Ik vlieg op de deur af, maar ik word tegengehouden door Peter. 'Uhm... denk je niet dat je... ik weet niet... je misschien even moet omkleden?'
Ik kijk naar beneden en bloos als ik me besef dat ik nog steeds de campingsmoking en wijd T-shirt aan heb waarmee ik gisteren mee in bed ben gestapt. 'Shit!'
Peter grinnikt. 'Zullen we anders afspreken dat ik hier over een uur weer terug ben? Zo kan jij even jezelf opfrissen en een koffer met kleding inpakken, dan doe ik hetzelfde in mijn huis?'
Ik knik, waarna ik zonder afscheid te nemen naar boven vlieg. Verdorie! Had ik toch bijna de vader van Damon ontmoet in mijn campingsmoking. Wat een gezicht zou dat geweest zijn. Wanneer ik in de badkamer kom, ben ik Peter dankbaar dat hij me op tijd heeft tegengehouden. Mijn haar staat wild alle kanten op en lijkt meer op een vogelnest dan wat anders. Het hoofd van een poedel komt trouwens ook wel dicht in de buurt. Zo zou je er dus uitzien als je per ongeluk je vingers in het stopcontact hebt gestoken.
Snel doe ik mijn kleren uit en stap in de douche. In recordtijd heb ik mezelf gewassen en afgedroogd. Ik doe mijn haren in een strakke staart en doe wat make-up op. Vandaag gebruik ik donkere kleuren, om mijn donker humeur te onthullen en om zo te laten zien dat er met mij niet te spotten valt. Damons vader, ik zou maar oppassen als ik jou was. This bitch bites!
Hierna loop ik naar mijn slaapkamer en trek donkere kleding aan. Vandaag is mijn uiterlijk bedoeld om te intimideren. Geen roze dingetjes, wat sowieso niets voor mij is, maar een zwarte spijkerbroek, een zwart topje, hoge zwarte laarzen met hoge hakken en een zwarte lederen jas.
Ik loop nogmaals naar de spiegel en bekijk het geheel. Even schrik ik als ik mijn spiegelbeeld zie. Zo zag ik er niet heel lang geleden ook uit. Toen ik nog 'thuis' was. Het enige verschil met toen is dat ik nu, hopelijk voor altijd, van hen verlost ben en dat ik mijn arsenaal aan wapens niet bij me draag. Nu ik eraan denk... misschien is dat toch wel een goed idee.
Ik loop terug naar mijn slaapkamer en pak een grote buffelbag uit mijn kast. Ik rits de tas open en gooi er een flinke lading kleding in. Wie weet hoe lang ik weg blijf. Ook in mijn oversized toilettas stop ik een hele collectie aan benodigdheden. Make-up, douchespullen, crèmes en lotions. En laten we vooral mijn tandenborstel en tandpasta niet vergeten. De 'vrouwelijke' dingen voor als ik weer die ene periode in de maand heb, stop ik er op het laatste moment ook nog maar in.
Mijn toilettas leg ik bovenop mijn kleding. Ten slotte loop ik naar een muur in mijn slaapkamer. Ik haal het schilderij van de muur en toets de geheime code van mijn kluis in.
Toen ik ontdekte dat ik een kluis in mijn huis had, kon ik de agenten niet vaak genoeg bedanken. Waarschijnlijk hebben ze geweten dat ik me graag wilde verdedigen tegen eventuele vijanden, mochten ze me ooit vinden. En toen ik, per sms, de code van de kluis te horen kreeg, was ik als een kind in een snoepwinkel zo blij.
Toen ik voor het eerst deze kluis opende, viel mijn mond open van verbazing. Verbazing en bewondering. In de kluis lag namelijk een klein zwart koffertje. En toen ik dit koffertje openmaakte, lag daar mijn nieuwe beste vriend in. Een revolver.
Geloof me, onder normale omstandigheden keur ik het gebruik van deze dingen af. Maar in mijn geval, moet er toch echt een uitzondering gemaakt worden. Natuurlijk kan ik me verdedigen in vuistgevechten. Ik heb immers aan straatgevechten meegedaan. Maar je verdedigen als er een pistool op je gericht staat, is zelfs voor mij te bedreigend.
Natuurlijk weten de agenten niet dat ik, voordat ik hier naartoe ben gereden, eerst zelf voor het nodige verdedigingsmateriaal heb gezorgd. Materiaal die momenteel, nu ik de kluis geopend heb, bovenop het kleine koffertje in de enorme kluis is uitgestald. Snel pak ik een kleine weekendtas en stop daar mijn collectie aan pistolen en munitie in. Mijn werpmessen en stiletto mes zijn een uitzondering. Die stop ik, mocht ik ze nodig hebben, in verschillende holtes van mijn kleding. Een paar, uiteraard in een holster, in de binnenkant van mijn jas. Éen met een speciale band rondom mijn dijbeen, en een paar in mijn lange laarzen.

JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Werewolf#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...