Epiloog

620 56 40
                                    

A/N Cadeautje! Op veler verzoek heb ik uit de losse pols nog even een aanvulling op het einde geschreven. Door jullie reacties heb ik weer hernieuwde inspiratie voor dit verhaal gekregen. Ik kan niet beloven dat er een vervolg online komt, maar ik beloof wel dat ik zal proberen er eentje te schrijven. Met de nadruk op proberen dus. Bedankt voor alles en hopelijk tot gauw.

- - - 

Een ticket naar het strafkamp is zoiets bijzonders dat we niet gewoon met de trein gaan. Nee, voor zware criminelen zoals wij regelen ze een auto. Een áúto. Ik heb nog nooit van mijn leven in zo'n ding gezeten.

Zodra de deur van het gevangenisgebouw voor ons open wordt geduwd, neem ik een flinke hap frisse lucht. Niet omdat ik denk dat het van enige invloed zal zijn op mijn toestand, maar omdat dit misschien wel de laatste keer in mijn leven is dat ik in de buitenlucht kom.

De auto in kwestie is een soort zwarte rechthoek met ramen en deuren. Zelfs het glas in de ramen is zwart. Wauw.

Bewakers duwen ons een voor een door de openstaande schuifdeur van de wagen. We worden vastgegespt op de stoelen en nadat een paar bewakers zelf ook zijn gaan zitten, wordt de deur hard dichtgesmeten.

Ik gluur om de bewaker die naast me zit heen naar meneer Gerritsen, die aan de andere kant van de achterbank zit. 'Sorry.'

Mistroostig schudt hij zijn hoofd, zijn schouders hangend. 'Het is niet jouw schuld. Ik had beter op moeten letten.'

'Nee, dat hadden Lux en ik moeten doen. Jullie hebben hier –'

'Stilte!' onderbreekt de bewaker tussen ons me. 'Jullie zitten hier niet om gezellig te kletsen.'

In de stilte die valt, is het starten van de motor extra hard te horen. Met een klein schokje komt het voertuig in beweging. Ik kan er niks aan doen dat ik verwonderd uit het raam staar. Dit is een heel andere ervaring dan de monorail. Veel dichter bij de grond, en het staat niet van tevoren vast hoe je de route naar je bestemming aflegt. Net alsof je op de fiets zit dus eigenlijk, alleen dan sneller.

Niet dat dat nou per se een voordeel is. Ik weet dat ik, geboeid en bewaakt in dit busje, niet echt meer kan spreken van 'genieten van mijn laatste minuten in vrijheid', maar toch zou ik iets meer tijd willen om afscheid te nemen van de wereld zoals ik die ken. Iets meer tijd om nog wél te doen alsof ik een normaal mens ben.

Voor me zie ik hoe Lux ook gebiologeerd naar buiten zit te kijken. Wat zou er in zijn hoofd omgaan? We wisten allebei al op het moment dat we op de trein stapten dat dit eraan zat te komen. Niet dat het daar beter van wordt. Veroordeeld worden tot een strafkamp stond nou niet bepaald bovenaan de lijst met dingen die ik wilde bereiken in mijn leven.

We naderen de buitenwijken en dan ineens staan we stil voor de stadsmuur. Dit is dus zo'n gelegenheid waarbij de grote poort onder de rails van de monorail gebruikt wordt.

Omdat ik achter in het busje zit, kan ik niet zien hoe de poort geopend wordt. Ik zie alleen dat we er na enkele seconden stilstaan doorheen rijden. Achter ons sluiten de deuren zich weer om alle inwoners van Utrecht gevangen te houden.

Gevangen. Het woord blijft nadreunen in mijn hoofd. Ik ben dan misschien onderweg naar een strafkamp, maar in principe ben ik niet veel minder vrij dan alle andere inwoners van Nederland.

Terwijl het landbouwgebied aan ons voorbijtrekt, zie ik eindelijk in waarom mijn vader zo graag van die chips af wil. Ze beschermen ons niet, ze beperken ons.

Met geheven hoofd ga ik mijn lot tegemoet. Deze strijd is nog niet afgelopen en ik zal elk klein ding binnen mijn macht doen om bij te dragen aan het verdere verloop ervan, strafkamp of niet. Ik hoop dat mijn vader trots op me zal zijn.



Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 21, 2018 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Chip #Netties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu