'What the...' roep ik uit, terwijl ik me snel uit zijn armen losmaak. 'Damon, wat is er met jou aan de hand?'
Damon draait zich snel om en loopt de kamer uit, ondertussen iets mompelend waar ik weinig van kan verstaan. '....vader....ik... zo beloofd... woedend zijn.... kan het niet....'
Verward plof ik neer op de bank. Wat is er zojuist gebeurd? Wat was dat witte licht? En wat is er met Damon aan de hand? Zijn ogen die iedere keer van kleur veranderen? Heb ik het me verbeeld dat zijn hoektanden langer werden? Ik sla mijn handen voor mijn ogen.
Ik kan niet anders dan eerlijk zijn tegen mijzelf. Er is zeker iets tussen mij en Damon. Niemand heeft ooit een weg weten te vinden naar mijn hart. Maar Damon... op de één of andere manier komt hij toch wel heel dichtbij. De ene keer haalt hij het bloed onder mijn nagels vandaan en is hij een echte hufter. Vanavond heeft hij echter een andere kant van zichzelf laten zien. Waarom? Ben ik zijn volgende verovering? Zal hij me, mocht ik het toelaten, laten vallen als ik mezelf aan hem geef? Gelukkig heb ik mijn ervaring met players. Ik weet hoe ze te werk gaan. En het naïeve meisje dat in zoveel verhalen met een gebroken hart achterblijft, ben ik evenmin. Mijn levenservaringen hebben ervoor gezorgd dat ik niet snel iemand vertrouw.
'Emma', hoor ik Damon opeens achter me zeggen. Ik kijk op en draai me om. Damon staat me met een verward gezicht aan te kijken. 'Wat was dat witte licht, Emma? Moet je me misschien iets vertellen?'
Op een of andere manier raken zijn woorden me. Ik schiet overeind, waardoor mijn ribben wederom protesteren en kijk hem kwaad aan. 'Ík moet wat vertellen? Wat denk je van jezelf? Waarom veranderen jouw ogen steeds van kleur? En jouw tanden?'
Damon slaakt een zucht. 'Emma, ik weet niet waar je het over hebt. Het zal het licht wel zijn geweest. En mijn tanden, blijkbaar heb je me nog nooit zien lachen.'
'Onzin! Je liegt!' roep ik.
'Oh, ik lieg? En jij dan? Jij hebt zoveel geheimen! Je kunt me niet eens vertellen waarom je hier in je eentje woont. Waar zijn je ouders? Andere gezinsleden? Je telefoon is leeg, op mijn nummer en die van Peter na. Geen foto's, geen Facebook, Instagram of twitter. Niets hier in huis dat iets over je verleden verteld.'
Blind van woede loop ik op hem af. 'Is het nooit in je kleine hersenen doorgedrongen dat ik misschien mijn verleden wil vergeten?' Ik duw tegen zijn borstkas, blij dat nu zijn kleren weer droog zijn, hij deze weer heeft aangetrokken. 'Ik praat niet over mijn verleden, nu niet, nooit niet!'
Shit! Nu heb ik teveel gezegd. Ik draai me om en wil weglopen, maar Damon pakt me bij mijn handen vast. Wederom is het witte licht te zien dat van mijn handen afschijnt.
'Emma, je kunt je niet voor je verleden verbergen. Ik kan je één ding beloven, ooit zal ik achter je geheimen komen', zegt Damon terwijl hij naar mijn gloeiende handen kijkt.
Wanhopig probeer ik me los te maken. 'Laat het gaan, Damon. Dat doe ik ook. Het heeft geen zin. En ik zal jou ook één ding beloven, als jij mijn geheimen wilt leren kennen, dan zal ik de jouwe ook te weten komen.'
Ik ruk mijn handen hard uit de zijne. Dat had ik beter niet moeten doen. Ik voel hoe mijn ribben bezwijken onder de druk die ik op hen uitoefen, vandaag hebben ze te veel moeten weerstaan, en hoestend val ik op de grond.
'Emma?! Emma?!' hoor ik Damon roepen, maar ik ben veel te druk bezig om mijn longen uit mijn lijf te hoesten. Ik voel hoe ik in zijn armen getild wordt en naar boven gedragen wordt. Het laatste wat ik hoor is de paniekerige stem van Damon die de dokter verzoekt om zo snel als mogelijk langs te komen.
Een zachte druk op mijn lippen, een stem vlakbij mijn oor die zegt dat alles goed zal komen. Het wordt zwart voor mijn ogen en dankbaar dat de pijn even verdwenen is, laat ik me meevoeren door de duisternis.
Al snel merk ik dat ik droom. Ik kijk omhoog naar de maan, die langzaam verdwijnt. Aan de horizon verschijnen de eerste stralen van de zon.'
'Oh, vader. Wanneer mag ik weer naast u komen te staan. Bij mijn broer en zus. Dit leven is niets voor mij. Verlos me van deze kwelling. Hoe lang moet ik nog verder zoeken, wetend dat ik u teleur stel, tot ik mijn wederhelft gevonden heb.'
Plotseling zie ik een witte lichtflits voor mij. De stem van mijn vader schalt over de verlaten weide waarin ik sta. 'Jouw zoektocht is pas afgelopen wanneer je hem gevonden hebt.'
'Vader! Ik kan niet langer zo verder! Ik heb veel van deze wereld gezien. Mensen zijn slechte wezens. Ik kan ze niet helpen. De nachtmerries die ik hier aanschouwd heb. Oorlogen, hebzucht... De herinneringen vreten aan me, ze maken me kapot.'
'Dochter, laat mij je helpen. Je zult herboren worden. Geboren op volle maan, een aanwijzing naar je verleden en toekomst. Een leven als mens, zonder herinneringen aan je afkomst en verleden. Pas als je jouw wederhelft gevonden hebt, zul je weten wie je daadwerkelijk bent.'
Een witte flits, en wederom duisternis.
Was dit een droom? Een nachtmerrie? Een herinnering? Wie was die man? Mijn vader? Ik heb mijn vader nooit gekend. Mijn ouders hebben me als pasgeboren baby bij het weeshuis achtergelaten. Ik ben daar opgegroeid, tot ik uiteindelijk meegenomen werd. De hel is waar ik terecht ben gekomen.
Wie was die man? Wat is er aan de hand? Wie ben ik? Wie zijn mijn ouders?
'Emma? Emma?' hoor ik plotseling iemand zeggen.
De duisternis trekt weg en langzaam maar zeker doe ik mijn ogen open. Ik kijk om me heen en zie Damon vlakbij me op een stoel zitten.
'Damon', antwoord ik met krakende stem.
Damon staat snel op uit zijn stoel en pakt mijn hand vast. 'Gelukkig! Je bent wakker. Ik werd bezorgd toen je maar niet wakker werd. De dokter is gekomen, nadat je zoveel moest hoesten. Hij zegt dat je jouw ribben te veel belast hebt en dat je verplichte bedrust hebt. In ieder geval voor een week.'
'Een week in bed blijven liggen? Hoe dan? Ik moet toch eten, naar de wc, douchen?' Verschrikt kijk ik Damon aan.
Er verschijnt een grijns op zijn gezicht. 'En daar, beste Emma, kom ik om het hoekje kijken. Ik zorg voor eten, drinken en jouw verzorging. Uiteraard mag je het wassen en dergelijke zelf doen, al heb ik geen bezwaar tegen een gezamenlijke douchebeurt.' Hij knipoogt.
Uiteraard rol ik met mijn ogen. 'In je dromen, makker.'
Damon grinnikt. 'Ik ben blij om te zien dat je me alweer op mijn nummer kunt zetten.' Hij staat op. 'Ik ga even mijn vader bellen, ik ben zo terug.'
'Wat ga je doen dan?' vraag ik geïnteresseerd.
'Ik vertel hem dat ik de komende twee weken bij jou intrek', is zijn antwoord.
Wel... shit.....
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Werewolf#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...