De volgende morgen word ik wakker van de zachte lippen van Damon die me wakker kussen. 'Goedemorgen, schone slaapster', zegt Damon met een glimlach, terwijl ik me uitgebreid uitrek. 'Tijd voor een ontbijtje?'
Ik schiet overeind in bed. 'Dat hoef me je geen tweede keer te vertellen.' Damon lacht als ik in recordtijd wat kleren aantrek en naar beneden ren.
Op de tafel staat een assortiment aan lekkernijen. Pannenkoeken, wentelteefjes, wafels, verse broodjes, croissants en chocoladebroodjes. Ik verspil geen moment en stapel een stuk of 5 pannenkoeken op mijn bord. Tussen iedere laag smeer ik een flinke hoeveelheid Nutella. Na de pannenkoeken is het de beurt aan de rest. Damon kijkt geamuseerd toe terwijl ik me tegoed doe aan al het lekkers. Na het eten klop ik tevreden op mijn buik. 'Zo, dat zit erin. Het was echt heerlijk, Damon. Dank je wel voor het heerlijke ontbijt.'
Damon buldert van het lachen. 'Hope, je bent echt ongelooflijk! Dit was ook bedoeld als lunch. Met jouw eetlust mogen we blij zijn dat we vanmiddag die holle kies van je gevuld kunnen krijgen.'
Gegeneerd kijk ik naar de resten die op tafel staan. Er is inderdaad niet zoveel meer over. Dan herinner ik me iets. 'Hé, jij hebt trouwens ook jouw portie niet laten staan. Jij hebt net zoveel als mij op, misschien wel meer!'
Damon haalt zijn schouders op. 'Wat zal ik zeggen. Ik ben een man. En een weerwolf. Ik heb twee magen te voeden.'
Plotseling gaat de telefoon. Damon staat op en pakt zijn GSM, die bezig is om mijn trommelvliezen te laten bloeden. De muziek, "Fuel" van Metallica, stopt wanneer Damon opneemt. 'Hallo?'
Het is even stil, wanneer Damon luistert naar de persoon aan de andere kant van de lijn. 'Wanneer?'
Wederom is het stil. Verward kijk ik Damon aan. Wat zou ik toch graag een muggetje willen zijn, die momenteel ongemerkt mee zou kunnen luisteren.
'Goed. We zullen er zijn. We nemen geld mee.' En na deze woorden hangt Damon op. Zonder me aan te kijken toetst hij een berichtje in en drukt op verzenden. Als hij hiermee klaar is, kijkt hij me met een zucht aan.
'Wat is er, Damon?', vraag ik bezorgd.
Damon haalt zijn handen door zijn haren. 'Vanavond moet ik weg.'
Ik loop naar Damon toe en pak zijn handen vast. 'Er is toch niets ergs gebeurd?'
Damon schudt zijn hoofd. 'Nee. Hope, ik heb je over mijn leven verteld. Je weet dat ik illegale dingen heb gedaan en nog steeds doe. Ik race. Ik neem deel aan illegale straatraces door heel de regio. Ik ben al een paar jaar onverslaanbaar. Ze hebben me zojuist gebeld. Er is iemand die mijn titel wil opeisen en deze persoon heeft me uitgedaagd tot een race. Ze hebben een kampioenschap georganiseerd, met mijn titel als hoofdprijs.'
'Is dat alles?', zeg ik opgelucht. 'Damon. Vind je racen leuk?'
Damon knikt. 'Ja. Naast muziek is racen mijn passie. De snelheid. Het gevoel van vrijheid. De adrenaline. Het gevoel van euforie als je wint. Ik kan er niets aan doem. Ik ben een snelheidsjunkie.'
Met een begripvolle blik kijk ik Damon aan. 'Damon, vergeet niet dat ik vroeger ook geracet heb. Ik ken het gevoel. Het racen, het vechten ook trouwens, waren de enige dingen die me in die periode gelukkig konden maken. Wanneer vertrekken we?'
Verward kijkt Damon me aan. 'We?'
'Ja, we. Ik ga natuurlijk met je mee. Ik zal me goed vermommen.'
Een harde grom komt uit de borstkas van Damon. Zijn ogen worden zwart. 'Geen denken aan! Ik vertik het om je mee te nemen. Het is veel te gevaarlijk voor jou.'
Ik begin nu serieus geïrriteerd te raken. 'Damon, je vergeet dat ik in een bende heb gezeten. Ik ken de racewereld. En ik heb ondergronds gevochten. Ik kan mezelf heus wel verdedigen.'
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Kurt Adam#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...