13| familiegeheimen

2K 143 135
                                    

Damon loopt de kamer uit en even later hoor ik hem met iemand praten. Uiteraard spits ik mijn oren luister aandachtig mee.

'Pa, met mij.'
....
'Nee, ik zit niet op het politiebureau.'
...
'Nee! Ik heb me ook niet in de problemen gewerkt.'
...
'Pa! Hou eens op! Waarom denk je altijd zo slecht over mij?!'

Blijkbaar is de relatie tussen Damon en zijn vader niet bepaald goed te noemen. Zo te horen kunnen ze elkaar niet uitstaan. Toch denk ik dat Damon ergens diep vanbinnen naar de goedkeuring en waardering van zijn vader verlangt. Waarom zou hij anders zich over mij ontfermen?

Na een korte stilte begint Damon steeds bozer te klinken. 'Oké, hier wil ik het dus echt niet met je over hebben.'
...
'Ik belde om te vertellen dat ik de komende week bij de nieuwe inwoner intrek.'
...
'Waarom zou ik dat moeten vragen? Jij wilde toch dat ik voor haar zou zorgen. Nou dat doe ik ook!'
...
'Ze heeft een ongeluk gehad en moet van de dokter verplicht in bed blijven. Ik heb aangeboden om voor haar te zorgen.'
...
'Hoe weet jij dat nu weer? Het heeft er niets mee te maken dat ze van mijn leeftijd is! Ik zal haar nooit gebruiken.'

Enigszins opgelucht dat Damon me blijkbaar niet ziet als een speelbal die hij kan gebruiken wanneer hij daar zin in heeft, luister ik verder. Want waarom ben ik dan zo anders dan anderen? Vindt hij me niet aantrekkelijk? De gedachte doet me op een vreemde manier pijn.

'Hoe ik dat zo zeker weet? Ze is mijn zielsverwant, pa!'

Zielsverwant? Ik denk terug aan miin droom. Daar werd ook over zielsverwanten gesproken?

'Nee, ik ben niet van plan om haar te markeren. Ze verdient een beter leven dan naast mij.'

Markeren? Met een stift? Een tatoeage? Wat vreemd om dat te vragen. Damon blijft lange tijd stil. Dan begint hij te schreeuwen. 'En bedankt voor je vertrouwen in mij. Ik kan er toch niets aan doen dat ik zo'n slecht voorbeeld heb gehad. Jij kunt van niemand houden, niet eens van je eigen zoon!'

Een knal, een paar flinke vloeken en plotseling wordt de deur open gegooid. Damon loopt woedend de kamer binnen.

'Het is geregeld', zegt hij kortaf, terwijl hij in de stoel, die naast het bed staat, ploft. 'Heb je honger?'

Bezorgd kijk ik Damon aan, maar antwoord niet. Na een tijdje kijkt Damon mij aan en haalt zenuwachtig zijn handen door zijn haar. 'Hoeveel heb je gehoord?'

Ik kuch. 'Alles. Je was nu niet bepaald rustig.'

'Alles?' Damon buigt voorover en laat zijn hoofd in zijn handen rusten, zijn ogen gesloten. Zo blijft hij enige tijd zitten, terwijl ik hem bezorgd aan blijf kijken. Na een tijdje kan ik mezelf niet langer inhouden en strijk langzaam zijn haren uit zijn gezicht. Damon verstijft even maar lijkt dan te ontspannen.

Op de een of andere manier eindigt Damon met zijn hoofd in mijn schoot. Zijn ogen gesloten, terwijl ik geruststellend mijn vingers door zijn haren haal. 'Damon?' vraag ik na een tijdje.

'Hmmm?'

'Wat bedoelde je precies met dat ik jouw zielsverwant ben?'

Damon verstijfd en doet zijn ogen open. Langzaam gaat hij zitten en kijkt me aan. 'Het maakt niet uit. Ik zal niet jouw ondergang worden.'

'Wat bedoel je precies? Kun je het me uitleggen?', probeer ik nogmaals. Damon zucht.

'Een zielsverwant is iemand met wie je verbonden bent. Hij of zij is het andere deel van je ziel, van je wezen. De persoon haalt het beste naar je naar boven en helpt je bij alle uitdagingen in het leven. Eenmaal volledig met elkaar verbonden, is deze persoon het belangrijkste in je leven. Je doet alles voor deze persoon. Niemand is zo belangrijk als je zielsverwant', antwoordt Damon.

Ik kijk hem aan. 'Wat bedoelde je vader met markeren?'

Damon kijkt van me weg. 'Emma, ik zou je dat liever niet willen vertellen. Ook al ben je mijn zielsverwant, ik zal het je nooit aandoen om je te markeren. Dus laat me het dan ook niet uitleggen.'

Het enige wat er in mijn hoofd omgaat is de afwijzing. Hij wil me niet. Mijn ouders wilden me niet. Het weeshuis wilde me niet. Zelfs mijn adoptiegezin wilde me niet. 'Ik ben ongewild', fluister ik zacht, niet in staat om mijn tranen te bedwingen.

'Wat?!' Damon kijkt me geschrokken aan. 'Nee, Emma! Zo bedoelde ik het niet! Ik heb alleen hele slechte ervaringen met de verbintenis.'

'Laat het me dan begrijpen, Damon!' roep ik wanhopig uit.

Damon zucht en kijkt lange tijd in mijn ogen, alsof hij zichzelf aan het overtuigen is om het niet te doen. Om mij niet uit te leggen wat hij bedoeld. Om mij de waarheid te vertellen. 'Alsjeblieft, Damon', smeek ik.

Damon pakt mijn hand en lijkt een beslissing te hebben genomen. 'Goed. Wat ik je nu ga vertellen is iets wat niemand buiten dit dorp ooit mag weten. Als dit bekend wordt, dan loopt mijn leven, en het leven van iedereen in dit dorp, gevaar.'

Ik knik. Ook ik heb mijn geheimen, dingen die mijn leven en die van degenen rondom mij in gevaar kunnen brengen. Ik ben alleen zo laf om dit niet te vertellen. In dat opzicht is Damon vele malen moediger dan ik.

'Zweer dat je hier nooit met iemand anders buiten het dorp over zal praten', vraagt Damon, terwijl hij me strak aan blijft kijken.

'Dat beloof ik', is mijn antwoord.

Damon knikt. 'Iedereen in dit dorp is anders. Wij zijn geen gewone mensen. Wij zijn gedaanteverwisselaars. Weerwolven. Binnenin mij leeft de ziel van een wolf. Wanneer we volwassen worden, veranderen we voor het eerst in onze wolf. Hoe groter, hoe sterker, net zoals in de natuur.'

Ik kijk Damon met open mond aan. Tot vandaag zou ik zijn verhaal niet geloofd hebben. Maar na mijn droom weet ik niet zo zeker meer wat ik kan geloven en wat niet.

'De maangodin, Selene, is onze schepper en zorgt ervoor dat iedere wolf een tweelingziel heeft, om hen te leiden in donkere tijden, om hen sterker te maken en om voor het nageslacht te zorgen. Als een wolf eenmaal zijn of haar zielsverwant heeft gevonden, is de drang om deze te markeren vrijwel niet te weerstaan. Een wolf markeert zijn of haar zielsverwant met de tanden. De tanden van de wolf worden in de nek van de partner gezet. De band wordt vanaf dat moment onverwoestbaar en de zielsverwant is vanaf dat moment het belangrijkste in het leven van de wolf.'

'Damon', begin ik, 'dat is prachtig. Waarom ben je er dan zo op tegen? Ben ik niet goed genoeg voor je? Komt het omdat ik geen wolf ben?'

Damon schudt met zijn hoofd. 'Je vraagt je zeker af waarom mijn relatie met mijn vader zo slecht is? De verbintenis van mijn vader met zijn zielsverwant is de reden. Mijn moeder is kort nadat ik geboren ben overleden. Mijn vader kan van niemand anders houden. Zelfs niet van mij. Hij geeft mij de schuld van de dood van mijn moeder, al was het een nare ziekte die haar van ons heeft weggehaald. Mijn vader is Alpha van onze roedel, de leider en ik ben zijn opvolger. Een leider zonder hart. Een leider met een gebroken ziel. Een leider die mij niet kan accepteren. Ik wil zo niet worden. Mijn vader heeft gelijk, ik zorg alleen maar voor ellende. Ik wil jou geen pijn doen.'

'Damon?' vraag ik, nadat ik over alles heb na kunnen denken. Hij is bang dat hij me pijn zal doen. Hij heeft de negatieve woorden van zijn vader al zo vaak gehoord. Ik ken zijn gedachtegang maar al te goed. Als iemand maar vaak genoeg zegt dat je niet deugt, dan begin je dat vanzelf te geloven.

Damon kijkt op en kijkt me aan.

'Laat het me je tonen. Laat me bewijzen dat je niet bent zoals je vader je verteld heeft. De maangodin heeft me niet voor niets voor je uitgekozen. Geef jezelf alsjeblieft een kans.'

Lange tijd is het stil, terwijl Damon peinzend met mijn vingers speelt. Dan kijkt hij me aan en verschijnt er een kleine glimlach op zijn knappe gezicht. 'Goed. Op één voorwaarde.'

Bang voor zijn reactie, kijk ik hem aan. 'En dat is?'

'Geef mij ook een glimp van jouw verleden.'

Ik slik...

Bad wolf (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu