt.
Maar als ik dan weer hoorde wat hij gedaan had, walgde ik enkele seconden om hem.
Ik zou nooit met hem kunnen trouwen.
Ik zou nooit met hem naar bed kunnen gaan.
En ik zou ook nooit bij hem weg kunnen gaan.
Dat was, de pijnlijke waarheid.

De stilte heerste zo overduidelijk dat mijn oren er bang van begonnen te worden.
Het enige wat te horen was, waren het ritselen van de bladeren die Isabel omsloeg en de voetstappen van mijn moeder op de harde cementen vloer.

En toen klonk er eindelijk een geluid van scharnieren, deuren en sloten.
Mijn ogen baande zich een weg door het donker naar de deuren die na zo een tien seconden open werd gezwaaid.
En toen werd mijn hart geleegd.
Ahren kwam met een neutrale blik op zijn ogen de kamer binnen.

En hoe overduidelijk het ook was, ik sprong op en liet de ergste zucht horen die ik ooit gehoord had van mezelf.
En het kon nog erger.
Want hij keek me aan. Zo verbaasd en toch een om mij gewende blik in zijn ogen deed me smachten naar zijn veiligheid.
En toen liep ik op hem af en sloeg ik mijn armen om zijn sterke nek.
Iets wat ik nooit van mezelf verwacht had.
En alleen omdat ik het nooit toe wilde geven.
En dat had ik opgegeven.
Zo nog geen vijf minuten geleden.
Ahren kreunde eerst verbaasd maar sloeg zijn armen dan ook om mij heen.

'Ik dacht echt dat je dood was.' Fluisterde ik in zijn oor.

'Maar je bent blij dat, dat niet zo is?' Ahren keek me even verbaasd aan.

'Ik haat het dat ik dit moet zeggen, maar ik denk het wel.' Ik keek hem sterk aan.
Ik had al een lange tijd niet meer zo dicht tegen hem aan gestaan. Al langer dan lang.

Toen ik hem los liet hielt hij me de hele tijd in het oog.
En ik bespioneerde hem van top tot teen. Tot ik door had dat er niets aan hem mankeerde.
Zelfs geen schrammetje.
En dat zou zowat onmogelijk geweest zijn.
Want er waren wel honderden van die monsters buiten, en die wilde hem allemaal iets aan doen.
En bovendien had een van die dingen hem beet gegrepen.
En toch. Hij had geen schrammetje.

'Wat?' Was mijn eerste reactie.

'Hmm?' Ahren keek even naar me op. En hij merkte het. Dat ik zo verbaasd was.

'Hoe kan dat?' Ik schudde mijn hoofd enkele seconden en kwam dan tot een conclusie dat ik hem nog veel te vertellen had.
Maar dat hij me ook nog veel te vertellen had, 'we moeten praten denk ik.'

Nieuw deel!!
Oh mijn god ik Flip. Mijn kat is te schattig als ze slaapt. Is het normaal als een kat zo een vreemde geluiden maakt? Geen idee... maar goed ik kan dat boek nog steeds niet terug zetten, geen idee hoe maar ik geef het daarom ook gewoon op. Misschien moet ik dan maar 1 van mijn andere boeken online gooien waar ik nu in bezig ben...
oh god ik ben zo bang dat ik dit boek nu ook per ongeluk verwijder.
Het is te hopen dat, dat niet gebeurd eh?
We zien wel. Anders word ik echt boos en stuur ik een mail naar de makers van Wattpad.. geen idee hoe maar het lukt me wel!
XXX anthe

Different wolf {the last 3} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu