41. What now? ✔

243 19 4
                                    

Pov Anas

Gisteren, nadat Hayat vertrok met haar broer, ben ik zo snel als ik kon teruggegaan naar Rotterdam. Ten slotte waren daar ook nog mensen.

Omar en Mohammed hebben de groep werknemers verdeeld over verschillende panden in verschillende steden.

Chaimae is door Omar naar zijn moeder gebracht, tot haar grote ergernis: ze wilde liever ergens mee helpen.

Kaoutar en haar man Nadir zijn naar Hayat, ze dacht wel dat haar nichtje steun kon gebruiken op dit moment.

Allen waren ze verdrietig en boos tegelijk om het verlies van Hicham en het feit dat Anouar en Badr nu waarschijnlijk in de gevangenis zitten.

Wij drie kunnen hier ook niet blijven en hebben besloten om naar Molenbeek te verhuizen. Daar heeft Mohammed een bescheiden appartementje voor ons geregeld. Niet de beste buurt, maar ik vind het beter dan Rotterdam. Dit huis waar we eerst woonden? Ja, in principe staat het op Omars naam en hij wil er later nog met Chaimae in wonen dus laten we het zo.

Natuurlijk zorgen we er wel voor dat alle tekenen van drugs of andere criminele dingen verdwijnen.

'Ready to go?' vraag ik ze.

'Yup!' antwoordt Mo met een ploppende p. We starten de auto en vertrekken: op naar een nieuwe start.

Toch?

Pov Anouar

We zitten op dit moment in een soort van tijdelijke gevangenis. We krijgen binnenkort de uitspraak van de rechter en dan wordt er beslist wat er met ons zal gebeuren. Ik geloof niet dat ze zo heel mild zullen zijn voor ons, maar daar kan ik best mee leven. Ook Badr gedraagt zich vrij onverschillig. Het deed hem pijn dat hij niets waard leek in de ogen van zijn moeder. Mij kwetst het natuurlijk ook, maar ik heb onderhand geleerd me niet teveel aan mensen te hechten. Zelfs al is het je moeder.

'Hier jullie lunch.'

Een cipier gooit 2 zakken naar binnen. In elke zak zat een broodje kaas, een flesje water en een appel. Ik bedank de man en geef een van de zakken aan Badr.

'Nee bedankt.'

'Je moet iets eten Badr. Ik kan je hier toch niet laten verhongeren.'

Met tegenzin neemt hij dan toch de appel en neemt er een grote hap van.

'Heb jij geen spijt dat je jezelf hebt aangegeven.' vraagt hij dan.

Ik denk na over zijn vraag.

'Misschien een beetje. Toch denk ik dat het het juiste was. Hierna kunnen we misschien wel een mooie start maken.'

Hij neemt genoegen met het antwoord en concentreert zich verder op zijn appel.

'Anouar en Badr (..)' schreeuwt een agent.

'a!' schreeuw ik terug.

'Morgen krijgen jullie een rechtszaak. Jullie mogen een advocaat aanvragen en eventueel een getuige aanroepen.' deelt hij ons mee. We gaan beiden akkoord, niet dat we een keuze hebben, maar toch. Een advocaat aanvragen gaan we wel doen, maar getuigen wil ik niet. Dit moet ik alleen afhandelen.

Pov Soumia

Ergens heb ik nu spijt dat ik ben vertrokken, maar veel keuze had ik niet. Ik zit hier in het midden van een bos met een tentje. Ik kom net toe met mijn voedsel; ik weet dat dat belangrijk is voor een zwangere vrouw. Ik kan nog steeds niet geloven dat mijn lieve mannetje me dit kon aandoen. Uit angst dat hij mij zou weten te traceren, heb ik mijn telefoon uitgeschakeld. Ik heb geen idee van de tijd, door al de bomen hier, kan ik de stand van de zon niet goed afleiden.

Ik mis mijn ouders. Ik mis het comfort thuis. Ik mis de oude ik. Een gekraak in de bosjes doet me opschrikken. Ik kan mijn hart in mijn keel horen kloppen.

'Is daar iemand?'

Dom dat je dat zegt ,Soumia. Je weet heus hoe dat gaat in van die horrorfilms. Ik slik en wandel achteruit. Een zwarte schaduw komt steeds dichter en dichterbij. Uit angst begin ik dan maar heel luid de gillen. Het enige effect dat ik kreeg is dat enkele vogels in de bomen wegvlogen. Ik knijp mijn ogen dicht en maak mezelf zo klein mogelijk.

'Wat doet een mooi meisje hier in een donker bos?' Ik slik en open mijn ogen.

Een vriendelijk jongensgezicht kijkt me bezorgd en vriendelijk aan.

Niet intrappen, zo lijken ze allemaal

'Dat zijn je zaken niet!' Hij deinst een beetje achteruit door mijn hevige reactie.

'Uh okey. Ga je hier zo blijven zitten dan?'

'Ja.' antwoord ik bot.

In plaats van dat de jongen nu eindelijk verdwijnt, blijft hij koppig staan.

'Ik ga niet voordat ik weet waarom je hier zit.' Hij neemt plaats naast mij en begint met een takje op de grond te spelen.

'Dan mag je nog lang wachten.'

Pov Hayat

Ik maak me klaar voor de afspraak met Salma. Niet dat ik mijn best ga doen om er op en top uit te zien. Ik werk mijn wallen wel een beetje weg met concealer. Ik trek gewoon een broek aan met een zalmroze bloesje en sneakers in dezelfde kleur. De ketting van Anouar doe ik voor de verandering niet om, maar wel de ring die ik van Hicham had gekregen.

Flashback

'HAYAT!' roept Hicham. Hij zit vast boven op zijn kamer. Op mijn gemak slenter er ik er naar toe en zie dat hij in pak staat. 'Waaw! Dat mag je wel vaker aandoen.' knipoog ik. Hij grinnikt en steekt zijn hand naar me uit. Ik neem hem aan en trekt me naar zich toe. 'Wij gaan uit vanavond.' Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan. 'En dat beslis je nu even?' 'Uhu' Ik schud lachend mijn hoofd en kus hem op zijn wang. 'Dan ga ik me klaarmaken.' Ik wil dan naar mijn kamer gaan, maar dan zegt hij: 'Mag ik je jurk kiezen?' Hij zet puppyoogjes waardoor ik niet kan weigeren. Zo blij alsof hij net de loterij gewonnen had, keurt hij heel mijn kledingkast en kiest dan grijnzend mijn rode zakelijke jurk.

'Deze moet je echt nemen, sweetie! Rood is zò jouw kleur!' zegt hij met zo'n hoog stemmetje. Ik proest het uit, gris het jurkje uit zijn handen en jaag hem de kamer uit. 'Niet te lang hé, prinses. En geen make-up, je bent al knap genoeg!' slijmt hij. Ik klap de deur dicht en maak me klaar. Na een halfuur ben ik klaar, wat echt een record is. Tevreden doe ik de deur open waar ik Hicham op zijn telefoon zie spelen. Hij heeft niet door dat ik er sta dus schraap ik mijn keel. 'Oh hey! Je ziet er geweldig uit.' complimeert hij me. Samen lopen we naar zijn auto en hij houdt de deur netjes voor me open.

Paar uurtjes later

'Goed lieverd, ik heb je niet voor niets meegenomen.' Hij staat op en gaat op zijn knieën. 'Dit is geen huwelijksaanzoek dus niet bang worden.' zegt hij nog als hij mijn gezicht ziet. 'Liefste Hayat, ik ken je nu precies 3 weken, geen indrukwekkend getal, maar ik hou echt met heel mijn hart van je en als teken van mijn liefde geef ik jouw deze ring.' Hij klapt een rood doosje open en ik zie een prachtige zilveren ring met een groene smaragd in. 'Ik wil dat je hem omdoet zolang jij ook van mij houdt. Als dat niet meer het geval is... dan heb je het recht om hem weg te gooien of wat dan ook.' besluit hij. Hij schuift de ring om mijn vinger en staat dan weer op.

Trots en verliefd staar ik naar de ring. 'Hayat, schat, het is half één!' roept mijn moeder van beneden. ' Ik kom al!' Ik pak snel nog mijn handtas en loop naar beneden. ' Goed ik ga dan.' Ik geef haar nog een kus en Hafssa ook. Ze hebben al wat kunnen bijpraten gisteren en ik denk dat mijn moeder haar wel mag. Zeker omdat ze weet dat ze vroeger mijn beste vriendin was. Ik stap in mijn autootje en begin weer aan de rit naar Brussel.

Hey chicas!

Jullie merken waarschijnlijk dat ik in een goede bui ben en dus hier nog een hoofdstuk! Enjoy it

Xoxoxo DawSatie

Vriend & Vijand Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu