Mijn nekharen gaan recht overeind staan en kippenvel verspreidt zich in razend tempo over al mijn lichaamsdelen. Moeizaam beweeg ik me richting trappenhuis. Maar zodra ik merk dat Amy me niet volgt, draai ik me weer om.
Ze staat midden in de gang, in elkaar gedoken en met haar handen over haar oren. Zachte jammerkreetjes komen over haar lippen.
Een plotselinge kalmte daalt over me neer als ik het haar zo moeilijk zie hebben. Ik moet me niet aanstellen. We zijn vast niet in gevaar. Ik kan beter mijn beste vriendin een beetje helpen. Daarom loop ik op haar af en leg voorzichtig een hand op haar bovenarm. "Ames? Kom maar met mij mee naar de kelder. Bij mij ben je veilig."
"Oké." Angstig grijpt ze mijn arm beet en knijpt erin. De verkeerde arm.
Ik slaak een kreet en probeer die vervolgens te verdoezelen met een neppe hoestbui. Het is mijn taak als vriendin om Amy veilig in de kelder te krijgen. Mijn pijn kan haar alleen maar nog meer in paniek brengen.
"Sorry," fluistert ze. "Niet aan gedacht."
"Geeft niet. Kom, we gaan naar de kelder. Waarschijnlijk is het maar een oefening." Onze regering neemt graag het zekere voor het onzekere. Door middel van dit soort oefeningen wordt iedereen eraan herinnerd hoe de procedure in zijn werking gaat. Het is net als een brandoefening, maar dan net iets anders.
Voetje voor voetje schuifelen Amy en ik richting de trap, waar de rest van de leerlingen al als een kudde schappen naar de kelders gedreven wordt. Van verschillende kanten worden we aangestoten door lomperiken die haast hebben omdat ze denken dat het echt is, anderen zijn ervan overtuigd dat het een oefening is en sjokken op hun dooie gemak de treden af.
Ik haak mijn arm door die van Amy om haar niet kwijt te kunnen raken. Dat zou haar alleen maar nog erger in paniek maken en dat wil ik koste wat het kost voorkomen.
Langzaam maar zeker komen we steeds dichter bij de kelder, tot we uiteindelijk in de slecht verlichte gang onder de grond staan. Struikelend over mijn eigen voeten neem ik Amy mee naar de ruimte waar onze klas zich bij situaties als deze hoort te verzamelen. De meeste van onze klasgenoten staan al in een hoekje bij elkaar gedoken. Het televisiescherm dat aan een van de kogelwerende wanden hangt, is afgestemd op de rampenzender. Dit is dus geen oefening. Er is echt iets gebeurd.
Ik doe mijn best om kalm te blijven terwijl ik Amy mee trek naar een vrij hoekje, waar ik mijn armen stevig om haar heen sla. "Het komt allemaal goed, oké?"
Volgens mij hoort ze me niet eens. Ze staat zo hevig te trillen. Dit is ook zo heftig voor haar.
Meneer Gerritsen komt meteen op ons af. "Meiden, kunnen jullie even je chip komen scannen?"
Al mijn pogingen om niet in paniek te raken verdwijnen als sneeuw voor de zon. Als versteend blijf ik staan, mijn armen nog steeds om Amy heen. Ik kan mijn chip niet scannen. Niet zonder aan de hele wereld te verraden dat die niet meer in mijn arm zit.
"Meiden?" probeert de leraar nog een keer.
"Ja, eh... Ik eh..." Kom op, Flo, denk na. "Kunt u ons niet handmatig op de lijst aanvinken?"
"Volgens de procedure moeten jullie allebei zelf komen scannen om zeker te weten dat jullie er zijn."
"U ziet ons toch!" roep ik gefrustreerd uit. Dat is misschien niet zo'n slimme zet. Iets kalmer vervolg ik: "Sorry, het spijt me. Het is gewoon zo dat Amy een nogal zware paniekaanval heeft. Het lijkt me beter als wij even hier blijven staan tot ze weer een beetje gekalmeerd is."
Vertwijfeld staart meneer Gerritsen ons aan. Gelukkig ziet Amy er echt heel paniekerig uit, wat mijn verhaal alleen maar kracht bij zet. Uiteindelijk knikt hij goedkeurend. "Voor deze ene keer dan, omdat het geen oefening is, maar we gaan hier geen gewoonte van maken. Als Amy zoveel last heeft van haar... probleem dan moet ze daar hulp voor zoeken."
JE LEEST
Chip #Netties2017
Ciencia FicciónIn het Nederland van de toekomst hebben alle inwoners een chip in hun pols waarmee de regering ze in de gaten kan houden. De zestienjarige Flo weet niet beter. Haar enige zorg is dat ze haar eigen droom na wil jagen in plaats van die van haar vader...