'U mag naar huis, juffrouw Williams,' zegt de dokter tegen mij.
Onverschillig kijk ik de man aan. Naar huis? Heeft hij in de papieren van hem niet gezien dat ik helemaal geen huis meer heb? Heeft hij die politiemensen in mijn kamer niet gezien? Die mannen die me vertelden dat mijn thuis, een klein krotje waar ik sinds ik achttien ben geworden, en eindelijk kon ontsnappen aan mijn persoonlijke hel, in gewoond heb, volledig is afgefikt? Dat ik geluk heb gehad dat ik me op dat moment niet bevond in de brandende woning? Dat ik me gelukkig moest prijzen dat ik er alleen maar vanaf ben gekomen met een aantal schotwonden en wat gekneusde ribben?
Blijkbaar kan het de man niets schelen waar ik terecht kom. Zolang ik maar zijn afdeling en het ziekenhuis waarin hij werkt verlaat. Geen medische noodzaak? Oprotten maar.
Al mijn schamele bezittingen die ik in de loop der tijd gespaard heb, lagen nog in dat huis. Een paar verkleurde foto's van mijn ouders, een paar setjes kleding... Het enige wat ik nu nog heb is de ketting van mijn moeder. Het enige voordeel dat ik uit deze situatie gehaald heb, is dat ik momenteel niet verlegen zit om geld. De verzekering heeft, zonder moeilijk te doen, me een grote som geld gegeven om een nieuwe woning te zoeken.
En laten we vooral de politiebescherming niet vergeten. Sinds de aanval, heb ik de politie verteld over mijn verleden, waarop zij me in een ooggetuigen programma hebben geplaatst. Een nieuw uiterlijk. Een nieuwe naam. Een huis ver buiten de plaats die ik wanhopig probeer te ontvluchten.
De som geld en de politiebescherming geven me iets waar ik lange tijd naar uitgekeken heb.
Een mogelijkheid om mijn verleden achter me te laten.
Zonder gedag te zeggen, draai ik me om en loop de grote deuren van de afdeling uit. Wanneer ik het ziekenhuis verlaten heb, stap ik linea recta in de wachtende politieauto. We rijden naar het dichtstbijzijnde politiebureau en gaan naar binnen toe.
'Goedemorgen, juffrouw Williams. Zullen we meteen maar beginnen,' begroet de agent me met een glimlach. Ik moet moeite doen om die glimlach niet van zijn gezicht te meppen. Als hij me de kans niet gegeven heeft om te ontsnappen, zou ik het ook zeker gedaan hebben. Niets aan deze situatie is het lachen waard. Maar ja, je moet er wat voor over hebben om onzichtbaar te worden.
'Ja,' is mijn korte antwoord, waarop de agent naar me knikt en me meeneemt naar een grote zaal. Wanneer hij een hand op mijn schouder wilt leggen, deins ik verschrikt terug. Verschillende beelden doemen in mij op. De agent merkt mijn reactie op en haalt snel zijn hand van mijn schouder af, ondertussen een verontschuldiging mompelend.
In de zaal staan een aantal mensen klaar om mij te transformeren. Mijn lichtbruine haar wordt blond geverfd, ik krijg blauwe contactlenzen in mijn, van oorsprong hazelnoot kleurige, ogen. Ik krijg kleding aangereikt, die ik snel achter een kamerscherm aantrek, met de belofte dat er meer kleding toegestuurd gaat worden. Er wordt een dossier voorgelegd, waarin staat dat ik voortaan als Emma Evans door het leven zal moeten gaan. In het dossier zitten ook de sleutels en het adres van mijn nieuwe appartement. Ik glimlach als ik me besef dat dit echt aan de andere kant van het land is. Perfect!
Na mijn transformatie krijg ik een snelcursus zelfverdediging, ja en dat is inclusief gebruik van een vuurwapen, van een nors uitziende man. Na een uur weet ik precies hoe ik met één beweging de neus van mijn tegenstander moet breken en hoe ik met één klap deze persoon knock out sla.
Ze vergeten één ding...
Ik weet precies wat ik moet doen om mijzelf te verdedigen. Helaas zal dit niets uitmaken wanneer ik oog in oog kom te staan met mijn verleden. Het is dus gewoon beter dat ik gewoon van de aardbodem verdwijn.
Dag Hope, hallo Emma.
De politiemannen zijn zelfs zo aardig om me een 'nieuwe' tweedehands auto cadeau te doen. Ik moet mijzelf toch op een één of andere manier aan de andere kant van het land zien te krijgen. En geloof mij, ik en het openbaar vervoer zijn geen goede vrienden.
Iedere keer als ik alleen maar naar die walgelijke dingen kijk, word ik al misselijk. Zo heb ik ooit wel eens iemand onder gekotst in de bus, toen deze over een grote hobbel reed. Of die ene keer dat ik de taxiboot uitprobeerde. Ik heb nog medelijden met de mensen die achter me zaten, die mee konden genieten van de smakelijke geluiden die uit mijn keel kwamen en de bijbehorende spetters die meegevoerd werden door de wind.
Op de één of andere manier ben ik nooit autoziek geweest. Een taxi is echter erg kostelijk, vooral als je er dagelijks gebruik van moet maken. En daarnaast, laat mij maar lekker zelf rijden. Niemand die voor me bepaald hoe hard ik rijd, en geloof me, hard rijden is juist iets wat ik graag doe. Ik hou ervan om me slingerend over de rijbanen door het verkeer te begeven. De andere mensen nemen het me vaak niet in dank af, maar dit is wie ik ben, en dit is wat ik geleerd heb. Door snel te rijden, kan niemand je pakken...
Wanneer we uit het politiebureau stappen, staat mijn auto al voor me klaar. Ik kijk bewonderend naar mijn zwarte golf R. Een onopvallende, snelle auto, precies zoals ik het wil hebben.
'Goed, Emma. Je krijgt een noodknop mee. Mocht er wat zijn, dan kun je ons met één druk op de knop laten weten dat je hulp nodig hebt. Er zit een zender in die doorgeeft waar je je op dat moment begeeft, waardoor de dichtstbijzijnde agenten worden gesignaleerd en opgeroepen worden om je te helpen,' legt de agent uit. Ik knik als teken dat ik her begrepen heb en neem het kleine apparaatje aan.
'Je hebt een mobiele telefoon gekregen, maar zorg dat hier niet te veel persoonlijke dingen in staan. We willen niet dat iemand erachter komt wie je daadwerkelijk bent,' is het laatste advies van de agent, voordat hij afscheid neemt en terug het bureau inloopt.
Snel ga ik in mijn auto zitten, en zie dat mijn nieuwe adres al in de navigatie is voorgeprogrammeerd. Ik draai het slot om en voel een grijns op mijn lippen verschijnen wanneer ik het gaspedaal indruk en de motor hard hoor brullen.
Al snel ben ik het stadje waar ik het afgelopen jaar heb gewoond uitgereden en race ik met hoge snelheid over de snelwegen.
Ik voel hoe gevoel van vrijheid mijn emoties beheerst. Voor het eerst in lange tijd voel ik me gelukkig. Voel ik me vrij. En het belangrijkste: ik heb weer hoop.
JE LEEST
Bad wolf (voltooid)
Lobisomem#2 in weerwolf 'Wie denk je wel niet dat je bent?' vraag ik woedend aan de jongen die met een verveeld gezicht mij blijft aankijken. Hierop begint de jongen hardop te lachen. 'Jouw ergste nachtmerrie.' ---------- Hope doet haar naam eer aan. Hoop...