52. Ohja, zijn moeder ✔

220 23 5
                                    

Pov Hayat

Eindelijk stap ik de luchthaven buiten en meteen voelt het alsof ik thuiskom. Met onze bagages aan onze handen zoeken we naar een paar taxis die ons naar ons hotel kunnen brengen. Na een heel gedoe hebben we er drie gevonden die bereid zijn ons en onze reuzebagage mee te nemen.

Omdat ik een Berber ben, spreek ik niet zo goed Arabisch; ik laat het dan maar over aan Anas die geen enkel moment van mijn zij is geweken sinds we van het vliegtuig gestapt zijn.

'Hey, kom je nog?' haalt Samuel me uit mijn gedachten.

Ik wil met hem, Nassim en Hafssa in een taxi stappen, maar, hoe verassend, Anas trekt me terug.

'Je gaat met mij, Mo en Soum mee.'
Zonder dat ik kan tegenstribbelen word ik in de taxi geduwd. Hij komt naast mij zitten en slaat zijn arm om me heen.

'Je bent vervelend.' zeg ik dan boos.

Hij antwoordt niet, hij lacht alleen en geeft me een kus op mijn wang.

'Ik hou van je, Hayat (...) en dat zal altijd zo blijven.'

Zijn woorden bezorgen me de rillingen op mijn rug en hij merkt het want hij begint weer te grinniken.

Rotkind.

Ergens ben ik echt wel kwaad op hem: ik bedoel, we zijn hier voor Hicham, diegene van wie ik hou en dan flikt hij zoiets.

Like bro?

Daarom zeg ik ook niets terug.

'Hier is het dan.' zegt de taxichauffeur na zo'n 20 minuten.

Anas betaalt hem en we pakken onze koffers.

We zouden aan een paar mensen vragen of ze weten waar het huis van Hichams ouders is. Ik heb besloten dat ik toch nog even bij haar langs wil gaan.

Met mijn gebrekkig Arabisch slaag ik er in een vrouw aan te spreken die met ons meeloopt omdat ze daar ook moet zijn.

Een groot huis, laat ik het gewoon een villa noemen, komt in zicht. Mijn mond valt open van bewondering net als die van de anderen.

Villa Hicham

Awh, hun huis heeft zijn naam gekregen. De vrouw haalt een sleutel boven waarmee ze de ijzeren poort opent.

'Wat bent u van Hicham?' vraagt Anas.

'Zijn tante.'

Hij wil nog doorvragen, maar een wat oudere vrouw komt aangeholt en vliegt de tante van Hicham om de hals.

Volgens mij is dat haar zusje.

Ze wijst naar ons en begint een hele uitleg die ik niet begrijp.

Uiteindelijk geeft ze me dan drie kussen en begroet de rest ook vriendelijk. Ze gebaart dat we haar moeten volgen naar binnen. Ik weet dat het Hichams moeder is omdat ze als twee druppels water op hem lijkt.

Ze begeleidt ons naar de woonkamer en zegt dat we onze koffers in de hal mogen laten staan. Als ik binnen wil gaan, houdt ze me tegen en sleurt me mee naar boven.

We gaan een vrij rommelige kamer binnen die overduidelijk van Hicham is.

Zijn moeder gaat op het bed zitten en zegt dat ik naast haar moet gaan zitten. Gelukkig voor mij praat ze ook Berbers: anders zou het echt moelijk worden.

'Hicham heeft me veel over je vertelt.'

'Oh.'

Ik weet niet echt wat ik moet zeggen.

Ze rommelt wat in een kast en haalt er een grote doos uit. Het deksel haalt ze eraf. Ze begint de doos uit te laden en gooit de spullen op bed. Daarna haalt ze nog een mooie rode jurk boven.

'Hicham had al zo ver vooruit gedacht dat hij al gevraagd had om dingen voor jullie verloving te kopen.'

Een klein lachje verschijnt op haar gezicht terwijl er tegelijk een traan uit haar oog valt.

Nu heb ik een vreselijk groot schuldgevoel.

'Het spijt me zo! Dit is allemaal mijn schuld.'
Mijn zicht wordt wazig door de tranen die ik wegveeg.

'Ach meid, het is niet jouw schuld. Hicham zou niet kunnen leven als jij dood zou zijn. In principe is het Anouars schuld, maar misschien is dit gewoon het lot.'

Een tijdje is het stil, maar dan drukt ze de jurk in mijn handen.

'Ik wil dat je die aandoet vrijdag, ' zegt ze aardig, 'de rest van de spullen mag je ook meenemen. Ze waren voor jou bedoeld'

Voor ik de spullen echt goed kan bekijken, heeft ze die alweer in de doos gestoken.

'Je lijkt me een aardige meid, Hayat. Jammer dat er nooit een trouwfeest zal zijn.'

Ik stel me voor hoe ik dan in een prachtige witte bruidsjurk samen met Hicham zou dansen en we elkaars ringen zouden omdoen.

'Blijf wel niet heel je leven alleen. Je bent nog te jong om weduwe te zijn.' drukt ze me op het hart voor we bij de anderen gaan zitten in de woonkamer.

Wat moet ik nu met dat advies? Ik denk wel dat ik over een paar jaar misschien wel over hem heen ben.

Ik bedoel, dat moet wel. Maar nu lijkt het zo onrespectvol tegenover hem.

Ik leg de doos neer naast een van mijn koffers waarna ik in de woonkamer plaatsneem naast Kaoutar.

Hichams tante had al thee gezet en een groot bord koekjes neergelegd. Anas zit naast een meisje van ongeveer mijn leeftijd dat aan hem geplakt zit, tot ergernis van Anas.

Stiekem vindt ik het wel grappig: zeker weer zo iemand die een visum wil om naar Europa te kunnen.

'We moeten nu eigenlijk echt gaan.' zegt Nassim dan.

Na een hele discussie omdat ze wilden dat we bleven voor het avondeten, zijn we dan toch buitengeraakt.

Alweer wachten we op enkele taxis die ons dan eindelijk naar ons hotel brengen. We checken in in onze kamers en vermoeid plof ik neer op het kingsize bed dat ik deel met Soumia. Tegenover ons bed is er een ander bed waarin Chaimae en Hafssa gaan slapen. Kaoutar slaapt in een kamer met Nadir. Ik scroll nog door mijn social media tot ik een bericht krijg.

Niet iedereen is zoals je denkt dat ie is.

Be careful

M

Fijn, dat had ik echt nog nodig: M die me nog komt storen.

Oké, echt een saai hoofdstuk. Sorry.

Xoxoxo DawSatie

Vriend & Vijand Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu