35.

498 43 3
                                    

Op zaterdagavond zit ik op mijn kamer naar mijn eigen muziek te luisteren als er op de openstaande deur wordt geklopt. Als ik omdraai verwacht ik mijn vader of moeder te zien, maar het is Lux die in de deuropening staat.

'Wat doe jij hier?' vraag ik fronsend. Waarom heb ik de deurbel niet gehoord? 'Heeft mijn vader je zomaar binnengelaten?'

Hij leunt tegen de deurpost en slaat zijn armen over elkaar. 'Jij denkt misschien dat ik niet zo slim ben, maar toch net genoeg om te wachten tot je vader niet thuis is. Voor zover ik weet, is hij op pad met de visvereniging.'

Dat heeft hij natuurlijk van mijn vaders chip af kunnen lezen. 'Goed, dan blijft er nog één vraag onbeantwoord: wat kom je doen?' Ik wil echt niet bot overkomen, maar ik ben gewoon even niet in de stemming voor geintjes.

'Flo...' Hij stapt verder de kamer in en legt een hand op mijn schouder. 'Gaat het wel goed met je?'

'Prima hoor. Sinds wanneer maak jij je zorgen om mij?'

'Sinds ik je vader ken en sinds jij de laatste tijd zo gestrest lijkt.'

Dat klinkt als een vrij plausibel antwoord, ook al ben ik er nog steeds niet van overtuigd dat Lux zich ooit echt zorgen maakt om anderen. Het enige waar hij om geeft, is zijn imago.

'Als ik naar jouw muziek luister dan kan ik me niet voorstellen dat dat hetzelfde meisje is als dat hier zit. Trek je het allemaal wel?'

Nee. Nee, ik trek het niet. Het voelt alsof ik de ene na de andere stomme fout bega. Maar dat zeg ik natuurlijk niet hardop. 'Het gaat.'

Lux schudt afkeurend zijn hoofd. 'Je vader heeft je overgehaald om spion te worden, hè?'

'Hoe weet jij dat?' Alleen al erover praten voelt levensgevaarlijk. Ik verwacht elk moment de politie aan de deur.

'Zoals ik al zei: ik ben niet achterlijk. Zo moeilijk is het niet om een en een bij elkaar op te tellen. Maar als je dit niet wilt dan hoeft het niet, hoor. Laat je niet gek maken door je vader.'

Hij heeft makkelijk praten. Ik ben hier degene die dag in dag uit met mijn vader samen moet leven. Ik word constant geconfronteerd met zijn illegale plannetjes. Bovendien staat er nog meer op het spel. 'Hij heeft me beloofd dat ik dj mag worden als ik het doe.'

'Is je muziek belangrijker dan je leven?' vraagt Lux met iets dat klinkt als radeloosheid in zijn stem. Nee, dat verbeeld ik me vast. Alsof hij zich zo'n zorgen zou maken om mij.

Ik werp een vluchtige blik op mijn mengpaneel voordat ik antwoord geef. 'Ja. Ik zou alles opgeven, want zonder dat ben ik niks.'

Lux' hand glijdt van mijn schouder. 'Mooi. Ik wou dat ik zo makkelijk kon zeggen wie ik ben.'

'Doe niet zo idioot,' snuif ik. 'Jij bent de meest zelfverzekerde persoon die ik ken. Als je nog meer ongeloofwaardige dingen te zeggen hebt, kun je beter weggaan.'

Zogenaamd onverschillig haalt hij zijn schouders op. 'Heb je al gegeten?'

'Ja,' zeg ik nors, niet van plan om zo makkelijk mee te gaan in zijn mooie praatjes.

'Jammer. Weet je wat? Trek even iets leuks aan en dan gaan we wat drinken. Ik trakteer.'

Meteen is mijn hele stoere houding weggesmolten. 'Is dat een date?'

Zijn ogen twinkelen als hij antwoord geeft. 'Reken maar.'

-

Ik heb een date met Lux van Dam en ik draag een jurk. Dit is zo onwerkelijk, misschien nog wel het meest vanwege die jurk. Het is het exemplaar dat ik een paar dagen geleden gepast heb, die Amy vervolgens kocht voor zichzelf. Ik kon niet anders dan haar opbellen en vragen of ik hem mocht lenen.

Als we het café in lopen waar Lux me mee naartoe neemt, voelt het alsof iedereen naar ons kijkt, ook al weet ik best dat het niet zo is. Ik bedoel, hallo, alsof die mensen niks interessanters hebben om naar te kijken.

Lux leidt me naar een vrij tafeltje in het midden van het café, waardoor het gevoel dat iedereen naar ons kijkt alleen maar versterkt wordt. Daar trekt hij een van de houten stoelen naar achteren en gebaart dat ik erop plaats moet nemen. Vervolgens komt hij zelf tegenover me zitten. Met zijn kenmerkende scheve grijns kijkt hij me aan. 'Daar zitten we dan.'

Achterdochtig trek ik een wenkbrauw op. Je gaat me niet vertellen dat hij zenuwachtig is. 'Doe niet zo stom. Officieel is dit al ongeveer onze derde date, hoor. Of ben je ons samenzijn op het dak van de supermarkt vergeten? En dan was er nog die keer dat je me dwong mijn eigen nummers op internet te zetten.'

'Dat is het juist.' Zijn vingers frunniken aan de rand van het donkerrode geborduurde tafelkleedje dat in het midden van de tafel ligt. 'Ik heb nog nooit zo vaak met hetzelfde meisje afgesproken. Straks wil je nog mijn vriendin worden.'

En wat dan nog? Ik sla mijn armen over elkaar en werp hem een boze blik toe. Waarom neemt hij me mee hierheen als hij me toch niet leuk vindt?

'Niet zo zuur kijken. Je bent veel mooier als je lacht.

'Zeg dan niet van die achterlijke dingen. Ik weet niet of het je ooit opgevallen is, maar meisjes zijn ook gewoon mensen met gevoel en zo.'

Hij rolt met zijn ogen. 'Sorry dat ik niet romantisch ben. Dan weet je ook meteen vast dat ik je nooit ga bedelven onder de rozenblaadjes.'

'Dat komt goed uit, want ik ben allergisch voor rozen.'

'Mooi, dat scheelt weer een hoop gezeik,' vindt Lux. 'Maar hé, geniet nou even van het leven. Volgens mij is dat jouw probleem.'

En zijn probleem is dat hij te veel geniet. Voor hem is het allemaal maar lang leve de lol en serieuze zaken bestaan niet. Meisje hier, meisje daar, verwaarloosd schoolwerk... Moet ik het erg vinden dat ik niet zo ben?

Tot mijn grote opluchting onderbreekt een serveerster op dat moment ons gesprek, voordat het echt ongemakkelijk begint te worden. 'Lusten jullie iets te drinken?'

'Een biertje, graag,' bestelt Lux vol zelfvertrouwen.

De serveerster bestudeert hem argwanend. 'Jij bent echt nog geen eenentwintig.'

'Dat klopt. Ik ben volgende week jarig.'

'Ik kan je chip wel even scannen als dat nodig is,' houdt ze vol.

'Goed,' zucht Lux. 'Doe maar een cola.'

Ik bestel hetzelfde en wacht tot de serveerster wegloopt. 'Als ik er niet bij was geweest, had je haar versierd, waar of niet?'

'Waar,' geeft hij toe. 'Gelukkig heb ik jou wel bij me.' Hij buigt zich over de tafel heen. Voor ik in de gaten heb wat hij doet, heeft hij zijn lippen al tegen de mijne gedrukt.

Gewillig onderga ik de kus. Vlinders fladderen zo hard rond in mijn buik dat ik er bijna misselijk van word. Ergens in mijn achterhoofd weet ik dat ik hem een paar seconden geleden nog een enorme eikel vond, maar ik kan me niet meer herinneren waarom.

Als hij me eindelijk loslaat en mijn buik wat tot bedaren komt, kijk ik hem vragend aan. 'Wat is dat met jou? Ga je er een gewoonte van maken om me steeds te zoenen of hoe zit dat?'

'Zegt degene die mij besprong in het technologielokaal. Volgens mij zou jij dat helemaal niet erg vinden.'

Misschien is dat wel waar. Misschien wil ik elke dag met hem zoenen en vergeten wat voor jongen hij eigenlijk is. Waarschijnlijk heb ik toch niet lang meer als een normaal mens te leven, dus waarom zou ik niet doen wat hij zegt en genieten van de tijd die ik nog heb?



Chip #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu