Lux laat zich de rest van de dag niet meer zien. Als ik na school in mijn eentje in de monorail zit, kan ik het niet laten om me zorgen over hem te maken. Amy woont maar drie minuten lopen van school af, dus die gaat altijd te voet. Daarom heb ik altijd de volledige tien minuten van mijn reis naar huis om te verzinken in mijn gedachten.
Misschien gaat het feestje zaterdag wel helemaal niet door. Wie weet wat er met Lux gebeurd kan zijn toen wij met z'n allen in die kelder zaten. Meneer Gerritsen zei nog dat hij het signaal van zijn chip zou checken, maar verstrooid als hij is weet ik niet of hij daar nog aan gedacht heeft.
Ik zou het niet heel erg vinden als het feestje niet door zou gaan. Dan hoef ik tenminste ook niet voor dj te spelen met publiek erbij. Waarschijnlijk zit iedereen die daar komt bij ons op school. Als ik faal, zullen ze me de rest van mijn leven blijven uitlachen. Dat kan ik beter niet riskeren.
Door mijn gepieker merk ik nauwelijks dat de monorail het station bij ons om de hoek in glijdt. Geluidloos komt het ding tot stilstand en ik stap uit. Automatisch houd ik mijn adem in als ik door het scanpoortje loop. Gelukkig scant dat ding alleen of je een chip bij je hebt en niet waar die zit, dus kan ik alsnog zonder problemen doorlopen. Opgelucht daal ik de trap af tot straatniveau en sla de hoek om.
Thuis zie ik meteen dat mijn vader zoals gewoonlijk in zijn werkkamer zit. Het lampje boven de deur is namelijk rood. Dat komt mooi uit, want dan kan ik hem eindelijk dwingen te vertellen wat dat gedoe met die chip maandag moest voorstellen.
De deur van de werkkamer gaat open als ik bij de koelkast sta. In de koele lucht die uit het ding komt draai ik me om. "Lekker rondgehangen in de kelder vandaag?"
"Het was me weer een waar genoegen om van mijn werk gehouden te worden door een ondergronds uitstapje. Hoe was het op school?"
"Chaotisch. Denk je echt dat we veiliger zijn door dat alarm en die kelders?"
Mijn vader onderwerpt me aan een onderzoekende blik. Normaal zou ik hem dit soort vragen nooit stellen. Het wordt kinderen al van jongs af aan geleerd om niet te twijfelen aan het regeringsbeleid. Bovendien weet hij niet dat ik gehoord heb wat hij zei tijdens die aanslag van bijna acht jaar geleden. Alleen weet ik niet meer of mijn vader zelf wel zo'n lieverdje is. Waarom zou hij anders mijn chip willen 'onderzoeken'?
Het blijft stil terwijl ik me weer naar de koelkast keer en mezelf een glas ijsthee inschenk. Dan trek ik het niet langer en praat ik zelf maar verder. "Ik denk niet dat het iets uitmaakt. Als een terrorist echt kwaad wil dan bedenkt hij wel een manier om zijn doel te bereiken."
"Daar zou je best eens gelijk in kunnen hebben," reageert pap tot mijn stomme verbazing.
Het sterkt me om door te gaan. "Zelfs die kelders zouden ons uiteindelijk, als iemand het echt wil, niet kunnen beschermen, toch?"
Hij schudt zijn hoofd. "Waarschijnlijk niet, maar meer dan dat kunnen we onszelf op dit moment niet beschermen. Het is altijd nog veiliger dan op straat rond blijven lopen als je weet dat er iets aan de hand is."
Dat is waar, maar ik voel hoe zorgvuldig hij zijn woorden uitkiest. Hier is meer aan de hand. Gedreven door mijn nieuwsgierigheid neem ik een beslissing die best wel eens verkeerd zou kunnen aflopen. "Eerlijk antwoorden: ben jij voor of tegen de regering?"
"Je praat onzin, Flo. Zo eenvoudig is het niet. Ik weet dat je in de war bent door wat er de afgelopen dagen is gebeurd, maar-"
"Alles wat er de afgelopen dagen is gebeurd, is dat jij vreemd doet. Tegen mij kun je het wel zeggen, hoor. Ik ben toch niet van plan-" Abrupt hou ik mijn mond. Bijna had ik gezegd dat ik toch geen politicus ga worden. Daar lijkt dit me niet het goede moment voor. "Ik ben echt niet van plan om het aan ze door te vertellen als ik daar van de zomer ben. Zoiets zou ik nooit doen. Maakt dat me een slechte toekomstig regeringsleider?"
"Ja," antwoordt pap, dit keer zonder aarzelen. "Het betekent dat je in staat bent om dingen te verzwijgen en dat zou je niet moeten doen als je een land bestuurt. Dan moet je open en eerlijk zijn. Ze mogen je er niet van verdenken dat je belangrijke informatie achterhoudt om er zelf beter van te worden."
"Ik heb wel meer eigenschappen die niet passen bij een goede regeringsleider. Ga je me nog antwoord geven?" Ik houd mijn adem in. Dit is wel heel brutaal. Als ik zoiets op school zou zeggen dan zou ik zeker weten naar een straflokaal worden gestuurd.
Hier zijn geen straflokalen. Ik kan hoogstens naar mijn kamer gestuurd worden en dat is echt geen straf. Maar pap kijkt me alleen maar aan alsof hij probeert af te wegen of ik wel of niet te vertrouwen ben.
"Je bent tegen ze, hè? Het maakt niet uit. Van mij hoort niemand iets."
"Iedereen is bereid om te praten met een mes tegen zijn keel." De stem van mijn vader klinkt plotseling staalhard, alsof hij er een paar kilo gewapend beton doorheen heeft gemengd.
Ik nip van mijn glas, puur om iets te doen te hebben met mijn mond. In mijn hoofd slaat de twijfel toe. Zal ik hem nu toch maar vertellen dat ik geen politicus wil worden? Maar nog steeds is er iets dat me tegenhoudt. Misschien komt het doordat hij ook niet eerlijk wil zijn. "Onzin. Zelfs met een mes op mijn keel zou ik jou niet verraden."
"Dat geloof ik best."
"Dus? Waarom zeg je dan niks? Ik ben geen kind meer. De komende tijd zal ik allerlei beslissingen moeten nemen over mijn toekomst. Volwassen beslissingen. Ik kan het aan."
Hij knikt bedachtzaam. "Misschien wel. Misschien kun je het inderdaad aan. Maar dat is het probleem niet. Heb je je chip nog?"
"Ja. Vertel me alsjeblieft waarom die niet meer in mijn arm zit. Ik heb er recht op."
"Nee. Het is geen goed moment."
Hoe vaak heb ik dat al tegen mezelf gezegd? Het is geen goed moment. Als de waarheid over mijn chip mijn vaders versie is van mijn werkelijke toekomstplannen dan zal dat moment nog lang duren. "Ik wil weten waar ik aan toe ben. Dit is mijn chip en mijn leven. Het is belangrijk!"
"Inderdaad. Het is belangrijk voor jouw veiligheid dat je zo lang mogelijk zo min mogelijk weet."
"Waarvan?" Als ik merk dat mijn hand begint te trillen, zet ik mijn glas terug op het aanrecht. Dit is absoluut niet goed. Ik kan er niet tegen als er achter mijn rug om dingen gebeuren. Is er iemand aan het beslissen over mijn leven zonder dat ik het weet? Gaan ze soms een of ander raar experiment met me uitvoeren om de effecten van de chip te onderzoeken? Misschien kunnen de resultaten daarvan wel gebruikt worden bij het verbeteren van de functionaliteiten, een beetje net als dat project voor technologie. Ik heb geen idee, het zou zomaar kunnen. De realiteit en mijn fantasie liggen volledig met elkaar overhoop.
"Ik ga het je niet vertellen. Nogmaals, dat is voor je eigen veiligheid."
Ik snuif. "Volgens mij kan mijn veiligheid jou veel minder schelen dan welke duistere plannetjes je ook uit zit te broeden. Je wilt er gewoon voor zorgen dat ik mijn chip kwijtraak zodat ik vogelvrij kan worden verklaard."
"Flo," zegt mijn vader uiterst kalm. "Ga naar je kamer. En als je iemand vertelt over dit gesprek dan zie ik mezelf genoodzaakt harde maatregelen te nemen."
- - -
A/N Ik word bang van die vader.
JE LEEST
Chip #Netties2017
Science FictionIn het Nederland van de toekomst hebben alle inwoners een chip in hun pols waarmee de regering ze in de gaten kan houden. De zestienjarige Flo weet niet beter. Haar enige zorg is dat ze haar eigen droom na wil jagen in plaats van die van haar vader...