'Ik wist niet dat meisjes zo hard kunnen slaan', moppert Liam voor de zoveelste keer, terwijl hij over zijn hoofd wrijft.
'Ik wist niet dat jongens zo konden zeuren', dien ik hem van repliek. Ik begin spijt te krijgen dat ik alle vrienden van Damon heb uitgenodigd om Damon te gaan zoeken. Liam is al een half uur non stop aan het klagen dat zijn hoofd pijn doet, Matthew heeft al meer dan honderd keer gevraagd of we er al bijna zijn en Cole doet net alsof hij hele bossen aan het omzagen is in zijn slaap. Zijn gesnurk gaat echt door merg en been. De enige die rustig afwachtend in zijn stoel zit, en die af en toe van zijn navigatiesysteem op zijn telefoon opkijkt om mij aanwijzingen te geven, is Peter.
'Maar mijn hoofd doet zo'n pijn!', klaagt Liam.
'Zijn we er al?', vraagt Matthew.
'GGGRRRRRRRRZZZZZZZZZZGGGGGGG...'
Plotseling heb ik er genoeg van. Met een harde ruk aan het stuur zet ik de auto aan de kant van de weg en trap op de rem.
Liam schiet, de sukkel is uiteraard vergeten om zijn gordel aan te doen, naar voren en knalt met zijn voorhoofd tegen de hoofdsteun van de passagiersstoel. 'Au! Mijn hoofd!'
'GGGRRRR... waaaah?' zegt Cole verdwaasd.
'What the....!' roept Matthew uit.
Woedend draai ik me om. 'Kunnen jullie nu niet even 1 minuut stil zijn?! Jij!' Ik wijs naar Liam. 'Als je geen lucht in je hersenpan had gehad, en weet wanneer grappen echt niet gewaardeerd worden, dan had je ook geen klap op je hoofd gehad. Dus hou op met je gezanik en besteedt de tijd beter door te bedenken hoe je de inhoud van je hoofd kunt vullen met hersenen. En jij!' Ik wijs naar Matthew. 'Ik weet niet hoe lang we nog moeten rijden. Als je niet mee wilt gaan, dan verzoek ik je nu uit te stappen. Zo niet, dan hou je vanaf nu je kop! En als je het waagt om ook maar één keer je mond open te doen om te vragen hoe lang het nog duurt, dan sla ik je hoofd tegen die van Liam aan. En durf dan maar eens te klagen. En jij!' Ik wijs naar Cole. 'Door jou is er nu ergens ter wereld een heel bos verdwenen. Laten we nog niet spreken over de permanente hoorbeschadiging die ik door jouw gesnurk heb opgelopen. Ik raad je aan om je open vanaf nu je ogen altijd open te houden, want anders zouden er wel heel vervelende dingen kunnen gebeuren.'
De vier jongens kijken me met open mond aan. Gelukkig is Liam dit keer zo slim dat hij beseft dat dit moment geen goed moment is om grapjes te maken.
'Mooi! Als dat duidelijk is, dan rij ik nu graag weer verder.' En de daaropvolgende uren is het heerlijk stil in de auto. Wat een verademing.
Wanneer de zon achter de horizon is verdwenen, besluit ik dat het tijd is om ergens te gaan eten en te overnachten. 'Jongens, wat denken jullie ervan dat we bij het eerstvolgende hotel stoppen en daar een aantal kamers boeken? Ik ben doodop.'
Dat had ik beter niet kunnen zeggen, want de jongens beginnen meteen met klagen.
'Eindelijk! Ik moet al eeuwen naar de wc! Als ik het nog langer op had moeten houden, dan had ik het in mijn broek gedaan!' zegt Liam. 'Daarnaast doet mijn hoofd zeer en autorijden maakt me misselijk en...'
'Yes! Autorijden is zoooooo saai!' roept Matthew uit. 'Wanneer zijn we er?'
'Ik ben moe, eindelijk kan ik slapen', mompelt Cole, terwijl hij in zijn ogen wrijft.
Ik kijk Peter aan en rol met mijn ogen. Peter kijkt me met pretogen aan. 'Jongens zijn net baby's', mompel ik. Peter grinnikt.
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Werwolf#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...