'Hope...', fluistert Damon zacht in mijn haren. 'Ik heb je zo gemist.' Zachtjes geeft hij een kus op mijn merkteken.
Plotseling begint het merkteken te gloeien. Een wit licht straalt van het teken af. Verward kijkt Damon me aan. 'Wat is er aan de hand?'
Ik glimlach. 'Ik denk dat je zojuist jezelf bewezen hebt om mijn zielsverwant te zijn. Doe je ogen dicht.'
Damon doet wat van hem gevraagd wordt en ook ik laat me meevoeren door de duisternis. Als ik mijn ogen open doe, zie ik dat we, zoals ik al had gedacht, op de berg zijn aangekomen. Zachtjes knijp ik in Damons handen. 'Liefste, doe je ogen open.'
Wanneer Damon zijn ogen open doet, kijkt hij vol verbazing rond. 'Waar zijn we beland?' Hij laat me los en draait een rondje om zijn as.
'Dit is de berg waar ik vandaan kom. Zie je die poorten daar?' Damon knikt. 'Dat is mijn thuis.'
De poorten staan wagenwijd open, een stille uitnodiging om het godenrijk te betreden. Opeens zenuwachtig pak ik Damons hand vast. 'Damon, ik denk dat er van ons verwacht wordt dat we door de poorten lopen.'
Damon knijpt in mijn hand. 'Ik begrijp er nog steeds weinig van, maar als jij denkt dat we dat moeten doen, dan volg ik je blindelings.'
Samen lopen we door de poort en komen in een prachtige wereld terecht. Verschillende goden staan op uit hun gouden stoelen en beginnen te klappen.
Een grote, gespierde man met een baard komt op me afgelopen. In zijn hand heeft hij een bliksemschicht. 'Χαιρετίσματα, αγαπητέ μου ξάδελφος. Είμαι στην ευχάριστη θέση να σας καλωσορίσω τελικά στον Όλυμπο', zegt hij met een glimlach.
Damon kijkt hem niet begrijpend aan. Ik pak de uitgestoken hand van Zeus vast en laat me door hem omhelzen. Damon verstijft even. Snel laat ik mijn neef los en kijk Damon aan. 'Damon, dit is mijn neef. Hij begroette mij en vertelde me dat hij blij is om me eindelijk in Olympus te verwelkomen.'
De mond van Damon valt open, als hij eindelijk begrijpt waar we zijn. 'O-Olympus? Het godenrijk? M-maar, dan is die man...'
Ik knik. 'Dit is Zeus. Mijn neef. De verhalen die Stefano vertelde zijn waar. Ik ben Selene, dochter van de titanen Hyperion en Theia. Godin van de maan.'
Damon weet duidelijk niet wat hij moet zeggen. Hij lijkt net een vis op het droge, happend naar adem.
Zeus en ik grinniken om het grappige gezicht dat Damon momenteel trekt. 'Neef, volgens mij heeft hij tijd nodig om alle informatie te verwerken.'
Zeus knikt. 'Het is natuurlijk ook wel te begrijpen. Het komt niet iedere dag voor dat een kind van de maan de zielsverwant is van de maangodin zelf.' Zeus geeft me een kus op mijn wang en gaat weer naar zijn grote troon toe.
Snel loop ik op Damon af en pak zijn hand vast. 'Damon, liefste. Gaat het een beetje?'
Damon schrikt op uit zijn overpeinzingen en kijkt me aan. 'Hope...Uhm...Selene. Wat heb ik ooit voor goeds gedaan om zo iemand als jij te verdienen?'
Ik haal mijn schouders op. 'Je bestaat. Je weet niet hoe lang ik naar je gezocht heb. Eindelijk heb ik mijn zielsverwant gevonden, jou. Eindelijk ben ik weer welkom in mijn thuisland.'
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Hombres Lobo#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...