Ik voel hoe de hoektanden van Damon zich uit mijn nek verwijderen. Damon kust zachtjes het plekje waar zijn tanden zojuist mijn huid doorboord hebben. Ik ril en kreun zachtjes.
Een rommelend geluid is uit Damons borstkas te horen, waarna Damon zijn lippen van mijn nek afhaalt. Ik doe mijn ogen open en zie hoe Damon met een wellustige blik, inclusief zwarte pupillen, mij aankijkt. 'Emma, vanaf dit moment hoor je bij mij. Dit hier', hij streelt met zijn vingers teder over mijn oh zo gevoelige merkteken, 'is het teken dat we voor altijd samen zullen zijn.'
'Zo mooi...', hoor ik Damon zacht fluisteren, terwijl hij mijn nek nogmaals zacht streelt.
Ik leg mijn hand op de zijne en kijk hem aan. 'Damon, ik zou niets anders willen.' Damon glimlacht om mijn woorden en wederom vinden onze lippen elkaar in een gepassioneerde zoen.
Minuten, uren, eeuwen later, vergeef me omdat ik betere dingen te doen had dan de tijd in de gaten te houden, haalt Damon zijn lippen van de mijne en kijkt me aan, terwijl hij mijn hand vastpakt. 'Kom, zullen we naar het huis van mijn grootouders gaan? Ik wil ze graag aan je voorstellen.'
'Uhm, dat hoeft niet hoor. Ik heb ze al eerder ontmoet. Sterker nog, ze hebben me verteld dat ik je hier kon vinden.'
Damon kijkt me verbaasd aan. Dan moet hij lachen. Het is het mooiste geluid wat ik ooit gehoord heb. 'Ik had het kunnen weten, tesoro. Je gaat me nu zeker vertellen dat je Cole zover hebt gekregen om jou te vertellen dat je me bij mijn grootouders moest gaan zoeken, niet?'
'Nou, niet helemaal...' begin ik, waarop Damon me verward aankijkt. 'Ik heb ze meegenomen, Cole, Matthew, Liam en Peter.'
'Ik ben onder de indruk van je, tesoro. En hoe hebben mijn vrienden zich gedragen? Ze hebben je toch geen nachtmerries bezorgd?' Damon glimlacht.
Nu is het mijn tijd om hard te lachen. 'Nee, ik denk dat het juist eerder andersom is. Echt, die vrienden van jou zijn vreselijk irritant als reisgenoten. Cole zaagt in zijn slaap hele bomen om, Liam maakt de hele tijd stomme grapjes en gaat zitten klagen als iemand hem dan een klap voor zijn kop geeft en Matthew kan geen minuut voorbij laten gaan zonder te vragen hoe lang we nog moeten rijden.'
Damon schudt met zijn hoofd. 'Ja, ik moet zeggen, je hebt soms best veel geduld nodig om met hen om te kunnen gaan. Maar eerlijk waar, je kunt je geen betere vrienden wensen. Waarom zei je dat mijn vrienden juist degenen zijn die nachtmerries aan jullie roadtrip over gaan houden.'
Ik friemel met mijn handen. 'Ik ben niet de meest geduldige persoon, Damon. Dus heb ik ze, toen ik het geklaag, gevraag en gesnurk helemaal zat was, eens goed te waarheid verteld. En daar zou best wel eens een dreigementje of twee bij hebben gezeten.'
Damon gooit zijn hoofd in zijn nek en begint keihard te lachen. 'Echt, Emma! Alleen jij!' Ik grinnik en kijk vrolijk toe hoe de tranen van het lachen inmiddels over zijn wangen lopen. Wat is het toch fijn om Damon zo vrolijk te zien.
Plotseling hoor ik een stem in mijn hoofd. Dank je wel, Emma. Mijn zielsverwant. Ik ben blij dat je mijn mens weer aan het lachen maakt.
Ik schrik op, waarna Damon me met een glimlach aankijkt. 'Dat is Dionero, mijn wolf. Nu ik je heb gemarkeerd, kunnen zowel ik als mijn wolf in gedachten met je spreken.'
'Wow', is mijn simpele antwoord. Volgens mij zegt dat ene woordje genoeg over hoe ik mij momenteel voel. Overweldigd, door alle gevoelens die binnenin mij razen. Gelukkig, dat ik eindelijk bij Damon hoor. Verbaasd, dat ik nu blijkbaar ook andere manieren heb om met zowel Damon als Dionero te spreken.
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Lobisomem#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...