22

503 46 5
                                    

Ik draaide zo een 53 rondjes voor ik het opgaf en als een gek door de straten begon te lopen. Alles wat ik hoorde was het knipperen van de straatlampen en mijn voetstappen op het zachte slijk.

Het enige waar ik op kwam toen ik mezelf begon Af te vragen waar hij kon zijn was het park.
Al had ik geen idee waar ik dat kon vinden.
Dit kon even goed een stomme grap zijn. En als dat het geval was dan zou Milo me zeker een naïef klein meisje noemen. Of misschien was dit een test
En wou Milo zien hoe ik me gedroeg als hij weg was.
Na enkele keren een goeie verklaring te zoeken had ik pas door dat ik recht in het park aan het ronddwalen was.
Mijn hersenen werkte duidelijk niet meer mee en ik kon me niet eens meer concentreren op alles om me heen.
Alleen mijn voeten leken zich nog te realiseren waar ze naar toe moesten en
toen ik voor de tienduizendste keer Milo zijn naam opnieuw riep kreeg ik eindelijk een antwoord terug.

Met een ruk draaide ik me om, om daarna de schok van mijn leven te ervaren.
Ik wist niet of het kwam door het fijt dat Milo daar stond met een mes tegen zijn keel, of door het fijt dat er een Tien meters groot monster achter hem stond.
Zijn tien rijen puntige tanden blonken in het licht van een lantaarn paal en zijn bek stond wagenwijd open waardoor ik dacht dat zijn mondhoeken zouden openscheuren als hij ze nog verder zou openen.
Toen ik beter keek zag ik pas dat het geen mes was dat Milo aan zijn keel gehouden kreeg, maar een vlijmscherpe klauw.
Het monster stond op twee poten en de vacht om zijn lichaam was vuil door het slijk.
Maar zijn ogen deden me het meest schrikken.
Zijn ogen leken precies op de mijne. Even groen.
Zo fel als een vers groen blad.

'Luna. Ga naar huis.' Riep Milo.

Maar dat leek het ding niet leuk te vinden en hij scheurde zijn mond nog meer open.

'Nu!' Riep Milo nog een keer.

Maar ik kon me niet bewegen en staarde enkel terug naar het vreemde wezen.
Als ik niet dom was zou ik het een wolf noemen maar hij was veel te groot om een wolf te kunnen zijn.

'Ren!' Riep Milo toen.

Met een ruk werd ik uit mijn gedachten getrokken. En als een tijdsversneller realiseerde Chedar zich dat deze situatie niet best was.
En zo werd ik op vier poten terug naar het landhuis van Ahren gedragen. Zonder achtervolgd te worden door deze vage gedaante.

----

Toen ik aan kwam en mezelf door het hek haastte stond Ahren al buiten te wachten.
Zijn blik stond woedend en ik kon nu al raden dat ik hier niet goed vanaf zou komen.

'Ben je helemaal gek geworden!' Riep Ahren kwaad.
Hij gooide iets over me zodat ik kon transformeren en toen dat eindelijk gebeurde greep hij me bij mijn arm omhoog.
Met het wit en grijs geruite laken duwde hij me tegen een harde muur.

'Wat dacht je wel niet! Wil je dit echt alweer?' Schreeuwde hij volkomen van zijn stokje gebracht.

'Milo.' Zei ik toen. 'Hij is daar nog. Hij is gepakt.' Mijn ademhaling kwam stilaan terug op het normale tempo maar praten leek me moeite te kosten. 'Er is daar iets Ahren. Iets ongewoons.'

'Natuurlijk is daar iets ongewoons!' Blafte Ahren. 'Waarom denk je anders dat je voor het donker binnen moet zijn!' Ahren haalde een gebalde hand door zijn haar en vloekte. 'Jij blijft binnen. En als ik je ook maar 1 voet buiten zie zetten dan zwaait er wat.'

'Wat ga jij doen?'vroeg ik toen hij zich omdraaide.

'Iedereen waarschuwen en alles op slot zetten. Dat beest kan je gevolgd hebben.'

Different wolf {the last 3} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu